Direct naar artikelinhoud
InterviewDe vragen van Proust

Margriet Hermans: ‘Eén keer heb ik zelfmoord willen plegen’

Margriet Hermans: 'Als je denkt dat politiek bedrijven poen scheppen is, doe het dan zelf, hè.'Beeld Stefaan Temmerman

Schrijver Marcel Proust beantwoordde ze ooit in een vriendenboekje, nu geeft De Morgen er een eigenzinnige draai aan. Zevenentwintig directe vragen, evenveel openhartige antwoorden. Deze week: zangeres en voormalig politica Margriet Hermans (65). Wie is zij in het diepst van haar gedachten?

en

Luister hier naar De vragen van Proust met Margriet Hermans:

Video wordt geladen...

1. Hoe oud voelt u zich?

“Fysiek voel ik mij soms wel wat oud. Maar hier: (wijst naar brein) onstuitbaar. Ja ja, dat is ongelooflijk, mijn geest staat niet stil. Constant ben ik nog op zoek naar nieuwe inspiratie. Bezig met van alles, te gek voor woorden eigenlijk, maar ik voel wel dat mijn lichaam mijn geest niet meer volgt. In mijn fantasie zie ik mezelf nog met de fiets van Turnhout naar zee rijden, maar ik denk niet dat ik dat nog haal.”

2. Wat is een kenmerkende eigenschap van uzelf?

“Ik heb geen geduld. Als het te lang duurt, denk ik: neen, forget it, stop ermee. Ook in het verkeer. Als ik lang in de file sta, zit ik me zo op te fokken dat ik totaal over m’n toeren thuiskom. (zucht) Belachelijk hè, want je bent al die energie kwijt voor niets.”

Nood aan een gesprek?

Praten helpt, dat kan bij Tele-Onthaal: bel 106 of ga naar de website tele-onthaal.be.

Wie met vragen zit over zelfdoding, kan terecht bij de Zelfmoordlijn op het gratis nummer 1813 en op de website zelfmoord1813.be.

3. Waar hebt u spijt van?

“Dat ik niet meer in de politiek zit. Ik heb dat heel graag gedaan, ook al is het een vergiftigde wereld. Wie in Vlaanderen in de politiek gaat, wordt vermoord. Je wordt constant belachelijk gemaakt en krijgt altijd diezelfde zever te horen: ‘Het zijn allemaal poenpakkers.’ Als je denkt dat politiek bedrijven poen scheppen is, doe het dan zelf, hè. Het is een hel, dat kan ik je verzekeren. Je wordt door iedereen geviseerd, alles wordt je kwalijk genomen. Vandaar mijn respect voor veel politici.”

4. Wat is uw passie?

“Onze planeet, de natuur en de mens daarin. Eigenlijk had ik biologie willen studeren.”

‘In plaats van kindergeld te betalen zou de overheid beter zeggen: wie meer dan drie kinderen heeft, krijgt geen kindergeld meer.’Beeld Stefaan Temmerman

5. Is het leven voor u een cadeau?

“Het leven is geen cadeau. Het is een opdracht, zeg ik altijd, maar het kan een tijdje duren voor je dat doorhebt. Soms veel te laat, maar goed.

“Zelf zag ik dat pas in op mijn dertigste, nadat ik uit een heel zware depressie was gekomen. Ik had mezelf weggecijferd. Als vrouw heb je de neiging om je ten dienste te stellen van anderen: van je partner, van je ouders, van je kinderen. Op den duur raak je daardoor gegijzeld. Op mijn dertigste werd het duidelijk dat ik dat niet meer wilde.

“Ik was niet rijp voor mezelf, laat staan voor een man en een kind. Door die identiteitscrisis ben ik gaan beseffen wat het leven mij te bieden heeft. Want het leven heeft veel te bieden, maar je moet de kans krijgen om er iets mee te doen én die kans willen grijpen. Soms kies je voor het zekere. Dat is normaal, denk ik, maar zekerheid kan je ook heel ongelukkig maken. Tegen je zin elke dag gaan lesgeven, of de dagen aftellen tot je pensioen, komaan, dat is toch niet gezond?

“Ik stond toen zelf in het onderwijs. Als ik de klas binnenkwam begon ik te bibberen als een rietplantje. Ik was ziek maar een depressie werd toen absoluut niet erkend. Dat was allemaal plantrekkerij. Ik dacht dat ik een hersentumor had. Ik had fobieën en deed niets anders dan eten om mij beter te voelen. Maar daarna voelde ik mij nog slechter.

“Gelukkig had ik een slimme dokter die mij de raad gaf om opnieuw te gaan studeren. Ik moest af van mijn lage zelfbeeld. ‘Margrietje, je bent een intelligente vrouw’, zei hij. ‘Je moet jezelf bewijzen dat je iets waard bent. Je moet je leven hier loslaten.’ Niet evident, want ik woonde alleen en had niet veel geld.

'Als je smoorverliefd bent, ben je waanzinnig, toch?'Beeld Stefaan Temmerman

“Uiteindelijk ben ik met een tent naar Spanje getrokken om een jaar Spaans te gaan studeren. Ik was daar al snel een van de topstudenten. ’s Avonds voor mijn tentje leerde ik twintig zinnen van buiten. Dag na dag kon ik mij vlotter uitdrukken, waardoor ik mijn zelfvertrouwen terugwon en nieuwe vrienden maakte. De wereld lag daar aan mijn voeten. Ik zat op een internationale school met kinderen van rijke mensen die op chique appartementen in Madrid verbleven. Toen ze mij vroegen waar ik woonde antwoordde ik: ‘Op de camping.’ Wow. Stomme verbazing. Maar op den duur zaten al die studenten op de camping. (lacht) Want er was een zwembad en er waaide altijd een frisse wind.

“Ik heb daar de catharsis van mijn leven meegemaakt. Toen ik terugkwam was ik een andere vrouw. Ik was mijn job op school kwijt, maar dat is mijn redding geweest. Plots ging het me allemaal voor de wind. Ik kwam in de showbizz terecht. Radio, tv, het ging allemaal ontzettend snel. Ik kwam ergens één keer, en ze vergaten mij nooit meer. ‘Ah, die dikke.’ (lacht) Maakte niet uit, ik was wel wat gewend, ook als kind was ik al dik. Met mijn uiterlijk was ik eigenlijk de antivedette tussen al die slanke dennen. Maar dat bleek toch te werken.”

6. Hoe was de band met uw ouders?

“Ik kom uit een veilig nest, maar met weinig tijd voor de kinderen. We hebben nooit iets tekort gehad en hadden veel vrijheid thuis, dus dat was een geluk. Wij mochten alles omdat mijn ouders erop rekenden dat we ons verstand gebruikten. En dat deden wij meestal ook. Ik ben wel een paar keer recht van de kroeg de klas binnengestapt, maar dat hebben mijn ouders nooit geweten.

“Mijn vader was bakker en werkte ’s nachts. Mijn moeder stond in de winkel. En wij mochten om beurten meehelpen. O, ik deed dat graag, in de winkel staan. Je leert daar mondig en sociaal zijn. En hulpvaardig. ‘Kan ik u helpen?’ Als je dat als kind honderden keren zegt, ga je je ook zo gedragen. In mijn geval misschien zelfs extreem, want later ben ik in een depressie gesukkeld door mezelf altijd maar weg te cijferen.

'Mijn broers begrijpen nog altijd niet waarom ik destijds niets over mijn depressie verteld heb.'Beeld Stefaan Temmerman

“Als puber had ik alle dagen ambras met mijn vader. Werkelijk over van alles. En mijn moeder walste daar steeds tussen want ze verkondigde nooit haar mening, ken je dat? Mijn vader was een leeuw, zeer categoriek. Hij hield ervan om mij op stang te jagen, en ik trapte daar met mijn beide voeten in. Maar ondanks de knallende ruzies heb ik toch veel van hem opgestoken, want hij was wel een wijs man. En eigenlijk lijk ik sterk op hem qua karakter. Mijn man zegt dikwijls: ‘Gij zijt een replica van uw vader.’”

7. Hoe zou u willen sterven?

“Ik ben niet bang om te sterven, maar het is nog een beetje te vroeg. Maar als je wat ouder wordt en je lichaam takelt af, moet het mogelijk zijn om te zeggen: nu heb ik het gehad. In je laatste uren moet je toch niet meer afzien?

“Mijn laatste avondmaal? Ik denk vooral dat het gezelschap belangrijk zal zijn. Ik zou omringd willen zijn door de mensen die ik graag zie en die mij graag zien. Wat familie en die paar vrienden die je op één hand kunt tellen. Ik heb een paar heel waardevolle mensen in mijn leven leren kennen en ik hoop dat zij erbij zijn. Wat er gegeten wordt is dan van geen tel. Wel zou ik nog eens goed willen kunnen babbelen en dan samen met hen loslaten.”

8. Wat zou u nog willen doen voor het te laat is?

“Ik zou een scenario willen schrijven voor een reeks over Jan Frans Willems (1793-1846, Vlaams schrijver en vader van de Vlaamse Beweging, red.), naar wie het Willemsfonds vernoemd is. Want wie kent die man nog, die de Oostenrijkers, Napoleon II, Willem van Oranje en de onafhankelijkheid van België heeft meegemaakt? Wie weet nog dat hij er heel hard voor gevochten heeft om het Nederlands hier te behouden?

“Daarom wil ik dat zijn filosofie niet verloren gaat. En een reeks of een film kan daarbij helpen. Denk aan priester Daens. Sinds de film, en intussen ook de musical, weet iedereen wat die man heeft betekend.”

'Ik ben altijd een grote fan geweest van Franciscus van Assisi.'Beeld Stefaan Temmerman

9. Welke geluksscore geeft u zichzelf?

“Mijn geluk hangt nauw samen met dat van mijn dochter. Als je kinderen gelukkig zijn, ben je zelf ook gelukkig. Dus nu ligt mijn geluksscore misschien wat lager, omdat ons Celien (Margriets dochter, red.) wat problemen heeft, maar doorgaans geef ik mezelf toch een 8 à 9 op 10. Zolang mijn gezondheid en mijn lichaam meezitten, ben ik een heel gelukkige madam. Ik hou van reizen, van mensen, van ontdekken, van lezen. Ik ben verslaafd aan De Morgen. (lacht) Echt waar.”

10. Welke kleine gebeurtenis kan u blij maken?

“Een aanvraag voor een optreden. ‘Margriet, we hebben een feestje, kom je niet optreden?’, zo’n vraag maakt me blij. Ik doe dat zo graag: wat zingen en het publiek wat plagen. Zalig.”

11. Wat is uw zwakte?

“Mijn fysiek. Ik heb mijn lichaam slecht onderhouden, maar ik recupereer gelukkig nog tamelijk snel.”

12. Wat is uw grootste angst?

“Eenzaamheid, denk ik. Ik kan heel goed alleen zijn, dagen aan een stuk, zonder probleem, maar het gevoel opgesloten te zitten in mezelf zou ik echt nooit meer willen meemaken.

“Psychisch lijden is heel erg. Eén keer heb ik zelfmoord willen plegen, maar eigenlijk wilde ik niet dood, ik wilde van die demonen af. Mijn broers begrijpen nog altijd niet waarom ik destijds niets over mijn depressie verteld heb. Maar je moet daar alléén doorheen. Je familie kan je niet helpen. Ze kunnen niet in je hoofd kruipen. Je kunt je alleen laten helpen door professionelen.”

13. Wanneer hebt u het laatst gehuild?

“Och, gisteren nog, denk ik. Ja. Ik huil gemakkelijk maar het is ook rap weg. Ik ben een emotioneel iemand. Ik lach veel, maar ik huil ook veel. Vaak uit onmacht of frustratie wanneer ik iemand uit zijn problemen wil helpen en het lukt mij niet.”

'Wat ik erotisch vind? Als mijn echtgenoot plat West-Vlaams spreekt!'Beeld Stefaan Temmerman

14. Bent u ooit door het lint gegaan?

“Als volwassene nog nooit. Maar als kind natuurlijk wel. Ik herinner me nog dat ik in de kleuterklas zat en dat ik een groepje kinderen hoorde fluisteren: ‘Kom, we gaan die Hermans eens bijperen.’ Ze hadden het gemunt op mijn jongere broertje, een fijne, gevoelige jongen. Rik, zei ik, als ze eraan komen, roep mij! Want ik was heel sterk. Toen ze mij zagen afkomen stoven ze uit elkaar. ‘Pas op, daar is die zuster!’ (hilariteit) Ik kon het niet aan dat ze zwakke mensen aanvielen. En kan het nog altijd niet verdragen.”

15. Welk boek zou u iedereen aanraden?

“Een boek dat mij erg heeft geraakt, is Woesten van Kris Van Steenberge. Het speelt zich af vlak voor de Eerste Wereldoorlog en vertelt het verhaal van een arts die in het huwelijk treedt met een braaf meisje. Ze krijgen een tweeling: de eerstgeborene een bloem van een kind, het tweede volledig mismaakt. De arts voelt zich mislukt als vader en weigert het tweede kind te erkennen, dat verder door het leven gaat als Nameloos. Verschrikkelijk. Valentijn en Nameloos.”

16. Hebt u ooit een religieuze ervaring gehad?

“Ja. Ik ben niet gelovig, maar religieus ben ik wel. Ik denk elke mens, hè. We hebben allemaal ervaringen die gelukkig verder reiken dan het puur fysieke.

“Ik ben altijd een grote fan geweest van Franciscus van Assisi. Waarom? Omdat hij een soort prototype van de hippie was. Hij kwam uit een rijk gezin van lakenhandelaren maar wilde meer diepgang in zijn leven en ging in een kloostertje in de bergen wonen. Toen ik 18 was gingen we met school op Italiëreis. Op een bloedhete dag waren we in dat vervallen heiligdom. Ik stond op een balkonnetje en dacht: hier stond Franciscus te praten met de vogels en de dieren. En ineens begon het te sneeuwen. Terwijl de zon genadeloos scheen. Onbegrijpelijk. Dat moment zal ik nooit vergeten.”

17. Hoe voelt u zich in uw lichaam?

“Ik zou graag 120 jaar worden, maar dat zal niet meer lukken hè. En die dokter Le Compte (1929-2008, red.) bestaat ook niet meer. (lacht) Hij zou 100 jaar worden zei hij, het is niet gelukt. Soms zou ik willen dat ik een jonger lichaam had, om te kunnen volgen wat zich hier allemaal in mijn hoofd afspeelt. Maar ja, ik zal het ermee moeten doen. Wel luister ik iets sneller naar mijn lichaam. Ik wil kunnen ingrijpen wanneer er iets fout zit.”

Nood aan een gesprek?
Beeld Stefaan Temmerman

18. Wat vindt u erotisch?

“Als mijn echtgenoot plat West-Vlaams spreekt. (proest het uit) Ik zeg soms (met zwoele stem): ‘Schatje, spreek West-Vlaams met mij’. Het is ook een beetje een running joke tussen ons twee. Lang geleden heb ik ooit gezegd: als ik ooit trouw, zal het met een West-Vlaming zijn. En het is nog waar ook.

“Wanneer ik hem leren kennen heb? Het jaar nadat Celien geboren is. Hij heeft net achter het net gevist. Besef je wel dat je verliefd bent op een moeder, vroeg ik hem. (lacht)

“We zijn dit jaar twintig jaar getrouwd en ik ben nog altijd even verliefd op hem en hij op mij. Heerlijk toch.”

19. Bent u een goede vriend?

“Dit is een van mijn slechte eigenschappen: ik ben heel slecht in het onderhouden van vriendschappen. Van mij gaan mijn vrienden niet gemakkelijk een telefoontje krijgen. Als zij het niet doen, horen ze van mij niks. Raar hè. En nochtans hou ik ervan dat ze mij contacteren.”

20. Hoe definieert u liefde?

“Als allesomvattend. Bij jonge mensen zie ik liefde snel omslaan in haat. De een doet iets wat volgens de ander niet kan en direct wordt dat beantwoord met agressie. Dat is geen echte liefde. Bij echte liefde heb je veel over voor elkaar.”

21. Hoe hebt u uw eerste liefde ervaren?

“Ik was 19 jaar en was verliefd op een flierefluiter. Tot grote paniek van mijn ouders want ik lapte alle regels aan mijn laars. Ik kwam bijna niet meer thuis, ik broste, mijn punten verwaterden. Op school snapten ze er niets van, thuis zeiden ze: die vrijer brengt haar op het slechte pad. Maar er viel niets tegen te beginnen want als je smoorverliefd bent, ben je waanzinnig, toch?”

22. U belandt in de gevangenis, wat zou de reden kunnen zijn?

“Ik denk dat het dronken achter het stuur zal zijn. Al die recepties waar ik naartoe moet. (lacht) En mijn echtgenoot wil nooit rijden, omdat hij niet goed meer ziet.”

23. Wat is uw goorste fantasie?

“In mijn fantasie gebeurt het weleens dat ik zo koleirig ben dat ik mensen op hun bakkes sla. Vraag nu geen namen, want ze zijn nog in leven. En ze zijn bekend, ja.”

24. Waarover bent u de laatste tijd anders gaan nadenken?

“Ik heb het vroeger al eens gezegd en nu wordt het almaar duidelijker: dat we met veel te veel mensen op de wereld zijn. In plaats van kindergeld te betalen zou de overheid beter zeggen: wie meer dan drie kinderen heeft, krijgt geen kindergeld meer. Wij betalen mensen om kinderen te kopen. Is dat niet immoreel? Waar bemoeien wij ons eigenlijk mee? Kinderen die in de miserie zitten, die moet je helpen, dat spreekt voor zich. Iedereen moet aan boord blijven. Maar mensen aansporen om nog meer kinderen te maken. Degoutant vind ik.”

Nood aan een gesprek?
Beeld Stefaan Temmerman

25. Is de mensheid op de goede of de slechte weg?

“Ik geloof niet in ‘de’ mens. Daarin ben ik heel liberaal. Elke mens is anders en elke mens zoekt zijn eigen ruimte. ‘De’ moslim bestaat niet, ‘de’ katholiek ook niet. Zet zestien katholieken samen, dat zijn zestien verschillende mensen. Ik ben op dat gebied vrij individueel gericht en zolang de mensheid elk individu de kans geeft om zich te ontplooien naargelang zijn capaciteiten en zijn wil, dan vind ik dat we gelukkige mensen zijn en dan vind ik dat we als maatschappij goed bezig zijn. 

“Maar er zijn gevaarlijke individuen die die verworven vrijheden aan banden proberen te leggen en daar nog sympathie mee oogsten ook. Denk aan Polen waar in bepaalde regio’s homo’s geweerd worden. Waar zijn we mee bezig? Als ouder van een homoseksueel kind wil je toch alleen maar dat je zoon of dochter gelukkig is? Ik heb zelf ooit ook een relatie gehad met een vrouw en toen ik dat aan mijn moeder vertelde schrok ze niet eens. (lacht) Ze had zelf op school een non gehad die verliefd was op haar. Zodra zo’n taboe bespreekbaar wordt, ben je als samenleving op de goede weg. Maar je moet eraan blijven werken, elke dag opnieuw. Want in de verrechtsing schuilt er wel degelijk een gevaar.”

26­. Welke gebeurtenis uit uw leven zou een goed filmscenario opleveren?

“Welke gebeurtenis? Begin dan al maar met mijn geboorte. (lacht) Goh. Er zijn er zoveel. Want ik heb ook niet stilgezeten hè. Ik ben op heel veel plaatsen geweest en heb niet dikwijls neen gezegd in mijn leven, behalve als er gevaar bij kwam kijken. Het is niet dat er bepaalde dingen zijn die ik niet wil vertellen, maar ik moet wel voorzichtig zijn want ik wil geen andere mensen compromitteren. Maar laten we zeggen dat ik een goedgevuld leven heb gehad.”

27. Wat is de titel van uw biografie?

“Ah, ik heb er al een geschreven, Vele levens (2009, red.), maar ze is natuurlijk al achterhaald. Ik heb ondertussen nóg vele levens meegemaakt. (lacht)”