De Croo geeft vergissing toe over aantal opgevangen Syriërs
De Croo was vorige week te gast in "De afspraak op vrijdag" op Canvas, samen met oud-journalist Walter Zinzen en Ruslandexperte Lien Verpoest. Zinzen uitte kritiek op de manier waarop sommige regeringspartijen omgaan met de vluchtelingencrisis. "Waar is het mededogen?", vroeg hij aan De Croo. Die legde Zinzen uit hoe de regering al concreet de Syrische vluchtelingen geholpen heeft.
De vicepremier beweerde dat België al 65.000 Syriërs heeft opgevangen en 120 miljoen euro investeerde in de regio. Op die uitspraak kwam hij nu terug in het parlement. Hij liet uitschijnen dat die 65.000 aanvragen allemaal door Syriërs ingediend waren. Hij benadrukt nu dat het ook gaat over onder meer Afghaanse en Irakese asielzoekers.
Bekijk hieronder het fragment uit het parlement, waarin De Croo toegeeft dat hij zich versproken heeft.
Sinds het uitbreken van de oorlog in 2011 ontving ons land 18.431 asielaanvragen van Syriërs. Dat weet Tine Van Valckenborgh van het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatslozen. "Daarvan kregen 10.372 Syriërs de vluchtelingenstatus toegekend en 4.206 subsidiaire bescherming." De voorwaarde voor een vluchtelingenstatus is aantonen dat je risico loopt op persoonlijke vervolging. Om in aanmerking te komen voor subsidiaire bescherming moet een asielzoeker bewijzen dat hij of zij in het land van herkomst risico loopt op ernstige schade, bijvoorbeeld door een oorlog.
Op Twitter schrijft politiek journalist en presentator van "De afspraak op vrijdag" Ivan De Vadder dat het De Croo "siert dat hij zijn 'vergissing' toegeeft".
Bekijk hieronder de discussie tussen Walter Zinzen en Alexander De Croo in "De afspraak op vrijdag".
235 miljoen euro aan humanitaire middelen
Minister De Croo benadrukt dat hij dit jaar in totaal 235 miljoen euro aan humanitaire middelen vrijgemaakt heeft, het hoogste bedrag ooit. Ruim de helft van die middelen gingen naar noodhulp in en rond Syrië.
Zo’n 65 miljoen euro van de Belgische humanitaire financiering werd gegeven aan het noodhulpfonds van de Verenigde Naties (OCHA), het Internationaal Rode Kruiscomité (ICRC) en rechtstreeks aan VN-agentschappen zoals de VN-vluchtelingenorganisatie (UNHCR), het Wereldvoedselprogramma (WFP), het VN-kinderrechtenfonds UNICEF en de VN-organisatie voor Palestijnse vluchtelingen (UNRWA).
Daarnaast kende ons land ook een bedrag van 58 miljoen euro toe aan de EU-vluchtelingenfaciliteit voor Turkije. Dat bedrag is bestemd voor onderwijs, huisvesting, integratie, taallessen en het bevorderen van sociaaleconomische kansen van vluchtelingen in Turkije.