Direct naar artikelinhoud
ReportageCoronavirus

Dramatische toestand in Italiaanse stad Bergamo: ‘Er is geen ruimte meer voor lijken’

Dragers wachten op hun beurt, buiten een begraafplaats in Bergamo.Beeld AP

Bergamo is een spookstad, waar continu de doodsklokken luiden. Nabestaanden mogen ook na de dood van hun familielid niet in de buurt van het lichaam komen. Wie sterft aan corona, is zelfs na de dood eenzaam in Noord-Italië. ‘Deze epidemie vermoordt je twee keer.’

Ilaria Bonfanti zette dit weekend haar tablet aan om via een internetverbinding afscheid te nemen van haar stervende oma. Hoewel ze vlakbij overleed, was het vanwege besmettingsgevaar van het coronavirus onmogelijk haar grootmoeder op te zoeken, waardoor de laatste woorden tot haar kwamen via een beeldscherm, bovendien gesmoord door het verplichte mondkapje.

Bonfanti woont in Bergamo, een stad in Noord-Italië die qua inwoneraantal vergelijkbaar is met Roeselare, maar die met inmiddels vierduizend besmettingen de zwaarst getroffen plek is van Europa. Wanneer haar oma begraven wordt, is nog onzeker. In Bergamo sterven zo veel mensen dat de mortuaria vol liggen, ook al wordt er ieder half uur iemand begraven en draait de crematieoven momenteel 24 uur per dag.

‘Dramatische situatie’

“De situatie in Bergamo is dramatisch”, vertelt ambulancechauffeur Andrea telefonisch tussen twee diensten door. “In ziekenhuizen draait iedereen – verpleegsters, artsen, ambulancepersoneel – diensten van tien tot twaalf uur. Er zijn geen maskers meer, geen ademhalingstoestellen of reanimatieplaatsen. Alles is vol. Bovendien zijn heel veel artsen zelf ook besmet.”

Dinsdagavond bleek inderdaad dat van de in totaal 31.000 Italianen die inmiddels positief zijn getest op het coronavirus, ruim 8 procent in de gezondheidszorg werkt. Ook een van Andrea’s collega’s stierf afgelopen zaterdag aan covid-19, op 46-jarige leeftijd.

Begrafenisondernemers in beschermende kleding verplaatsen een kist bij een begraafplaats in Bergamo.Beeld AFP

Macaber logistiek probleem

Het gevolg: een enorm personeelstekort tijdens de grootste medische noodsituatie sinds de Tweede Wereldoorlog. Hoewel defensie maandag besloot 27 extra legerartsen naar Bergamo te sturen en er dagelijks militaire vluchten met patiënten aan boord naar Zuid-Italië vertrekken, treedt er nog altijd een macaber logistiek probleem op in de stad.

“Er is geen ruimte meer voor lijken”, zegt ambulancebroeder Andrea. Hij en zijn collega’s rijden daarom niet alleen kriskras door de stad om patiënten naar het ziekenhuis te brengen, maar ook om overledenen er weer vandaan te halen. Dagelijks overlijden tussen de vijftig en zestig patiënten aan het coronavirus in Bergamo – gemiddeld één per half uur.

Niet voor niets schaalde de lokale krant L’Eco di Bergamo het aantal pagina’s met overlijdensadvertenties op van anderhalf naar tien pagina’s per dag. In het nabijgelegen dorp Zogno besloot de priester het gebruikelijke gebeier van zijn kerkklokken, dat hoort bij begrafenissen, terug te schroeven tot eenmaal daags. Anders zouden de klokken de hele dag luiden.

Wachttijd voor begrafenissen

Ook de begraafplaatsen en het crematorium kunnen de toevoer niet aan – ‘één crematoriumoven is niet langer genoeg’, aldus de noodkreet van burgemeester Giorgio Gori een paar dagen geleden op tv. Daardoor hebben nabestaanden momenteel te maken met een wachttijd van ongeveer vijf dagen voordat het lichaam van hun geliefde te ruste kan worden gelegd. Omdat daardoor ook alle mortuaria in de stad inmiddels vol liggen, besloot burgemeester Gori de overige lichamen voorlopig op te slaan in de kerken.

“Ik woon boven een kerk en ongeveer elke vijftien minuten hoor ik de kerkklokken vanwege een nieuwe begrafenis”, zegt Claudia Veenstra, een Italiaanse lerares die belt terwijl ze voor de eerste keer in vijf dagen buiten komt. Al na anderhalve minuut moet ze even ophangen omdat de politie haar vraagt wat ze daar eigenlijk doet.

“Het is surrealistisch. Die kerkklokken en het geluid van ambulances die af en aan rijden, zijn eigenlijk de enige geluiden die we horen. Voor de rest zit iedereen in huis opgesloten, ook omdat de politie daar streng op toeziet. Tegen mij zeiden ze net dat ik eigenlijk al te ver van huis ben, terwijl ik op minder dan 500 meter afstand woon. Maar uiteindelijk is dat goed. Iedereen hier kent wel iemand die ziek is, of overleden.”

Spookstad

Het maakt van Bergamo een spookstad in de klassieke zin des woords: een stad waar de dood rondwaart in de vorm van een onzichtbaar virus. Een virus dat bovendien zo besmettelijk is, dat nabestaanden ook na de dood van hun familielid niet in de buurt van het lichaam mogen komen. Wie sterft aan corona, is zelfs na de dood eenzaam in Noord-Italië.

Doden worden zonder hun favoriete kleren, zonder make-up en zonder een laatste afscheidsgroet van hun familie in een kist gelegd en naar een mortuarium of kerk verplaatst. Ook op begraafplaatsen zijn nabestaanden momenteel niet welkom. Veel begrafenisondernemers vertellen verhalen over briefjes of foto’s die onder hun deuren worden doorgeschoven met de vraag die alsjeblieft in de handen van hun geliefden te drukken, opdat ze toch iets persoonlijks bij zich hebben voor ze gaan.

“Ik word dag en nacht door ziekenhuizen gebeld of ik met spoed lichamen wil komen ophalen”, zei de Milanese begrafenisondernemer Massimo Corato in de Italiaanse krant La Repubblica. “Voor familieleden, die niet eens in de buurt van hun geliefden mogen komen om een laatste groet te brengen, is het een kwelling die ik nooit eerder heb gezien. Deze epidemie vermoordt je twee keer. Eerst isoleert hij je van je geliefden op het allesbeslissende moment. Gelijk daarna graaft hij nog een greppel waardoor je voor de tweede keer wordt gescheiden van iedere vorm van medeleven.”

“Hoe kun je afscheid van iemand nemen in deze absurde tijden?”, schreef Ilaria Bonfanti dinsdag in een tekst voor haar oma. Die zal ze niet bij de begrafenis uitspreken, simpelweg omdat begrafenissen momenteel verboden zijn in Italië. “Hoe kun je over zo’n afstand van elkaar houden? Hoe kun je elkaar steunen zonder je blik droevig af te wenden, zonder elkaar te kunnen omarmen, zonder achteraf samen te komen en tijdens een pizza glimlachend herinneringen op te halen?”

“Ik wilde je die rode jurk met pailletten aantrekken”, waren de laatste woorden aan haar oma. “Ik gunde je een afscheid uit volle borst. Zo omvangrijk, zo oorverdovend dat iedereen de behoefte zou krijgen mee te zingen. Maar in plaats daarvan vertrok je in stilte, zoals iedereen in deze periode in stilte vertrekt, op een ochtend zoals alle andere.”