Direct naar artikelinhoud
VerkeerVeiligheid

Na jarenlange daling stijgt het aantal verkeersdoden weer in Vlaanderen

Eind vorig jaar werd er nog elfjarige jongen doodgereden in Aalst toen hij op weg was naar school. Het ongeval gebeurde vlak bij de fabriek van Tereos.Beeld Wouter Maeckelberghe

Het voorbije jaar zijn er 304 mensen gestorven in het Vlaamse verkeer. Dat is het hoogste aantal sinds 2016 en een pak hoger dan de doelstelling om dit jaar maximaal tweehonderd verkeersdoden te hebben. Vooral voetgangers zijn erg kwetsbaar.

In 2019 lieten 304 personen het leven na een verkeersongeval in Vlaanderen. Dat blijkt uit de nieuwe verkeersveiligheidsbarometer die De Morgen kon inkijken. De cijfers werden opgesteld door de Vlaamse administratie op basis van gegevens die de federale politie verzamelde bij parketten en ziekenhuizen. Wie binnen de dertig dagen na een ongeval overleed, werd meegeteld als verkeersdode.

“De eerste maanden van 2019 waren al niet positief en die trend zet zich jammer genoeg door”, zegt Werner De Dobbeleer van de Vlaamse Stichting Verkeerskunde (VSV). Het VSV organiseert vandaag een groot congres in Turnhout waarop experts en beleidsmakers de cijfers bespreken. De hamvraag: waarom slagen we er niet in de neerwaartse spiraal te doorbreken?

Vlaanderen stelde tien jaar geleden het doel voorop om in 2020 nog maximaal tweehonderd verkeersdoden te hebben. Jarenlang werkten we daar systematisch naartoe. We kenden een forse daling van 391 doden in 2010 naar 282 doden in 2017. Maar sinds enkele jaren zit er opnieuw een opwaartse knik in de statistieken. Wat tien jaar geleden een realistisch doel leek, is nog steeds een verre droom.

Wat opvalt, is de stijging van het aantal gestorven voetgangers, van 32 naar 44. De verklaring ligt mogelijk in de opmars van SUV’s en pick-ups. Zij vertegenwoordigen een derde van alle nieuwe verkochte wagens. Deze auto’s zijn zwaarder en hebben een hoger aanraakpunt als ze ergens tegenaan botsen. Daardoor worden er sneller vitale organen geraakt.

Bebouwde kom

De Vlaamse Stichting Verkeerskunde gaat ervan uit dat de slachtoffers vooral binnen de bebouwde kom vielen. Daar zijn voetgangers nu eenmaal het meest aanwezig en kwetsbaar. Studies wijzen uit dat overdreven snelheid bij automobilisten in zulke ongevallen een cruciale rol speelt. Zowat alle Belgische verkeersveiligheidsorganisaties pleiten voor een verlaging van de snelheid van 50 naar 30 kilometer per uur in de bebouwde kom.

Behalve voetgangers stierven ook fors meer automobilisten, zowel achter het stuur als op de passagierszetel. In 2018 kwamen er 105 om het leven, vorig jaar 123. Dat is opmerkelijk, want auto’s worden steeds veiliger. Het VSV ziet een mogelijke verklaring in het mooie weer tijdens de zomer van 2019. Als de zon schijnt, hebben mensen een meer uitgelaten rijstijl. Een meer gedetailleerde analyse kan nog andere verklaringen aan het licht brengen.

Een positieve uitschieter is dat er maar één dode viel op een speedpedelec. Wellicht gaat het om de 53-jarige man die omkwam in de Antwerpse haven toen hij bij een inhaalmanoeuvre frontaal inreed op twee andere fietsers. Speedpedelecs halen 45 kilometer per uur en veroorzaken steeds meer ongevallen. Wellicht zorgt de verplichte helmdracht ervoor dat de letsels zelden uitmonden in de dood.

Fietsers doen het in het algemeen niet slecht. Hoewel zij vaker gewond raakten dan in 2018, viel het aantal doden terug van 75 naar 69. De bromfietsers hadden vorig jaar iets meer kans om te sterven dan het jaar ervoor.

Tegen het plafond

Het zijn evoluties in relatief kleine absolute aantallen, maar de algemene tendens is volgens het VSV duidelijk: we botsen aan tegen het plafond qua verkeersveiligheid. “Als we door dat plafond willen breken, dan zullen we nieuwe recepten moeten uitproberen”, zegt De Dobbeleer.

De oplossing ligt mogelijk in een revolutionaire aanpak die al wordt uitgetest op de fietsostrade tussen Mechelen en Sint-Niklaas. Daar worden aan de hand van camera’s en 3D-technologie ‘veiligheidslekken’ opgespoord, nog voordat er een eerste dode is gevallen. Een softwareprogramma geeft aan waar ongevallen dreigden te gebeuren, maar nipt werden vermeden.

Als we deze technologie kunnen toepassen op kruispunten en andere gevaarlijke locaties, dan kan dat een doorbraak forceren. Het sluit aan bij de plannen van Vlaams minister van Mobiliteit Lydia Peeters (Open Vld) om binnenkort ‘bijna-ongevallen’ op te sporen aan de hand van geanonimiseerde gps-data uit auto’s. Als er op een kruispunt steevast bruusk in de remmen wordt gegaan, gaat een alarmbel af.

“Het is jammer dat we de doelstelling van 2020 niet meer halen”, reageert ministers Peeters. Zij benadrukt dat Vlaanderen haar ‘vision zero’, om binnen dertig jaar geen verkeersdoden meer te hebben, blijft nastreven. Daarvoor werkt de overheid zwarte verkeerspunten weg, al ligt er volgens haar ook een grote verantwoordelijkheid bij elke Vlaming. “We blijven streven naar een fundamentele mentaliteitswijziging in het verkeer, waarbij iedereen meer verantwoordelijkheid aan de dag legt.”

GAS-boetes in bebouwde kom

Lokale besturen mogen straks zelf GAS-boetes uitschrijven voor snelheidsovertredingen binnen de bebouwde kom. De Vlaamse regering keurde daarvoor een ontwerp van decreet goed. Het gaat om wegen waar de snelheid 30 of 50 kilometer per uur is en waar de vastgestelde snelheid niet meer dan 20 kilometer hoger ligt dan de toegestane limiet. “De lokale besturen zijn het best geplaatst om de snelheidslimiet te handhaven”, zegt Vlaams mobiliteitsminister Lydia Peeters (Open Vld). “Bovendien kunnen ze de inkomsten uit de GAS-boetes opnieuw investeren in meer verkeersveiligheid.” (ADB)