Vader Anis Amri: "Mijn zoon dronk en stal, maar radicaliseerde in Europa"

Stilaan begint de mist die rond Anis Amri hangt, op te klaren. Wat duidelijk is, is dat hij lang voordat hij de aanslag in Berlijn pleegde, al het slechte pad was opgegaan.

Hoewel hij als kind gelukkig was, liep het volgens zijn familie fout in zijn tienerjaren. "Hij verliet de middelbare school uit armoede en werkte op het land en deed klusjes voor straatverkopers. Bij zijn vrienden dronk hij, wat leidde tot verschillende arrestaties", vertelt zijn vader in een interview met The Times. "Hij moest voor de rechter komen voor onder meer drugsgebruik, diefstal en geweld."

Toch benadrukt Anis' vader dat zijn zoon nooit religieus of intolerant was voor hij Tunesië verliet. "Mijn zoon Anis dronk en stal, maar hij radicaliseerde in Europa", stelde zijn vader.

In 2011, vlak na de revolutie in Tunesië, verliet Amri het land en kwam als minderjarige bootvluchteling naar Italië. Daar belandde hij voor vier jaar in de cel voor geweld, brandstichting en diefstal. In de gevangenis kwam hij volgens zijn vader in contact met extremistische groeperingen.

Een jaar geleden ruilde hij Italië in voor Duitsland, waar hij zichzelf voorstelde als een Syrische vluchteling.

Anis' vader heeft zijn zoon niet meer gezien sinds hij zes jaar geleden het huis verliet. Zijn zeven broers en zussen hielden wel nog contact. "Hij belde zijn broers en zussen wel, maar sprak nooit met mij. Hij zond mij nooit geld, maar wel een keer een gsm en een doos chocolade."

Zijn broers en zussen kunnen nog steeds niet geloven tot wat hun broer in staat was. Zijn zus Najoua vertelde aan AP: "Ik kan niet geloven dat mijn broer zoiets kon doen. Hij gaf nooit het gevoel dat er iets mis was. Via Facebook spraken we elkaar en hij was altijd vrolijk, altijd aan het lachen."

Ook zijn broer Walid is in shock. "Ik kon mijn ogen niet geloven toen ik zijn foto zag opduiken in de media. Ik ben in schok en kan niet geloven dat hij deze misdaad gepleegd zou hebben."

Tegelijk veroordeelt Walid de aanslag. "Als hij schuldig is, verdient hij elke veroordeling. Wij verwerpen terrorisme. We hebben niets te maken met terroristen." Zijn andere broer, Abdelkader sluit zich daarbij aan: "Ik vraag hem om zichzelf aan te geven. Als het bewezen is dat hij betrokken is, distantiëren we ons hiervan."