Direct naar artikelinhoud
Medicatie tegen coronavirus in zicht: ‘Mocht ik zelf Covid-19 hebben, dan zou ik dit nemen’
Antiviraal middelCoronavirus

Medicatie tegen coronavirus in zicht: ‘Mocht ik zelf Covid-19 hebben, dan zou ik dit nemen’

Beeld Getty Images

De hoop op antivirale medicatie tegen Covid-19 neemt snel toe. Dinsdag berichtte een Franse onderzoeker bemoedigende resultaten over een bekend en goedkoop malariamiddel. ‘We zijn enthousiast. Maar dit wil niet zeggen dat de sociale maatregelen weer losser mogen’, benadrukken Belgische experts.

De wetenschap probeert supersprinter SARS-CoV-2 verwoed in te halen. Op een vaccin dat ons beschermt is het nog anderhalf jaar wachten. Maar er zijn nu wel steeds meer aanwijzingen dat er antivirale medicatie is. De laatste weken zijn vooral in China en Italië tientallen studies gestart met bekende bestanddelen en medicatie tegen onder andere aids en ebola.

Met de dag zien testresultaten er beter uit. “Ik verwacht nu snel, mogelijk al volgende week, publicaties in een vakblad. Vanaf dan zouden we echt kunnen starten met zieken medicatie toedienen”, zegt professor epidemiologie Anne-Mieke Vandamme (KU Leuven).

Vooral de resultaten die de Franse professor Didier Raoult, expert in infectieziekten, dinsdag liet circuleren, stemmen hoopvol. Hij testte twee middelen bij 24 Covid-19-patiënten. Zijn presentatie voor zijn studenten aan het Universitair Ziekenhuis van Marseille liet hij opnemen en hij postte die video.

Uit de gegevens van Raoult blijkt dat het aantal Covid-19-patiënten dat positief test op het virus binnen de zes dagen van ongeveer 100 procent naar ongeveer 30 procent zakt wanneer zij chloroquine krijgen. Bij wie het middel niet krijgt, is dat na zes dagen nog altijd ruim 80 procent.

Dubbele aanpak

En er is meer. Het team van Raoult testte ook een combinatie van het malariamiddel met het antibioticum azitromycine. Die dubbele aanpak geeft nog betere resultaten. “Tot en met dag twee doet dit duo het ongeveer hetzelfde als chloroquine,” zegt viroloog Johan Neyts (KU Leuven), “maar daarna zie je plots een best snelle afname van het aantal mensen dat nog positief test op SARS-CoV-2. Tegen dag zes is het minder dan 10 procent.”

Het sluit perfect aan bij wat het lab van Neyts en collega Marc Van Ranst in 2004 ook al zagen en publiceerden tijdens de SARS-epidemie. “Toen bleek een oud malariamiddel, chloroquine, goed te werken tegen SARS-CoV”, zegt Van Ranst. “Het huidige SARS-CoV-2 lijkt daar erg op, dus de vaststelling van Raoult bij Covid-19-patiënten is niet vreemd. Ook in China zijn onderzoekers al tot die vaststelling gekomen.”

Ook Neyts “wordt enthousiast” van de Franse resultaten. “Er zijn nog wel twee kanttekeningen”, zegt hij. “Dit heeft nog geen peerreview (toetsing door collega’s, red) gekregen en is nog niet gepubliceerd in een wetenschappelijk vakblad. Ook is het aantal patiënten klein. Toch stemt mij dit echt positief omdat de verschillen over die zes dagen volgens mij te groot zijn om door toeval te kunnen worden verklaard.”

Dubbele aanpak
Beeld RV

Het duo van medicijnen lijkt geen perfecte antivirale behandeling, maar het maakt wel al een heel verschil voor patiënten. “Alle beetjes helpen. Daarom kijk ik uit naar wat het zal geven als we dit duo aanvullen met andere beloftevolle medicatie”, zegt Neyts, die met zijn lab duizenden stoffen test op al dan niet gedeeltelijke werking tegen SARS-CoV-2. 

Japans griepmedicijn 

Eén voorbeeld is remdesivir, dat is ontwikkeld tegen ebola. Dat zou patiënten volgens berichten uit China ook goed helpen. Nog twee runner-ups zijn kaletra, een aidsremmer, en favipiravir, een Japans griepmedicijn waarvan onder anderen Neyts en co. al aantoonden dat het ook werkt tegen andere virussen. 

“Zo hebben we stilaan een paar middelen die, al dan niet in combinatie, duidelijk een effect sorteren”, zegt Neyts. “We mogen stilaan zeer voorzichtig optimistisch zijn dat we hiermee mogelijk een verschil maken. De vraag is natuurlijk of de therapie ook nog voldoende werkzaam is bij de meest zieke patiënten. “

Concreet betekenen de resultaten dat chloroquine en azitromycine nu wel gebruikt zullen worden bij patiënten. “Dat eerste gebeurt al en ik voorspel ook dat er nu een rush op azitromycine komt”, zegt Van Ranst. “We moeten wachten op een publicatie om officieel blij te zijn, maar in een pandemie is het niet uitzonderlijk dat eerst experimentele bevindingen komen en dan pas de publicatie. En dat er in de praktijk al wordt gewerkt met medicatie die echt verschil maakt, zeker als die bekend en veilig is. Deze medicatie reduceert de kortademigheid en slechte zuurstofopname flink. Mocht ik zelf Covid-19 hebben, dan zou ik dit nemen.”

Goedkope medicatie 

Als Raoults gegevens bevestigd worden, zou het ook positief zijn omdat dit goedkope medicatie is. “Dat is wel een reden waarom de farma-industrie hier niet mee gediend zal zijn”, zegt nog Van Ranst. “Zij zal deze resultaten aanvallen. Maar in het algemeen belang zou ik er net voor willen pleiten dat we de lat nu hoger leggen voor tests met nieuwe middelen. Tot nu toe vergelijkt men een potentieel nieuw medicijn met een placebo. Vanaf nu moeten we vergelijken met deze combinatie van chloroquine en azitromycine, die dus deze sterke resultaten oplevert. Een mogelijk nieuw middel moet dan nog beter doen vooraleer men gaat commercialiseren.”

Ondertussen benadrukken de wetenschappers dat goed nieuws over medicatie absoluut niet wil zeggen dat de strenge sociale maatregelen weer losser kunnen. Van Ranst: “Het zou totaal onverantwoord zijn dat aan elkaar te koppelen. We willen nog altijd de verspreiding van SARS-CoV-2 tegengaan en de druk op de zorg zo beheersbaar mogelijk houden. Dat doe je met de huidige sociale maatregelen, niet met een medicijn bedoeld om wie al ziek is te helpen genezen.”