Direct naar artikelinhoud
Coronavirus

In Spanje stijgt de dodentol sneller dan in Italië: wat is er aan de hand?

In Spanje stijgt de dodentol sneller dan in Italië: wat is er aan de hand?
Beeld EPA

In Spanje zijn er gisteren 462 nieuwe doden gemeld, waardoor de tol van het coronavirus daar op 2.182 komt te staan. Dat is het derde hoogste cijfer ter wereld en de sterfte blijkt in Spanje zelfs sneller dan in Italië te gaan.

“La peor jornada”, zo kopte de krant El País toen het Spaanse ministerie van Gezondheid met de nieuwste cijfers kwam. “De ergste dag ooit.” Vrijdag had het land als vierde ter wereld de kaap van duizend doden gerond, intussen doen enkel Italië en China nog slechter.

Video wordt geladen...

De snelheid waarmee er Spanjaarden bezwijken, blijkt echter hoger dan in Italië te zijn. Daar waren er tien dagen na de allereerste dode 52 sterfgevallen. In Spanje 133. En gerekend vanaf het moment dat de teller op tien kwam te staan, nam de sterfte in Italië iedere dag gemiddeld toe met 35%, terwijl dat in Spanje 49% bedraagt.

Lees ook onze liveblog

Regio’s sputterden tegen

Hoe dat komt, staat nog niet vast. Zoals in zoveel landen krijgt de overheid kritiek dat ze te laat heeft ingegrepen. De socialistische premier Pedro Sánchez durfde niet meteen tot strenge maatregelen over te gaan, zo klinkt het, omdat hij toch al zwak staat in het politiek onrustige land waar hij een minderheidsregering leidt.

Regio’s sputterden tegen
Beeld REUTERS

Ook de staatsstructuur, met semi-autonome regio’s zoals Catalonië die zelfs over hun eigen politie beschikken, maakt een doortastend optreden vanuit Madrid er niet gemakkelijker op. Toen Sánchez op 14 maart de noodtoestand uitriep, waardoor zowel gezondheidszorg als ordehandhaving gecentraliseerd werden, sputterden die regio’s nog danig tegen.

Bejaardentehuizen

Italië besliste al na de eerste dode om de virushaarden van de buitenwereld af te sluiten. Voor alle andere maatregelen greep Spanje eigenlijk sneller in. Gerekend vanaf de eerste besmetting op het vasteland duurde het 17 dagen vooraleer het hele land in lockdown ging, in Italië liep dat op tot 38 dagen.

Een factor die een rol kan spelen in de hoge Spaanse sterfte, is het grote aandeel dat bejaardenhuizen lijken te hebben. Zo zijn er in Madrid besmettingen gemeld in 20% van al die instellingen. Een uitbraak daar kan buitenproportioneel dodelijk zijn, het gerecht onderzoekt of een tehuis waar twintig doden vielen voldoende voorzorgen nam.

Beeld AFP

Zeventigplussers

Zo’n 87% van de doden in Spanje zijn zeventigplussers. Wat voorts wel verontrustend is, is dat er al 3.910 gezondheidswerkers besmet geraakt zijn met het virus. Dat is 12% van al wie positief heeft getest. Ook politici ontsnappen trouwens niet: zo ligt vicepremier Carmen Calvo sedert zondag in het ziekenhuis en is ook de vrouw van de premier al besmet.

Zeventigplussers
Beeld REUTERS

Toch komen er ook optimistische geluiden uit Spanje. Zo stipt de coördinator voor noodsituaties bij het ministerie van Gezondheid aan dat de curve van het aantal nieuwe aantal besmettingen al wat vlakker begint te worden. Dat totaal staat nu op 33.089 gevallen. Er zijn intussen 3.355 patiënten genezen verklaard, 2.355 anderen hebben intensieve zorgen nodig.

Volgens dokter Enrique Ruiz Escudero, de conservatieve gezondheidsminister van de autonome regio Madrid, zou het land zijn piek deze week zelfs al kunnen bereiken. “We zullen nog altijd nieuwe gevallen zien opduiken”, zegt hij. “Maar we geloven dat het cijfer zal beginnen zakken tegen het eind van de week.”