Direct naar artikelinhoud
InterviewMarc Van Ranst

Marc Van Ranst over de nieuwe coronacijfers: ‘Het is niet zo negatief als het lijkt’

Viroloog Marc Van Ranst.Beeld Stefaan Temmerman

Twee dagen op rij zagen we een dalende trend in de coronacijfers. Maar vandaag bleek er opnieuw een grote stijging in het aantal nieuwe besmettingen, ziekenhuisopnames en sterfgevallen. Toch liggen we mooi op koers, meent viroloog Marc Van Ranst.

Hoe moeten we de cijfers dan zien?

“U herinnert zich wel nog mijn gebrek aan enthousiasme om mee te gaan in het enthousiasme over de lagere cijfers in het weekend. Ik heb toen geprobeerd om wat te temperen. Want die cijfers, dat was inderdaad voor een stuk onderrapportering. Nu komt dus de terugslag, zeg maar.

“Maar wanneer je de cijfers van het weekend weglaat, en je trekt de lijn door, dan zit je op de curve die compleet binnen de voorspellingen valt. En die zelfs minder is dan de exponentiële stijging die we zouden verwachten zonder maatregelen. We gaan niet van 10 naar 100 of 200 doden per dag in een paar dagen. Die aantallen gaan omhoog ja, maar niet zo exponentieel als gevreesd. En dat moedigt echt wel aan.

“Alleen is dat moeilijk uit te leggen. Mensen verwachten dat we onmiddellijk een daling gaan zien, terwijl een minder sterke stijging het enige is waar we op dit moment op kunnen hopen.”

Dus we krijgen toch enige greep op de epidemie?

“Ik denk het wel. Maar het gaat traag. En het is minder makkelijk uit te leggen of visueel voor te stellen dan een daling. Daarom vond ik het ook zo vervelend dat die cijfers van de vorige dagen zo’n enthousiasme uitlokten. Natuurlijk trekt iedereen zich daaraan op. Dat is begrijpelijk. Mijn taak was na het weekend om dat te temperen. En nu is het mijn taak om uit te leggen dat het zo negatief niet is als het lijkt.”

Het grote aantal nieuwe sterfgevallen, namelijk 56, doet toch behoorlijk schrikken. Heeft dat ook te maken met de manier van registreren?

“Voor een stuk wel. Nu heeft men plots betere cijfers vanuit de woonzorg-centra gekregen, wat voordien niet altijd het geval was.

“In militaire taal noemt men dit de fog of war. Oorlogsmist. Dat maakt dat cijfers in een oorlogssituatie vlak na de veldslag weinig te betrouwen zijn. Dat zie je hier ook. Zouden we dat liever anders zien? Uiteraard. Maar het is wat het is.”

Moeten er dan wel elke dag cijfers gegeven worden als ze niet altijd accuraat kunnen zijn?

“Misschien zou één keer per week beter zijn. Maar mensen zijn dat zo gewoon, elk land geeft dat elke dag. Daar zouden mensen raar op reageren denk ik. Dat kan je nu niet meer veranderen. En dus gaan we die cijfers elke dag moeten uitleggen, met alle energie die we hebben.”