Direct naar artikelinhoud
Lifestyle

Hier is de huilselfie: waarom je tranen online posten goed voor je is

Kunstenares Miette: 'We leren ons verdriet weg te stoppen met het perfecte plaatje. Ik wil dat taboe opheffen.'Beeld Therealmiette

Is het al eens in je opgekomen om, tijdens of vlak na een intense huilbui, een selfie te nemen? En die selfie dan ook te posten? Op Instagram zie je ze steeds vaker, de rode ogen plus pruilmondjes. Een visuele kreet om aandacht, of om hulp?

Ik stond helemaal alleen in een ­donkere ruimte met twee spots op mij gericht. De stemmen van twijfel in mijn hoofd maakten gebruik van de stilte, en voor ik het wist rolden de ­tranen over mijn wangen. Toch bleef ik op de afstandsbediening van mijn fototoestel klikken.” Het was geen standaard stijf portret dat Miette (19) produceerde toen ze op een namiddag voor een schoolopdracht naar de fotostudio trok. Toch behield ze het resultaat, een vierluik waarop je haar ziet breken en uiteindelijk ziet huilen. Foto’s die ze ook met haar volgers op Twitter deelde.

Miette: “Ik had al eerder eens een foto van mijn betraand gezicht op mijn Instagram Stories gezet. Daar heb ik ­minder volgers, maar ik kreeg toch ontzettend veel reacties van mensen die zich gesterkt voelden omdat ik me kwetsbaar had opgesteld. Daarom dat ik mijn zelfportretten uiteindelijk ook op Twitter heb gegooid. We leren ons verdriet weg te stoppen, om altijd het perfecte plaatje te laten zien. Ik wil dat taboe opheffen.”

Voyeuristisch

Miette is niet de enige jonge vrouwelijke kunstenaar die letterlijk de neus ophaalt voor de camera. De Franse Dora Moutot verzamelde maandenlang video’s van vrouwen die huilend voor hun computer zaten voor haar reeks Webcam Tears, geïnspireerd op 365 Days: A Catalogue of Tears van de Amerikaanse Laurel Nakadate, die zichzelf een jaar lang fotografeerde tijdens huilbuien. Wie de resultaten van hun werk ziet, wordt soms een tikje ongemakkelijk. Nakadate en Moutot tonen tranen op de meest brutale manier, inclusief opgeblazen ogen, rode vlekken en snot. Het zijn beelden waar je van weg moet kijken, omdat het lijkt alsof ze per ongeluk in je timeline zijn beland, alsof je iets ziet dat niet voor jou bestemd is, een puur en uiterst intiem, haast dierlijk moment.

Want hoe voyeuristisch het voelt om te zien, zo bevrijdend het kan zijn om te doen, zegt ook de Nederlandse Melanie Bonajo, die met haar project Anti-Selfie zichzelf (onder andere) ­tijdens een huilbui voor de lens zet. “Ik ben begonnen met deze foto’s te nemen om mezelf buiten de situatie van verdriet te plaatsen”, aldus Bonajo aan i-D Magazine. “Op het moment dat je de camera op jezelf richt, haal je jezelf uit het moment en bekijk je de situatie vanuit het perspectief van de observator.”

Moutot herkent dit sentiment. “Wanneer je live naar je gezicht kijkt terwijl er tranen over je wangen rollen is dat een heel bevreemdende ervaring, alsof je uit je lichaam treedt. Het neemt de pijn ook weg, bij mij toch alleszins.”

Het is een bekend fenomeen: als je kan communiceren over hoe je je voelt, dan deel je het gewicht van die gevoelens met anderen, waardoor het geheel minder zwaar wordt. In de ­psychologie heet dit ‘affect labeling’ en het is een manier om emoties te reguleren. Met andere woorden: praten werkt, en beeldtaal is onoverkomelijk in dit digitale tijdperk. Waar we vroeger een berichtje zouden sturen ‘dat het niet zo goed gaat’, zetten we nu een meme of een foto op onze timeline die hint naar het feit dat we ons niet helemaal kiplekker voelen. Dat mag vreemd lijken voor zij die niet zijn opgegroeid met het internet, maar voor jongeren zijn sociale media primaire drijfveren om te overleven en verbinding te zoeken, schrijft ook cyberpsychologe Mary Aiken in haar boek The Cyber Effect.

Modern dagboek

Want je verdriet tonen is lang niet beperkt tot de kunstwereld. Wie vandaag de dag door een Instagram-timeline struint, komt bijna onvermijdelijk een betraand gezicht, een depressieve meme of een breakdown onder de hashtag realtalk tegen, een schril ­contrast met de perfecte plaatjes van vakanties, nailart en zorgvuldig samengestelde outfits die vroeger het medium leken te domineren. Dat is niet omdat we met z’n allen droeviger zijn geworden, maar wel omdat de functie van onze social tools veranderd is.

“Je merkt dat visuele sociale media als Instagram dienstdoen als een soort moderne dagboeken”, zegt professor mediapsychologie aan de UGent Koen Ponnet. “Dat hoeft niet verkeerd te zijn. Onderzoek heeft uitgewezen dat passief kijken naar sociale media ons vaak slechter doet voelen over ­onszelf, maar dat actief posten je net beter kan doen voelen. En dat heeft een impact op de manier waarop we met die media omgaan. Een aantal jaar geleden maakten we eerst iets mee en postten we het daarna ­gecureerd en gecontroleerd online, terwijl we nu ongefilterd onze gevoelens en gebeurtenissen delen en daar dan al dan niet erkenning voor krijgen.” Volgens Ponnet hangt die erkenning nauw samen met hoe authentiek onze ­content overkomt.

Laurentine Van Landeghem (27) is bezielster van het modelabel Clouds of Fashion en auteur van het boek From Blog to Brand. Zij heeft het al langer begrepen. Op haar eigen kanalen toont de influencer zichzelf van haar meest ontwapenende kant, met acne of met betraande ogen. “Ik gaf mezelf sowieso al bloot in de captions, maar sinds ik met vloggen begonnen ben, is het een stapje verder gegaan. Ik behandel die camera effectief als mijn dagboek. Toen ik over een emotioneel moment aan het vertellen was, begon ik plots te huilen. Ik had dat er toen ook uit kunnen knippen en opnieuw kunnen beginnen, maar dan kan je evengoed alles beginnen te scripten. Achteraf krimp ik weleens in elkaar wanneer ik vlogs herbekijk, maar dat heb ik ook met fragmenten waarin ik bijzonder vrolijk en uitgelaten ben. Pure, onversneden emotie tonen is een van de krachtigste, maar ook kwetsbaarste dingen die je kan doen.”

Die drang naar authenticiteit is ook wat Lucinde (21) en Stephanie (31) aanspoort om zichzelf niet te verbloemen voor de wereld. “Ik wil daarmee niet per se krachtig zijn, of mooi, maar ik wil gewoon laten zien dat het leven lastig is voor iedereen, ongeacht wat voor jaloersmakende dingen je tegenkomt op sociale media”, aldus Stephanie. “Ik schaam mij niet voor mijn tranen”, zegt Lucinde. “Ik ben een emotioneel persoon en mijn gezicht is een open boek. Waarom zou ik dat proberen te verstoppen?”

‘Aandachtshoer’

Maar hoe moeten we de vele huil­selfies die in onze feed voorbijflitsen dan benaderen? Zijn ze onderdeel van een kunstproject, is het louter een manier om stoom af te laten of zijn ze een echo van een hulpkreet waar geen woorden voor gevonden worden?

“Ik weet eigenlijk niet wat ik wil als ik zoiets op mijn sociale media plaats”, zegt Joppe (22). “Wanneer ik een reactie krijg op zo’n foto, dan wimpel ik die ook af. De manier waarop ik die selfies deel, zegt ook veel, meestal doe ik er ook lacherig om en maak ik haast een meme van mezelf. Ergens zal het wel een schreeuw om aandacht zijn, hoor. Ik wil mijn emoties wel delen, maar ik weet niet hoe. Ik post zulke dingen ook enkel op mijn finsta (privé-account voor beste vrienden, KS) omdat ik merk dat ik het perfecte plaatje van mijn gewone account niet kan loslaten.

“Maar omdat je ernaar vraagt, heb ik toch eens een foto op mijn gewone account geplaatst. Ik ben wel geschrokken van wat voor impact dat heeft – sommige mensen vroegen op Whatsapp zelfs of ze langs moesten ­komen. Dat helpt eigenlijk wel.”

Anonieme huilselfies op Instagram.Beeld ©tear_net

Want hoe empowering het ook mag zijn om jezelf emotioneel bloot te geven aan de wereld, het maakt je ook een makkelijk doelwit voor slechte commentaar, waarschuwt professor Ponnet. “Wanneer je dan werkelijk in the moment je verdriet deelt, kan het weleens zijn dat het online plaatsen van zulke content je net dieper duwt, zeker als je eigenlijk positieve of troostende reacties had verwacht.”

“Meestal zeggen mensen dat ze zich gesterkt voelen of dat het herkenbaar is, maar natuurlijk krijg ik soms ook negatieve reacties op een emotioneel bericht”, vertelt Van Landeghem. “Die eerste huilvideo is zowat elke Whatsapp-groep in mijn thuisstad Sint-Niklaas rondgegaan. Ik werd labiel genoemd, of een aandachtshoer. Ik vind het frappant dat zo veel mensen sociale media fake noemen, maar wanneer iemand lief én leed deelt, is het ook weer niet goed. Heel wat mensen kunnen nu eenmaal niet om met hun eigen gevoelens, laat staan met die van een ‘vreemde’.”

Jean Twenge, psycholoog en auteur van het boek iGen: The 10 Trends Shaping Today’s Young People — and the Nation vindt het daarom ook een hoofdprioriteit dat we het stigma rond het delen van onze emoties en mentale gezondheid aanpakken. Ze schrijft dat de mogelijkheden tot zelfexpressie die sociale media ons bieden daar een grote rol in kunnen spelen. Dat is onder andere ook wat Wesley (39) wou doen toen hij een betraande selfie op zijn Instagram plaatste na het overlijden van een vriend. “Ik toon vaak mijn gevoelens op sociale media. Meestal ben ik gelukkig, maar soms heb ik eens een mindere dag en ben ik niet bang om dat te laten zien. Ik vind het belangrijk dat mijn opgroeiende dochters zien dat papa’s ook gevoelens hebben.”

Herinnering voor later

Maar soms schuilt de kracht ook in het niet-tonen. Toen de Amerikaanse Cassidy Kean door de foto’s op haar telefoon scrolde, merkte ze dat ze wel héél veel foto’s had van zichzelf terwijl ze aan het huilen was. “Ik vroeg me af hoeveel mensen dat eigenlijk deden. Was ik de enige die foto’s van zichzelf nam op zo’n momenten?” Het was de inspiratie voor de Instagram-account @tear_net, al zegt Kean dat de foto’s vooral voor zichzelf bedoeld zijn. “Het is een intiem proces waar je achteraf op kan terugkijken en je kan herinneren hoe je dat moment beleefd en overleefd hebt”, aldus Kean aan i-D.

Het blijkt een veelgebruikte strategie. Maarten (35) nam een selfie toen hij in een scheiding snikkend de kat moest afstaan, Marie (34) wilde geen moment van de eerste dagen na de bevalling vergeten en Melissa (29) heeft nog steeds de betraande selfie die ze nam nadat ze haar redders van de aanslag op Zaventem terug had gezien. “Ik heb een foto van mezelf op mijn gsm, genomen toen ik echt op mijn dieptepunt zat”, vertelt Babette (30). “Ik had al dagen gehuild, niks gegeten, amper geslapen. Ik zag er niet uit: dikke rode ogen, lijkbleek, ingevallen gezicht, haren vettig en een bovenlip die naadloos overging in mijn rode neus. Ik keek mezelf aan in de spiegel en dacht: ik moet een foto maken. Voor mezelf. Want ik stá er wel nog. Ook als een soort herinnering voor later. Zó diep zat je. Zorg ervoor dat je nooit meer zo diep komt. Maar áls je ooit zo diep komt en je kunt naar die foto terugkijken, dan betekent dat dat je het hebt overleefd. En dat wil dan weer zeggen dat je ook dat nieuwe dal wel weer zal over­leven.”

Huilselfies zijn dus meer dan de dramatische kreet om aandacht die ze op het eerste zicht lijken. Wie een foto van zichzelf op een kwetsbaar moment bezit, heeft een krachtig wapen in handen om zichzelf én anderen sterker en minder alleen te laten voelen. In 2009 schreef dichteres Maggie Nelson in haar onvolprezen bundel Bluets: ‘We sometimes weep in front of a mirror, not to inflame ­self-pity, but because we want to feel ­witnessed in our despair.’