Direct naar artikelinhoud
InterviewKoningshuiskenner

De (on)macht van koning Filip: ‘Hij heeft moeten leren zwijgen’

Koning Filip tijdens zijn toespraak tot het volk, afgelopen maandag.Beeld Photo News

Ook voor koning Filip wordt het nieuwe corona­virus een kantelmoment. Hij moet in crisistijd het land bijeen zien te houden maar maakt de verlamde Belgische politiek hem ook niet vleugellam? ‘Zijn sociale invloed groeit wél’, zegt Mark Van den Wijngaert, die een biografie schreef over de vorst.

Koning Filip wordt op 15 april 60 jaar oud. In het beste geval kan hij dan in groot gezelschap zijn verjaardag vieren, maar tot dan moet ook Zijne Majesteit samen met zijn gezin een leeg paleis bevolken. Hij zal dus zeker tijd kunnen vrijmaken om Mensen verbinden in een verdeelde staat te lezen, de nieuwe biografie die royaltywatcher Mark Van den Wijngaert schreef over zijn koningschap. Daarin blikt de hoogleraar op rust niet alleen terug op Filips moeilijke jeugd maar ook op de uitdagingen die hem te wachten staan, zoals politieke hoogspanningen in tijden van corona. En op zijn toespraak van vorige maandag, die volgens sommigen nogal schril afstak bij de krachtdadige speech van Frans president Emmanuel Macron.

Bracht koning Filip de juiste boodschap toen hij maandagavond de natie toesprak?

Mark Van den Wijngaert: “Ik vind van wel. De koning toonde zich bezorgd om het algemeen belang. Hij stak het medisch personeel een hart onder de riem en vroeg toch vooral de jongeren duidelijk om de situatie ernstiger te nemen. Tegen de misvatting in dat ze minder kwetsbaar zouden zijn dan oudere mensen heeft hij die groep uitdrukkelijk op hun verantwoordelijkheid gewezen.”

Hij zat aan zijn bureau. Had hij niet beter het volk toegesproken na een ontmoeting met verplegend personeel in plaats van voor een teleprompter?

“Dit zal wel overwogen zijn. De keuze voor de zakelijke omgeving woog volgens mij niet op tegenover de bekommerde toon, met heel veel aandacht om geen moeilijke woorden te gebruiken en om niet uit de hoogte te doen. Zijn boodschap is dat we samen moeten werken, wat ook de solidariteit in de samenleving kan versterken.”

Was zijn timing niet te vroeg, wetende dat de politici nog volop over maatregelen beraadslaagden?

“Er hadden al verschillende ministers op de ernst van de toestand gewezen. Maar als de koning daar in een bijzondere toespraak op wijst, straalt dat voor een deel van de bevolking nog een sterker moreel gezag uit.”

In volle coronacrisis beëdigde hij nu ook de volmachtenregering-Wilmès. Op deze constructie is er ook kritiek. Hoe beoordeelt u zijn rol?

“In de nacht van zaterdag op zondag zijn tussen de partijen een aantal dingen afgesproken die uiteindelijk niet zijn ingelost. Dat zijn zaken die zich helemaal buiten het spectrum van de koning hebben voltrokken. De manier waarop een nood­regering er uiteindelijk níét kwam en er een soort restregering met volmachten overbleef, daar had het paleis geen invloed op. De dialoog tussen N-VA en PS is met een sisser afgelopen. Ik denk dat dit niet de voorkeur van het paleis wegdraagt. Maar in concrete ontwikkelingen van een politieke crisis kan het staatshoofd niet ingrijpen.

“Neutraliteit is voor de koning de enige weg om gezag te behouden in de politiek.”

Mark Van den Wijngaert: ‘Je zou kunnen hopen dat Filip en Delphine Boël contact hebben, maar Delphine blijft vooralsnog iemand van buiten de familie. Albert zal haar nooit in de armen sluiten.'Beeld Eric de Mildt

Hoe groot is het risico dat de coronacrisis de kloof tussen Vlaams-nationalisten en de monarchie en unitaire partijen zal verbreden?

“In de voorbije jaren hebben zowel N-VA als Vlaams Belang een duidelijke voorkeur voor de republiek uitgesproken, maar ze lieten dat in hun verkiezingscampagne niet echt aan bod komen. Ze weten dat ze er niet mee kunnen scoren omdat ook een deel van hun kiezers heil ziet in de Belgische monarchie en vindt dat Filip een goeie koning is. Ik zie de republikeinen nu ook geen veto stellen tegen coronamaatregelen van de volmachtenregering. Ze willen alleen niet gezegd hebben dat Wilmès een volwaardige regering leidt.”

In 1993 erft zijn vader Albert II van Boudewijn een federale staat en tijdens zijn eigen koningschap wordt Filip geconfronteerd met de vraag om confederalisme. Hoe gaat hij daar volgens u mee om?

“De federale staat is voor hem het enige dat nu telt. Filip legde de eed af op basis van de federale grondwet, die hij voor het parlement beloofde te respecteren. Als er in politieke kringen een debat begint over de confederale staat, zal hij dus niet het voortouw nemen. Het wordt voor hem maar een issue zodra een tweederdemeerderheid in het parlement een confederale staat voorstelt. Ja, dan kan hij niet anders dan er mee instemmen.”

In december 2004 deed hij tegenover een journalist van Story nog een zware uitval naar het extreemrechtse Vlaams Belang (VB). Na de verkiezingen vorig jaar ontmoette hij Tom Van Grieken. Maakte hij ze zo niet salonfähig?

“De omstandigheden zijn grondig gewijzigd door de sterke vooruitgang van het VB. Deze keer kon de koning het zich niet permitteren hen te negeren, wat hij wel kon zolang ze in de marge bleven. Zijn raadgevers zullen hem wel duidelijk hebben gemaakt dat hij niet naast de voorkeur van zoveel kiezers kon kijken. Ik denk evenwel niet dat hij ze zo een forum gaf. Iedereen zal wel gezien hebben dat het paleis op dat moment niet anders kon.”

U bent in uw boek zelf scherp voor alle poli­tieke partijen. ‘De particratie holt de parle­mentaire democratie verder uit en hypothekeert steeds meer de goede werking van de overheidsinstellingen’, schrijft u. Bedoelt u dan ook het koningshuis?

“De stem van het parlement gaat verloren omdat het individu niet meer telt in het parlement. De parlementsleden stemmen op aandringen van hun partij voor één bepaald standpunt. Er heerst bij de meeste fracties partijtucht. De particratie legt voor een deel een aantal volksvertegenwoordigers het zwijgen op. Je ziet dit ook in het bestuur van de staat door de partijpolitieke benoemingen.

“Toen N-VA nog in de oppositie zat, kankerden ze op alle partijpolitieke benoemingen. Nu doen ze daar heel goed in mee. Ook zij kijken niet steeds naar de bekwaamheid van de mensen die ze benoemen maar naar de partij-aanhorigheid. Dat dan heel die particratie natuurlijk ook voor een deel de koning buitenspel zet, dat is vanzelfsprekend. Hoe sterker de partijen worden, hoe meer ze doorwegen op de besluitvorming, hoe minder gewicht de koning in de schaal kan werpen.”

De (on)macht van koning Filip: ‘Hij heeft moeten leren zwijgen’
Beeld Photo News

Hoort de koning vandaag bij ontmoetingen met politici dan te veel de debat­­fiches?

“Dat weet ik niet, want door het colloque singulier (zwijg­plicht over de in­houd van het ge­sprek voor iemand die door de ko­ning in au­diën­tie ont­van­gen is, red.) weten we niet wat er gezegd wordt. Maar ik neem aan dat de koning ook wel soms de indruk zal hebben dat een aantal mensen niet vrijuit kan spreken, en dat zij geconfronteerd worden met wat de partij wil. De koning zal ook vaststellen dat een aantal strekkingen in het parlement zo gekanaliseerd worden dat uiteindelijk een deel van de kiezers niet gehoord wordt.”

Als kroonprins was hij veel uitgesprokener met persoonlijke standpunten. Wat was het kantelpunt?

“Op een bepaald moment heeft hij móéten leren zwijgen. De jonge Filip bracht met voortvarendheid soms het onpartijdige standpunt van zijn vader, koning Albert II, in diskrediet door boude uitspraken te doen over bijvoorbeeld het VB. Hij is daar door premier Verhofstadt (Open Vld) een paar keer voor op de vingers getikt.”

De verhouding van koning Filip met de Belgische media, vooral de Nederlandstalige, verliep lange tijd niet bepaald over rozen. In augustus 1991 verscheen in De Morgen een interview van oud-hoofdredacteur Yves Desmet met Herman ­Liebaers. De ex-grootmaarschalk van koning Boudewijn haalde daarin fel uit naar prins Filip: ‘Hij kan het niet, hè.’

De indruk leefde ook dat Filip extreem beïnvloedbaar zou zijn door de niet-verkozen en conservatieve Jacques van Ypersele de Strihou, Boudewijns kabinetschef. Uiteindelijk zochten paleismedewerkers de oplossing in een nieuwe entourage voor de prins, die de prins wat meer armslag gaf.

Kunnen we stellen dat de toenmalige kroon­prins Filip niet ondanks maar dankzij Liebaers en De Morgen méér vrijheid kreeg?

“Het ging toen ook wel om meer dan kritiek van Liebaers alleen. Ook van bedrijfsleiders op handelsmissies, die hij toen leidde, kreeg hij soms negatief commentaar. Wat ook een rol speelde: Van Ypersele was bijzonder streng voor Filip, waardoor Filip niet alleen door kritiek verkrampte maar er ook van uitging dat hij het nooit goed genoeg kon doen. De verwachtingen die in hem werden gesteld, waren toen veel te hoog. Het heeft hem voor een deel verschrikkelijk onzeker gemaakt, en lange tijd ook hyperzenuwachtig. 

Denk ook aan zijn gefrustreerde uithaal naar toenmalig hoofdredacteuren Desmet en Pol Van Den Driessche (nieuwsdienst VTM, red.) tijdens een receptie op het paleis in 2007. (De kroonprins dreigde ermee de journalisten persona non grata te laten verklaren aan het hof. ‘U moet ontzag en respect voor mij hebben, want ik ben de volgende koning’, red.). Zijn onbesuisdheid speelde hem toen parten. Het is precies door een andere entourage te krijgen en te leren uit zijn fouten dat hij heeft ingezien dat de pers níét zijn vijand is maar dat de media nu eenmaal deel uitmaken van zijn functie. Daarom hecht hij nu als koning zoveel belang aan de communicatiedienst, die voor grotere transparantie zorgt.”

Waarom geeft onze koning nog steeds zelf geen diepte-interviews – waartoe we hem overigens graag uitnodigen?

“Het is geen traditie in het Belgische koningshuis. De enige koning die ooit een interview gaf, was Albert II, maar dan wel kort na zijn troonsafstand. Voor zover ik weet gaf hier nog nooit een koning in functie een interview aan de pers, wat in Nederland blijkbaar wel kan. We kunnen maar hopen dat het ook hier ooit zo ver komt.”

‘Je kunt de rol van Mathilde moeilijk overschatten. Ze is heel belangrijk in de manier waarop Filip koning is. Zij heeft hem zelfverzekerder gemaakt.’Beeld Reporters / PPE

De koning heeft wel steeds meer contact met gewone burgers. Zijn initiatief?

“Daarin is hij zelf gegroeid. Hij heeft zich als essentiële taak gesteld de mensen met elkaar te verbinden over alle mogelijke communautaire en religieuze grenzen heen. Hij gaat eigenlijk heel ver om een inclusieve, multiculturele, maatschappij te bevorderen. Zijn politieke rol is beperkt maar zijn sociale rol is toegenomen, als bindmiddel tussen de Belgen onderling.”

Koning Boudewijn en koningin Fabiola werden beïnvloed door de charismatische beweging, een katholieke stroming die groot belang hecht aan persoonlijk geloof en de gaven van de Heilige Geest. Hoe religieus is onze koning?

“Ik weet dat hij katholiek is maar in de uitoefening van zijn rol als vorst komt dat niet tot uiting. Bij Boudewijn kwam zijn religieuze opvatting voortdurend aan bod. Hij sprak daar over met nagenoeg alle mensen die op audiëntie kwamen. Dat is bij Filip heel anders. Waarschijnlijk is hij zeer godsdienstig, maar het weegt niet op zijn koningschap. Het zal een van de lessen zijn die hij heeft geleerd, namelijk hoe gevaarlijk de religieuze houding van Boudewijn was voor de monarchie.”

Hoe beïnvloedt koningin Mathilde hem, en dus ook ons land?

“Ik denk dat Mathilde voor zijn persoonlijk geluk heel veel betekent, zij heeft hem de liefde en de genegenheid gegeven die hij in zijn eigen jeugd heeft moeten ontberen. Ze heeft hem vlotter met mensen doen omgaan. Hij heeft een zekere schuchterheid; zij is heel extravert en speelt goed op mensen in.

“Je kunt de rol van Mathilde moeilijk overschatten. Ze speelt een heel belangrijke rol in de manier waarop hij koning is. Zij heeft hem volop gesteund en zelfverzekerder gemaakt.”

Zijn vader weigerde tot voor kort zijn biolo­gische half­zus Delphine Boël te erkennen. Hoe beïnvloedde dit zijn koningschap?

“Deze familiekwestie heeft de reputatie van het koningshuis toch wel heel negatief beïnvloed. Filip kan daar weinig aan doen. De houding van zijn vader was voor Filip en zijn hele hofhouding een zeer belastende en vervelende zaak die de monarchie in de publieke opinie geen deugd heeft gedaan.”

Heeft de koning Delphine al ontmoet, en zou hij dat volgens u moeten doen om te tonen dat ook zij een gewone 21ste-eeuwse familie zijn – zoals heel wat Belgische gezinnen pluskinderen en -ouders hebben?

“Je zou kunnen hopen dat ze contact hebben. Maar zolang koning Albert geen vriendschappelijke houding aanneemt, zal dat voor Filip moeilijk zijn. Het blijft een erkenning van het ouderschap die werd afgedwongen in de rechtbank. Omdat hij noodgedwongen toegaf dat het inderdaad zijn dochter is, denk ik dat het uitgesloten is dat Albert haar nog ooit in de armen zal sluiten. Juist dat maakt het moeilijk voor zijn andere kinderen. Delphine blijft vooralsnog iemand van buiten de familie.”

Hoe ziet u de toekomst van het koningschap? Al in 2007 nam in Vlaamse politieke kringen de opvatting de overhand dat de functie van het koningschap meer protocollair moet worden ingevuld. Toch is dat niet gebeurd...

“Wat mij verbaasde is dat er toen in media open debatten waren van Vlaamse partijen om in de richting van een protocollair koningschap te gaan, maar toen in het parlement de lijst werd opgemaakt van grondwetsartikelen die voor herziening vatbaar waren, is dat niet tot uiting gekomen. Ik vind dat je dan consequent moet zijn.”

'Waarschijnlijk is Filip zeer godsdienstig, maar het weegt niet op zijn koningschap.'Beeld Eric de Mildt

Wat is de reden van die spreidstand?

“De keuze voor een ceremoniële monarchie wordt aan Vlaamse kant niet onverdeeld gevolgd; in CD&V-kringen is men daarover terughoudend. Ook aan Franstalige kant is er geen eenduidige instemming. Ik vind het hinderlijk van een aantal politici die in het openbaar aan iedereen laten horen dat ze voorstander zijn van een protocollaire monarchie maar er uiteindelijk geen werk van maken in het parlement. De geloofwaardigheid van de politiek hangt af van daadkracht.”

Is voor de eenheid van ons land een protocollair koningschap juist niet nodig?

“In alle andere Europese landen is dat een normale evolutie. Maar rekening houdend met het ingewikkelde staats­bestel van België, en met de politieke en communautaire verdeeldheid, is er misschien iets voor te zeggen dat bij ons het staatshoofd als bemiddelaar een rol moet blijven spelen. Ik zie de politieke betekenis van de koning verminderen, maar hem wegknippen uit het politieke staatsbestel is misschien niet aangewezen. Tegelijk zie ik wel een aantal zaken in de grondwet staan over de rol van de koning die in de praktijk al een tijd niet meer worden toegepast.”

Welke grondwettelijke taken bestaan nog enkel op papier?

“De ontbinding van het parlement door de koning, dus het afkondigen van vervroegde verkiezingen, dat wordt door de meerderheidspartijen beslist. De koning wordt dikwijls voor een voldongen feit geplaatst. Als een regering wordt gevormd, benoemt of ontslaat de koning niet langer de ministers, zoals de grondwet bepaalt, de politieke partijen doen dat. Er zijn nog véél zaken blijven hangen uit de grondwet van 1830, zoals ‘de koning bekrachtigt de wetten die door het Parlement zijn goedgekeurd’. Die bepalingen staan nog in de grondwet, maar ze zijn uitgehold. Ze worden niet meer toegepast. Ik hoor van buitenlandse collega’s soms: ‘Uw koning heeft meer macht dan de Amerikaanse president.’ Dan moet ik uitleggen dat een aantal grondwettelijke bepalingen in feite niet meer van tel zijn.”

Is een grondwetswijziging nodig om zijn huidige taken te verduidelijken?

“Ja, ik denk dat er ook vanuit het paleis vraag is naar duidelijker afspraken. Het kan toch niet dat er een enorme kloof gaapt tussen de praktijk van de monarchie en de bepalingen daarover in de grondwet? Dat is geen gezonde toestand. Dat is slecht voor de democratie. Dat is slecht voor de politiek. En slecht voor de monarchie zelf. Duidelijkheid en transparantie is voor iedereen een voordeel.”

Zo niet leidt dat vroeg of laat tot ongelukken?

“Wie als politicus de grondwet niet wil aanpassen aan de praktijk, is niet goed bezig. Ik weet dat er altijd andere dingen voorgaan, zeker nu, maar de omschrijving van de taak van het staatshoofd is juist in tijden van crisissen toch niet onbelangrijk. Iedereen is ermee gediend precies te weten wat de koning nog mag doen.”

Mark Van den Wijngaert, Koning Filip 60. Mensen verbinden in een verdeelde staat, Borgerhoff & Lamberigts, 254 p., 24,99 euro.