Direct naar artikelinhoud
FocusChanel Miller

‘Ik ben een viplid van de club der verkrachtingsslachtoffers’

Chanel Miller.Beeld Tim Coppens

Slachtoffers van seksueel geweld leggen zichzelf vaak het zwijgen op. Toch trad Amerikaans auteur Chanel Miller (27) naar buiten met het verpletterende relaas van een veelbesproken verkrachtingszaak.

“Je kent me niet, maar je bent in me geweest, en dat is de reden waarom we hier vandaag zijn.” Met die zin begon de brief die Chanel Miller schreef aan de student die haar had aangerand tijdens een fuif op de campus van Stanford University. De tekst werd voorgelezen op de laatste dag van een pijnlijke rechtszaak, die breed was uitgesmeerd in de Amerikaanse media. Zij was toen enkel bekend als ‘Emily Doe’, een schuilnaam waarmee het gerecht haar identiteit beschermde. De beklaagde was Brock Turner, een beloftevolle Stanford-student en zwemkampioen. Hij zat een celstraf van drie maanden uit, want een zwaardere gevangenisstraf “zou een zeer ernstige impact op hem hebben”, zo oordeelde de rechter.

Hoe hard de verkrachting een impact had op háár leven, beschreef Miller in haar emotionele brief, die na het vonnis werd gepubliceerd door Buzzfeed en viraal ging. “Jouw moed is adembenemend”, schreef toenmalig vicepresident Joe Biden als reactie in een open brief. De twaalf pagina’s werden in het Amerikaans Congres voorgelezen als “de bijbel voor wat slachtoffers van seksueel geweld overkomt”. De cast van de serie Girls wijdde er een video aan. De rechter die de milde straf had uitgesproken werd later na een handtekeningenactie uit zijn ambt ontzet.

Het is een vreemd heldenverhaal: Emily Doe was tot dan toe opgevoerd als een dronken feestmeisje dat verkracht was en laveloos werd teruggevonden achter een vuilniscontainer. Iemand die hoogstens als waarschuwing zou worden opgevoerd. Na de publicatie van haar brief werd ze uitgeroepen tot een rolmodel, de dappere overlever die gerechtigheid eiste voor alle slachtoffers van seksueel geweld. Ze was erin geslaagd de rollen om te keren, enkel met de kracht van haar woorden.

Lichaamsvreemd voorwerp

Ergens tussen die twee voorstellingen ligt een klein hoopje feiten: op 17 januari 2015 rond middernacht betrappen twee voorbijgangers een jongen die seks heeft met een bewusteloze vrouw. Ze overmeesteren hem, Turner wordt gearresteerd en 24 uur later op borg vrijgelaten. Miller wordt wakker in een ziekenhuis met een black-out, haar laatste herinnering bestaat uit dansen en drinken op een feestje met haar zus. Enkele dagen later leest ze in een online-artikel op haar werk het gedetailleerde verslag van wat er met haar gebeurd is die nacht. Dat ze gepenetreerd is met een lichaamsvreemd voorwerp, volgens de gelekte ziekenhuisverslagen. “Wat is een lichaamsvreemd voorwerp?”, googelt ze.

Vijf jaar later heeft Chanel Miller haar schuilnaam van zich afgeworpen. Ze zit in het Ambassade Hotel in Amsterdam om te vertellen over de Nederlandse vertaling van haar boek, Ik heb een naam. Ze lacht veel en is Californisch lief en hartelijk. We hebben Belgische chocola bij, omdat in haar boek meermaals haar liefde voor chocola voorbijkomt. Ze zegt zeventien keer uitgebreid dankuwel. Lezers uit de hele wereld hebben haar al chocola opgestuurd. “In een volgend boek ga ik zeker vermelden wat ik nog allemaal cadeau wil krijgen”, grapt ze.

Haar boek is de ultieme manier om het auteurschap over haar eigen leven terug te eisen, zegt ze, omdat ze zichzelf niet meer herkende in de versie die advocaten, journalisten en random-mensen-op-het-internet van haar hadden gemaakt. “Mijn anonimiteit was heilig, lange tijd waren de letters van mijn naam het enige dat nog van mij was. Ik had die bescherming nodig, om mijn normale leven op te pikken. Maar natuurlijk is dat een illusie. Het voelde erg schizofreen om Emily Doe én Chanel Miller te zijn. Ik ben erg trots op het boek dat ik heb geschreven, dus ik wil mezelf niet meer wegstoppen.”

Een trauma maakt je geen artiest, een ingrijpende ervaring bezorgt je niet plots een schrijftalent. Maar Miller heeft een verpletterend mooi boek gepuurd uit die ene nacht die haar leven overhoop gooide. “Mijn oude leven raakte ik kwijt, een nieuw leven begon”, schrijft ze. De ondertitel van het boek is niet ‘een verkrachtingszaak’, maar wel ‘een memoir’. De ironie van dat woord kan haar niet ontgaan zijn, ze schetst als het ware de herinnering aan een heel leven waarin de ene meest ingrijpende nacht ontbreekt.

Langeafstandsrelatie

Chanel Miller was 22 toen, en was net haar eerste job gestart bij een start-up in Palo Alto, Californië, hartje Silicon Valley. Ze had een langeafstandsrelatie met haar vriend in Philadelphia, en woonde nog bij haar ouders. Het was haar jongere zus die op bezoek was die haar meesleurde naar een feestje op Stanford University. “Ik was jong en moest nog ontdekken wie ik wilde zijn. Maar plots was daar dat ene incident, dat mijn identiteit dreigde te bepalen voor de rest van mijn leven.”

Een schuldbekentenis en excuses van de dader, dat was eigenlijk het enige dat ze eerst verwachtte. “Dat leek me de logische gang van zaken, hij was op heterdaad betrapt, had zelfs geprobeerd om weg te vluchten. Dat op zich is toch een teken van schuld? Ik kon niet geloven hoe hij zichzelf wapende met een leger dure advocaten, en in de tegenaanval ging. Dát was het schrikwekkendste aan deze hele zaak. Hoe geld en macht en privilege een rol begonnen te spelen, terwijl de feiten zo duidelijk waren.”

Miller beschrijft hoe de rechtszaak haast traumatischer was dan het misdrijf waar ze gerechtigheid voor zocht. “Telkens opnieuw moest ik me verantwoorden: waarom was ik op dat feestje? Wat had ik die avond gegeten? Hoe vaak facetimede ik met mijn vriendje? Hoeveel shots had ik gedronken? Is het waar dat ik op een tafel stond te dansen?” Dat hij dronken was die avond, werd door de verdediging als verzachtende omstandigheid ingeroepen. Hij was onschuldig want hij wist niet wat hij deed. Dat zij dronken was die avond, werd door diezelfde advocaten gebruikt om haar geloofwaardigheid in twijfel te trekken. Ze was schuldig want ze wist niet wat ze deed. “Mijn identiteit werd herleid tot die ene nacht: ik was iemand die had gedronken en een black-out had. Alle schuld en schaamte en verantwoordelijkheid werden subtiel van dader naar slachtoffer geschoven.”

Het is een tactiek die heel effectief is, zegt ze, omdat slachtoffers van verkrachting vaak de reflex hebben om de schuld bij zichzelf te zoeken. “We worden boos op onszelf, omdat we ons in een kwetsbare positie hebben gebracht. Terwijl we onze kwaadheid zouden moeten richten op de persoon die misbruik maakte van die kwetsbaarheid.”

Chanel Miller.Beeld Tim Coppens

Volgens recente cijfers van Amnesty International Vlaanderen zou een op de vijf Belgische vrouwen (en een op zeven mannen) ooit verkracht zijn. Miller weet zeker dat de cijfers nog veel hoger liggen, want onze definitie van verkrachting is te beperkt, meent ze. Wat als de dader iemand is met wie je een relatie had, iemand met wie je op een feestje hebt gedanst, iemand met wie je samenwerkt, iemand met wie je vrijwillig mee naar huis bent gegaan? “Het is maar wat we als samenleving als normaal zijn gaan aanvaarden. Wat zegt het over ons, als gedwongen seks iets is dat we maar gewoon moeten tolereren? Hoe kunnen we verwachten dat het rechtssysteem seksueel geweld correct behandelt, als we zelf twijfel zaaien? Alsof ik iets heel raars verkondig, als ik zeg dat je het recht hebt om te beslissen met wie en waar en wanneer je seks hebt. Dat het nooit oké is als wie dan ook druk uitoefent en jouw wensen en signalen negeert. Seks zonder instemming is verkrachting, punt.”

Seksueel geweld wordt systematisch geminimaliseerd, zegt Miller. Als je maar blijft volhouden dat een vrouw zelf schuld treft – ze was dronken, had een te korte rok aan, had verkeerde signalen gegeven –, dan kan je jezelf wijsmaken dat jou niks kan overkomen als je je maar ‘juist’ gedraagt. “Het is een manier om een illusie van veiligheid te creëren. Het is veel lastiger om te aanvaarden dat dit met iedereen kan gebeuren: overdag, ’s nachts, dronken of nuchter.”

Machtige mannen

Het persoonlijke verhaal van Miller viel samen met het uitbarsten van de grote MeToo-schandalen, een moment waarop de wereld probeert in het reine te komen met publieke verkrachtingszaken rond machtige mannen, als Harvey Weinstein, Bill Cosby, Jeffrey Epstein. Ze voelde zich gesterkt om dit boek te schrijven, zegt ze, omdat ze in al deze zaken dezelfde mechanismen zag terugkomen waar ze zelf de voorbije jaren tegen vocht. Ze zag hoe weinig vrouwen de moed hadden om naar voren te treden. “Er is een cultuur die daders beschermt. Je moet tonnen bewijs hebben, maar je moet ook lief en leuk zijn en een smetteloze reputatie hebben. Onze geloofwaardigheid wordt systematisch in twijfel getrokken. Waarom is ons woord niet genoeg?”

In een rechtszaak is een woord zelden genoeg – misschien gelukkig maar. Wat moeten we dan met verkrachtingszaken waar de harde bewijslast ontbreekt? Als zaken neerkomen op woord tegen woord? Wanneer een begrip als ‘wederzijdse toestemming’ niet in zwart-wit maar in vele tinten grijs blijkt te bestaan? “Oké, ik ben een viplid van de club der verkrachtingsslachtoffers: ik had getuigen, de dader werd op heterdaad betrapt, ik ben in het ziekenhuis onderzocht, er zijn foto’s van verwondingen. Hoeveel meer bewijs heb je nodig? En toch heb ik een boek van bijna 400 pagina’s geschreven over alles wat ik moest doorstaan om een veroordeling te krijgen. Mijn boek had drie pagina’s moeten tellen!”

Door haar ervaring in de rechtszaal voelde ze zich erg betrokken toen er eindelijk een veroordeling kwam in het Weinstein-proces. “Omdat ik weet hoeveel moed het vergt van de slachtoffers om daar te komen getuigen. Tijdens een rechtszaak worden nieuwe wonden geslagen, die je ook weer moet zien te verwerken. Het is verbijsterend hoe vaak ik mensen hoor insinueren dat slachtoffers munt slaan uit een zaak of valse aangiftes doen. Kom eens in onze schoenen staan. Kijk hoe leuk het is als elk intiem detail uit je leven wordt bovengespit en becommentarieerd. Met daartegenover die machtige mannen, van wie de grote prestaties worden opgesomd. Het onderliggende idee is toch: hoe durven die vrouwen hen dat alles af te pakken. En ook: wat hebben zij erbij te winnen? Gaat het hen om geld, aandacht, wraak? Ik weet één ding: in dit soort zaken is je verlies altijd groter dan je winst. De enige reden waarom wij naar buiten treden, is uit altruïsme. Omdat we willen vermijden dat er nog meer slachtoffers vallen. Dat was mijn grootste vrees: als ik mijn mond hield, zou hij nog anderen pijn kunnen doen.”

Miller slaagt erin om haar persoonlijke verhaal te koppelen aan de tijdgeest, als een jonge vrouw die haar weg zoekt in MeToo-tijden, in een land met een ‘pussy-grabbende’ president. Ze herinnert zich een golf van zelfmoorden op haar middelbare school, en hoe depressieve gevoelens of angsten werden opgelost met medicatie. ‘Pillen werden rondgedeeld, rugzakken rammelden als sambaballen’, schrijft ze. Dit is hartje Silicon Valley, dat Miller beschrijft als een omgeving met veel druk om te presteren en weinig aandacht voor de mentale kwetsbaarheid van jonge mensen. Ze observeert hoe van jongs af wordt aangeleerd dat “wat je voelt en wat je aan de buitenwereld laat zien van elkaar moet worden losgekoppeld”.

Nood aan een gesprek?

Praten helpt, dat kan bij Tele-Onthaal: bel 106 of ga naar de website tele-onthaal.be.

Wie met vragen zit over zelfdoding, kan terecht bij de Zelfmoordlijn op het gratis nummer 1813 en op de website zelfmoord1813.be.

De aanranding vond plaats tijdens een feestje op de campus van Standford University, de plek waar de intellectuele elite van de nieuwe wereld wordt klaargestoomd. Het is best een angstaanjagende gedachte, als emotionele ontwikkeling geen deel uitmaakt van het curriculum voor die briljante geesten. “Wauw. Totally. Dat is een fascinerende manier om ernaar te kijken”, zegt Miller. “Ik ben opgegroeid in die wereld, maar dit zijn inderdaad de mensen die bij grote techbedrijven belanden en invloed uitoefenen op alle aspecten van ons leven. Wat ik doorheen dit hele proces miste, was empathie. Op geen enkel moment voelde ik bij hem (Brock Turner, EM) en zijn entourage ook maar een klein beetje bereidheid om zich even in mij te verplaatsen. Er was alleen ontkenning, op geen enkel moment werd hij gedwongen om tot inzicht te komen. Ik werd genegeerd, zelfs als ik op een paar meter afstand stond in de rechtszaal.” 

Privilege als wapen

Zijn ultieme wapen, zegt Miller, was zijn privilege. “Hij werd beschermd door de projecties van wat mensen hem graag hadden zien worden. In krantenartikels werden zijn recordtijden op de vrije slag vermeld, en dat hij kanshebber was voor deelname aan de Olympische Spelen en chirurg wilde worden.”

De rechter redeneerde dat Turner al veel verloren had door deze zaak. “Wat gebeurt er met mensen die weinig te verliezen hebben? Stel je eens voor dat hetzelfde misdrijf gepleegd wordt door een negentienjarige latino? Wat zou dan het vonnis zijn?“

Haar pogingen om samen met het bestuur van de universiteit te werken rond sensibilisering en preventie voor studenten draaiden op niets uit. “Het werd snel opzijgeschoven als een jammerlijk ongelukje, ‘ach, dronken jongeren op een feestje’. Ik wilde dat ze het ernstig zouden nemen: dit is een misdrijf dat levenslange consequenties heeft voor het slachtoffer en de omgeving. Maar ik ben geen Stanford-student, en hun imago leek toch belangrijker dan mijn pijn.”

Slechts één keer hapert ze. De vraag was: heeft Brock Turner geen recht op anonimiteit, op een tweede kans? Hij heeft zijn celstraf uitgezeten, maar zijn arrestatiefoto staat eeuwig online én in een handboek criminologie naast de definitie van het begrip ‘verkrachting’. “Hmmm, daar moet ik over nadenken. Je bent onschuldig tot je schuld bewezen is, dat klopt. Maar hij was op heterdaad betrapt en gearresteerd, er was geen twijfel over zijn schuld. Als je iets fout hebt gedaan, moet je daar voor verantwoordelijk worden gesteld. Toch?”

Slim, belezen, welbespraakt

Ik heb een naam werd in de Verenigde Staten al een bestseller, Time Magazine zette Miller op de cover als een van de meest invloedrijke mensen van het jaar. Ze was te gast bij Oprah en The Daily Show van Trevor Noah. Miller is slim, belezen, welbespraakt. Dat maakt haar ook in zekere zin geprivilegieerd. “Bij alles wat ik in de toekomst zal doen, zal ik dat slachtoffer zijn dat een boek schreef. Alsof ik door die aanval iets cadeau heb gekregen. Maar ik heb mijn talent niet gekregen toen hij me iets aandeed. Mijn stem, mijn woorden heb ik altijd al gehad. Ik heb ze nu moeten gebruiken op een manier die eerder niet nodig was.” 

Haar boek is zo verpletterend slim en goed geschreven, dat het een beetje wrang aanvoelt. Moeten we nu blij zijn, dat er door deze aanranding een geweldige auteur is opgestaan? Ze gaf haar vaste job op, werkt nu al aan een vervolg – een graphic novel voor jongeren rond dit thema. “Weet je, ik heb hier hard aan gewerkt. Het is niet zo dat je een brok wijsheid cadeau krijgt als je een klap incasseert. Ik wilde altijd al schrijven, maar het leek me geen optie om als auteur de kost te verdienen. Ik zag mezelf als gepensioneerde romans schrijven in een huisje aan zee. Het was een vage, verre toekomstdroom. Ik had nooit gedacht dat mijn debuut er nu al zou liggen. En ik heb nooit gewild dat het over dit onderwerp zou gaan.”

Ik heb een naam, Chanel Miller, Xander Uitgevers.