Nieuwe indicator toont grote regionale verschillen in armoedecijfers

© Shutterstock

Elf procent van de Belgen bevond zich vorig jaar in een toestand van materiële en sociale deprivatie, zeg maar een financieel precaire situatie. Dat blijkt uit nieuwe cijfers van het statistisch bureau Statbel. Er zijn uitgesproken verschillen tussen de gewesten. Zo bevond liefst 21,5 procent van de Brusselaars zich in een precaire situatie, terwijl het in Vlaanderen om 6,6 procent ging. Vooral eenoudergezinnen hebben het zwaarder.

De cijfers van Statbel zijn afkomstig uit de Europese SILC-enquête. Die maakt gebruik van een nieuwe indicator, waardoor voortaan ook resultaten voor de regio’s voorhanden zijn.

Iemand in een toestand van materiële en sociale deprivatie kan zich de gangbare levensstandaard niet veroorloven. Om die toestand te meten, wordt gebruikgemaakt van een lijst van materiële bezittingen of handelingen, zoals de rekeningen op tijd betalen, een week vakantie buitenshuis nemen, een wagen kunnen veroorloven, onverwachte uitgaven doen, enzovoort. Wie zich vijf zaken niet kan veroorloven, bevindt zich in een precaire toestand.

Eenoudergezinnen lopen groter risico

De resultaten tonen grote regionale verschillen. Zo kan ruim een kwart van de bevolking geen onverwachte uitgaven doen. In Brussel en Wallonië was dat zelfs 37,9 procent, terwijl het in Vlaanderen om 16 procent ging. Een week op vakantie gaan, bleek onmogelijk voor 22,4 procent van de Belgen. In Vlaanderen ging het om 15,5 procent, terwijl het percentage opliep tot 28 en 33 procent in respectievelijk Brussel en Wallonië. Ook bij de andere parameters keert dat onderscheid terug.

Eenoudergezinnen lopen traditioneel een groter armoederisico en dat komt ook uit deze enquête naar voren. Liefst 30,2 procent bevond zich in een toestand van materiële en sociale deprivatie. Concreet kon meer dan de helft zich geen onverwachte uitgaven veroorloven (53,5 procent). Ook een week buitenshuis vakantie nemen (46,2 procent), beschadigde of versleten meubels vervangen (39,6 procent), regelmatig deelnemen aan vrijetijdsactiviteiten (31,2 procent) en wekelijks een bedrag uitgeven voor persoonlijke behoeften (28,3 procent) bleken vaak onhaalbaar.

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

Beste van Plus

Lees meer

Meest Gelezen