Vlaamse arts-specialisten in opleiding ondervinden vaak wettelijke inbreuken op stage

Negen op de tien deelnemers aan een enquête van de de Vlaamse vereniging voor Artsen-Specialisten in Opleiding (VASO) hebben op hun stagedienst een objectieve wettelijke inbreuk vastgesteld. Ook ontbreken ze sociale bescherming en zijn er grote verschillen in loon. VASO, dat de enquête donderdag voorstelt, pleit voor meer controles, maar ook voor een wettelijke bescherming en een centrale opleidingsovereenkomst.

VASO bevroeg in januari alle Vlaamse specialisten in opleiding en verzamelde ook 111 loonbrieven. Onder hen zouden 678 personen de enquête volledig ingevuld hebben, ongeveer 1 op de 5, met een goede spreiding tussen de universiteiten en opleidingsjaren.

Negen van de tien respondenten gaf dus aan dat er een objectieve wettelijke inbreuk was vast te stellen op hun stagedienst. Inbreuken gingen vooral over het registreren van de arbeidstijd, toekennen van recuperatie na langdurig werken en de vergoeding voor wachtdiensten. Zo gaf drie op de tien aan dat ze hun arbeidstijd niet konden registreren, en drie procent zelfs dat de werkgever hun ingevoerde arbeidstijd al aanpaste, hoewel dit strafbaar is. “Zoals ook blijkt uit eerdere bevragingen geven de arts-specialisten in opleiding (ASO) bovendien aan dat zij niet weten waar ze terechtkunnen bij overtredingen”, klinkt het in een persbericht.

”Hoog tijd voor wettelijke bescherming”

VASO legt verder uit dat het sociaal statuut waaronder arts-specialisten in opleiding werkzaam zijn een apart sociaal statuut is dat neerkomt op een afgeslankte versie van een bediendestatuut, met minder sociale rechten. Een van de tekortkomingen en verschillen met een bediendestatuut is het gebrek aan een collectieve arbeidsovereenkomst (cao) of wettelijk bepaalde minimumvoorwaarden. “Dat vertaalt zich in de resultaten van de bevraging. Zo blijkt dat tussen de 52 Vlaamse ziekenhuizen het brutoloon 15 tot 28 procent kan verschillen per maand.”

“Het is hoog tijd om werk te maken van een wettelijke bescherming voor specialisten in opleiding en een centrale opleidingsovereenkomst met uniforme en minimale arbeidsvoorwaarden”, zegt Thomas Debrouwere, voorzitter van VASO. “Waarom kan dat in Nederland wel en hier niet? Daar regelt een cao de wettelijke regels waaronder een arts in opleiding mag werken en wat de loonvoorwaarden zijn. Ook bij de Vlaamse huisartsen in opleiding wordt al jaren gewerkt met een centrale opleidingsovereenkomst.”

VASO wil ook meer controles op de wettelijk vastgelegde bescherming van arbeidstijden en eventuele sancties.