Direct naar artikelinhoud
Deze grafieken laten zien waarom het coronavirus ons zorgen moet baren
CoronavirusVoor u uitgelegd

Deze grafieken laten zien waarom het coronavirus ons zorgen moet baren

Beeld GI

In een paar maanden tijd is de ziekte die we Covid-19 moeten noemen opgemarcheerd van obscure Chinese koorts tot wereldwijde pandemie die nu ook België platlegt. Vier kerninzichten over corona (en de bestrijding ervan), vervat in vijf grafieken.

1. De aanpak: platduwen en uitsmeren

1.	De aanpak: platduwen en uitsmeren
Beeld DM

Hoor experts praten over de uitbraak, en al snel vallen er termen als “het afvlakken van de curve” en “het uitsmeren van de uitbraak”. Allemaal verwijzingen naar deze grafiek, die de Amerikaanse wetenschapper Drew Harris vele jaren geleden tekende voor zijn studenten.

Die hoge bult, dat is de uitbraak zoals die zou verlopen zonder ingrijpen. Een steile toename van het aantal patiënten, dwars door het plafond van wat het zorgsysteem nog aankan. Dit is de situatie die men koste wat kost wil vermijden. Al bij meer dan 12.000 patiënten liggen de intensive cares vol en moeten de ziekenhuizen ‘pijnlijke keuzes’ maken, zoals het niet meer opnemen van de alleroudsten of terminale patiënten. Brrrr.

Volg de laatste ontwikkelingen in onze liveblog.

We zullen de uitbraak dus onder de lijn door moeten zien te wurmen. Door zo veel mogelijk ziektegevallen te voorkomen. Maar ook door de opmars van de ziekte te vertragen, zodat er in elk geval minder mensen tegelijkertijd ziek worden. “Deze doelen kunnen allemaal worden bereikt door in te zetten op één doel: de besmettingen verminderen”, schreef de Amerikaanse gezondheidsdienst CDC in 2007.

Uitwalsen dus, die bult. De deegroller erover. Vandaar de nadruk op sociale isolatie, hygiëne en het afzonderen van patiënten. Elke besmetting die we uitsparen of uitstellen is weer een klein duwtje tegen de bult.

Video wordt geladen...

2. De ziekte: maar weinig kinderen ziek

2.	De ziekte: maar weinig kinderen ziek
Beeld DM

En de scholen, die blijven open. Deels laten experts zich daarbij leiden door de leeftijdsopbouw van de patiënten tot dusver. Opvallend daarbij is het geringe aantal kinderen en tieners. Bij een analyse van 72.000 besmette Chinezen die Covid-19 kregen, was slechts 2,1 procent onder de 20. En ernstig ziek worden ze nauwelijksn.

Dat hoeft niet te betekenen dat kinderen een of andere mysterieuze biologische bescherming tegen de ziekte hebben. Bij een studie van 391 ziektegevallen in Shenzhen bleken kinderen in elk geval net zo bevattelijk voor de ziekte als volwassen. Maar waarschijnlijk hebben kinderen zo weinig ziekteverschijnselen, dat men ze eenvoudigweg over het hoofd ziet in de onderzoeken.

2.	De ziekte: maar weinig kinderen ziek
Beeld DM

De andere opvallende afwezige onder de patiënten zijn de ouderen. In de Chinese analyse bleek haast 80 procent tussen de 30 en de 70 jaar oud. Ouder dan 80 jaar was slechts een paar procent.

Dat is ergens wel logisch. Ouderen zijn er sowieso minder. Bovendien nemen ouderen minder actief deel aan het openbare leven. Daardoor komen ze minder met het virus in aanraking.

2.	De ziekte: maar weinig kinderen ziek
Beeld DM

3. De sterfte: vooral onder ouderen en zieken

Algemene oproep: beperk het bezoek aan ouderen en kwetsbaren. Ook daarvoor is er een uitstekende reden. De nieuwe coronakoorts is voor hen extreem gevaarlijk.

Dat blijkt in elk geval uit de gegevens tot dusver. Gemiddeld is de sterfte aan Covid-19 zo’n 1 tot 2 procent van de patiënten, al is dat cijfer nog zeer voorlopig. Maar die last is zeer scheef verdeeld: van de besmette twintigers en dertigers overlijdt amper een op de duizend, van de besmette 80-plussers overlijdt tot wel een op de zes.

Ook bij chronisch zieken is de sterfte flink verhoogd. Volgens een recente inventarisatie onder ruim 50.000 Chinezen: 13,2 procent sterfkans voor mensen met hart- en vaatziekten, 9,2 procent bij diabetici, 8,4 procent bij mensen met een hoge bloeddruk, 8 procent bij patiënten met een ademhalingsaandoening en 7,6 procent sterftekans bij kankerpatiënten.

Markant is ook het verschil in overlijdenskans tussen mannen en vrouwen die de ziekte krijgen: haast tweemaal zo hoog bij mannen (4,7 procent) als bij vrouwen (2,8 procent). Dat zal komen doordat de cijfers gebaseerd zijn op Chinese patiënten, vermoeden kenners, een land waar mannen meer roken en misschien langer wachten met naar de dokter gaan als ze klachten krijgen.

3.	De sterfte: vooral onder ouderen en zieken
Beeld DM

4. De pandemie: overal scherp stijgende lijnen

Alsof je van grote afstand kijkt naar een ruimtebasis waarvandaan zojuist een vloot raketten wordt gelanceerd, zo zien de oplopende ziektegevallen per land eruit. Kijk: daar gaan het verre Zuid-Korea en Iran, maar ook het nabije Italië. En daar, dat kleintje: dat is België. Een lijntje dat net zo steil oploopt als Italië in het begin.

Maar pas op, waarschuwt onder meer statisticus Casper Albers (Rijksuniversiteit Groningen). Het is een denkfout om te denken dat we dús Italië achterna gaan. “Italianen zijn misschien biologisch met ons vergelijkbaar, maar de maatschappij is dat niet”, zegt hij desgevraagd. Zo zijn er in Italië meer ouderen, woont men er anders, en verspreidt het virus zich er al langer binnenlands, terwijl het bij ons overwegend wordt meegebracht door reizigers.

Bij een uitbraak beginnen alle grafieken steil, en met een bochtje omhoog. Belangrijker is wat er daarna gebeurt: wanneer en hoe de grafiek afvlakt. Eigenlijk kan het hier nog alle kanten op gaan.

Kleine verschillen uit de beginsituatie kunnen dan enorm worden uitvergroot, zoals een frutseltje op een ballon uitgroeit tot een enorme vlek als je de ballon opblaast. Wat dat betreft geldt: hoe eerder maatregelen, hoe beter. Uit een onderzoek naar de grieppandemie van 1918 bleek dat de steden die vroeger waren begonnen met maatregelen om de besmetting in te perken, uiteindelijk minder dodelijke slachtoffers hadden te betreuren. Ergens toch een hoopvolle constatering.