‘Sterke staat’ maakt onvoorziene comeback

Zowel in de medische strijd tegen het coronavirus als in het beperken van de economische schade nemen de nationale staten de hoofdrol op. ‘De gezondheid van onze bevolking is prioritair, de gevolgen voor de staatsfinanciën zien we later wel’, klinkt het in alle Europese hoofdsteden.

De grote Europese gedachte moet even wijken. In België en verscheidene Europese landen legt de overheid de bewegingsvrijheid van zijn burgers aan banden op een manier die tot voor de coronacrisis compleet ondenkbaar zou zijn. En bij de economische maatregelen staat het nationale belang voorop.

Staat bepaalt bewegingsruimte van burgers

Dat de overheid beslist wie er nog op straat mag, is voor veel burgers in Europa hard wennen. De overheden rekenen voor hun lockdowns op de goede wil van de burgers, maar gaan ook repressief optreden. In navolging van Frankrijk kondigde de regering-Wilmès aan dat de politie gaat patrouilleren en bij samenscholingen boetes zal uitschrijven indien nodig.

Terugkeer van nationale grenzen

Steeds meer grenzen binnen de Europese Unie gaan dicht, tegen de Europese gedachte van vrij verkeer van personen in. Verscheidene Europese landen hebben in de strijd tegen het coronavirus grenscontroles ingevoerd die doen terugdenken aan vroeger. De Europese Commissie is het daar principieel niet mee eens, maar toont begrip dat de lidstaten hun eigen bevolking willen beschermen. Ook België besloot vrijdag zijn grenzen te sluiten.

Franse controles aan de grens met Italië, op 16 maart – Isopix

Gezondheidszorg is nationaal georganiseerd

De coronacrisis verscherpt de contrasten tussen de verscheidene systemen op het vlak van gezondheidszorg en sociale zekerheid. Die stelsels zijn voor het overgrote deel nationaal georganiseerd, en niet Europees. De testen op het coronavirus zelf worden ook door nationale referentieziekenhuizen gecertificeerd. Er is al vaker gewezen op het verschil in aanpak én procedure tussen België en Nederland, wat in de grensstreek tot ongewenste toestanden geleid heeft.

De crisis legt overigens ook de grote verschillen bloot met de VS, waar het voor sommige kwetsbare groepen onbetaalbaar is om naar de dokter te gaan en waar ziekteverlof veel minder vanzelfsprekend is dan in Europa.

Staat als financiële superman

‘Geen enkele onderneming gaat in deze crisis failliet’, was maandagavond nog een fors engagement van president Emmanuel Macron aan de Franse bevolking. De Belgische overheden volgen het Franse voorbeeld en kondigen verregaande steunmaatregelen aan voor bedrijven in moeilijkheden.

Impact op de al lekkende begroting: een bijkomende factuur van 8 tot 10 miljard euro. ‘Nood breekt wet. De begrotingsdiscipline moeten we even opzijschuiven, want de kosten bij niet-interventie zouden hoger oplopen. Bovendien kan de staat lenen aan negatieve rente’, klinkt het zowel bij beleidsmakers als economen.

Ook terug van weggeweest: nationaliseringen. De Italiaanse regering is van plan de noodlijdende luchtvaartmaatschappij Alitalia over te nemen en ook de Franse regering zegt dat nationaliseringen mogelijk zijn. De Belgische overheid bereidt haar instap in het kapitaal van strategische bedrijven voor.

Leger duikt op in straatbeeld

Spanje en Frankrijk zetten het leger in om noodfaciliteiten op te bouwen en logistieke steun te verlenen aan hulpverleners. Ook het Belgische leger treft voorbereidingen.

Macron zei het wel zes keer in zijn toespraak en Waals minister-president Elio Di Rupo (PS) herhaalde het een dag later: ‘We zijn in oorlog.’

Meer