Direct naar artikelinhoud
Verenigde StatenCoronavirus

Het Amerikaanse coronabeleid: Californië in lockdown, feestjes in Florida

Het is rustig op het anders zo bomvolle Times Square in New York, de voorbije maandag.Beeld AP

In de Verenigde Staten varieert de aanpak van de coronacrisis even hard als in Europa. Zo mag je in Florida nog feesten op het strand, terwijl Californië een even strenge lockdown als België heeft. Het zijn gouverneurs en burgemeesters die beslissen omdat er zo weinig beleid vanuit Washington komt.

Toen de 73-jarige Grace Fusco woensdag stierf aan het coronavirus, wist ze niet eens dat twee van haar kinderen al waren bezweken. Haar oudste dochter Rita overleed vorige vrijdag en haar zoon Carmine enkele uren vóór zijn moeder. Gisteren verloor dan nog een tweede zoon, Vincent, het leven. Een vijfde verwant ligt nog in het ziekenhuis aan een beademingsapparaat. Vermoed wordt dat ze het virus met elkaar deelden tijdens een etentje met de hele familie eerder deze maand. De feiten speelden zich af in New Jersey en tonen aan dat ook de Verenigde Staten hun deel van het drama beginnen te krijgen.

De teller staat daar nu op meer dan tienduizend besmettingen en 150 doden. Geen enkele van de vijftig staten is nu nog coronavrij. Maar de aanpak varieert enorm. In Californië, waar gevreesd wordt voor 25,5 miljoen besmettingen in de komende acht weken, heeft de gouverneur een lockdown afgekondigd die iedereen verplicht om thuis te blijven – tenzij om voedsel te gaan kopen, medische zorgen te zoeken of te gaan werken als hun job onmisbaar wordt geacht. Een maatregel die even streng is als wat wij in België doorstaan en geldt voor veertig miljoen mensen in een staat die op zijn eentje ’s werelds vijfde grootste economie zou zijn.

Geen enkele andere gouverneur is al zo ver gegaan. In de meeste staten zijn de scholen wel gesloten en in sommige ook bars en restaurants. Maar in Utah is er slechts een aanbeveling om evenementen met meer dan honderd mensen af te blazen en krijgen zestigplussers de vrijblijvende raad om niet met meer dan twintig samen te zijn. In Florida, waar er deze week nog beelden van onbezorgd fuivende jongeren voor opschudding zorgden, blijven feestjes op het strand uitdrukkelijk toegestaan zolang ze in aparte groepjes van hooguit tien mensen gebeuren.

Her en der zijn burgemeesters dan weer stukken strenger. In Little Rock, de hoofdstad van Arkansas, mogen burgers tussen middernacht en vijf uur ’s ochtends niet meer op straat. In South Fulton, een voorstad van Atlanta, geldt dan weer een avondklok van negen tot zeven en een samenscholingsverbod. Richtlijnen voor het hele land bestaan er niet. Behalve dan de goede raad om een meter afstand te houden en groepen van meer dan tien te vermijden — het advies dat president Donald Trump maandag gaf terwijl hij zelf met zeker vijftien anderen op een volgepropt podium stond.

Typisch Amerikaans: een drive-through, maar dan wel een waar je op corona getest wordt (in Paramus, New Jersey).Beeld REUTERS

Het is on-Amerikaans om drastische maatregelen vanuit Washington te verlangen. Maar met de dreiging die er nu heerst, voelen veel lokale bestuurders zich toch in de steek gelaten. Zo moesten zij al zelf op zoek naar middelen om het virus vast te stellen omdat de testkits van de federale gezondheidsautoriteit CDC niet bleken te werken — en smeken ze ook vruchteloos om andere materiële hulp. Het tekort aan mondmaskers is even nijpend als in de rest van de wereld, zozeer zelfs dat de CDC het medisch personeel al aanbeveelt om bandana’s of sjaals te gebruiken. En terwijl de president zijn aanvankelijke scepsis over de ernst van de zaak wel heeft laten varen, zegt hij nu botweg dat het niet zijn job is om de ziekenhuizen van extra materieel te voorzien.

Woensdag kondigde Trump met veel fanfare aan dat hij een wet zou activeren die het mogelijk maakt om de productie van mondmaskers, chirurgische handschoenen en beademingsapparatuur op te drijven – een wet die nog uit de tijd van de Korea-oorlog dateert. Maar donderdag vond hij dat niet meer nodig en verklaarde hij dat gouverneurs maar zelf voor het nodige moeten instaan. “Het is niet aan de federale regering om die goederen te gaan kopen en te verdelen”, klonk het. “We zijn tenslotte geen verzenddienst.” Volgens vicepresident Mike Pence is de productie van mondmaskers al wel verhoogd en zijn er daar nu 35 miljoen van beschikbaar. Maar medici op het terrein zeggen dat zij daar nog niets van hebben gemerkt.