De Amerikaanse Dow Jones-index eindigde maandag 13 procent in het rood. Dat in scherpe tegenstelling tot vrijdag, toen hij de sterkste stijging sinds 2008 meemaakte.

Het coronavirus covid-19 blijft op de beurzen wegen. De Dow Jones kende maandag zijn tweede slechtste dag ooit. Hij verloor 13 procent. Zijn slechtste dag was ‘Black Monday’ in 1987, toen de wereldwijde beurzen crashten.

De grote boosdoener was deze keer de boodschap van Amerikaans president Trump dat het ergste van de uitbraak nog tot augustus kan duren. Hij liet daarbij meteen weten dat de VS in een recessie ‘zou kunnen’ belanden. Een recessie is twee opeenvolgende kwartalen van negatieve groei.

Circuit breaker

Meteen na die mededeling begonnen de beurzen te dalen. Maar eerder moest de Dow Jones al 15 minuten stilgelegd worden. Het wordt een wekelijkse gewoonte. Opnieuw moest een zogenaamde circuit breaker worden geïnstalleerd omdat de beurs meteen na de opening 8 procent zakte. Het is al de derde week in drie weken tijd dat dit gebeurt.

De ongeziene renteverlaging van de Amerikaanse centrale bank heeft dus duidelijk niet geholpen om de beurzen weer in het groen te krijgen. Vrijdag had de Dow Jones zijn beste dag sinds 2008, vandaag was het weer naar af. De index staat nu 28 procent lager dan zijn laatste hoogtepunt. Dat betekent dat hij nog steeds in een berenmarkt zit, een periode waarin de verliezen zich opstapelen.

De slechtst presterende aandelen waren banken en technologie. Luchtvaartmaatschappijen deden het net iets beter nadat Trump liet weten dat hij ze zou ‘ruggensteunen’. Ze vragen 50 miljard aan overheidsgeld.