Direct naar artikelinhoud
Coronacrisis

EU-leiders bereiken moeizaam compromis over noodfonds voor coronacrisis

Op de EU-top per videolink kon pas na zware interventies van beide kanten een compromis bereikt worden.Beeld AP

De Europese regeringsleiders hebben donderdagavond na zwaar crisisberaad een moeizaam antwoord geformuleerd op wat de grootste economische crisis sinds de Tweede Wereldoorlog dreigt te worden. Het Europees noodfonds (410 miljard euro) mag worden ingezet, de ministers van Financiën moeten binnen twee weken de precieze voorwaarden aan de noodleningen vaststellen.

De EU-top per videolink leek rond zeven uur ’s avonds te mislukken. Premier Conte van Italië - het land dat het hardst is getroffen door de coronapandemie – vond dat zijn collega’s onvoldoende bereidheid toonden om hem te hulp te schieten. Zijn grootste tegenstander was de Nederlandse premier Rutte. Die stemde uiteindelijk in met de inzet van het noodfonds maar behoudt zich het recht voor eisen te stellen aan het gebruik.

De poging van Italië en acht andere landen – Frankrijk, Spanje, Portugal, Griekenland, Ierland, België, Luxemburg, Slovenië – om de EU speciale coronaobligaties uit te laten geven, strandde. Duitsland, Nederland, Finland en Oostenrijk moeten niets hebben van dergelijk gezamenlijk schuldpapier om de kosten van de crisis te dekken.

Lees ook onze liveblog

Het overleg tussen de leiders duurde veel langer (zes uur in totaal) dan verwacht. Wat een voorbeeld van eenheid had moeten worden – 27 leiders die gezamenlijk de pandemie te lijf gaan – ontaardde in een ouderwetse leiderstop vol gesteggel en de zoektocht naar een compromistekst die voor iedereen aanvaardbaar was. “Het onderwerp is met emoties omgeven en deze tekst is beter dan wanneer het vastgelopen was. Er staat niet zo veel meer, maar er is ook geen ongeluk gebeurd”, zei Rutte na afloop van het beraad.

Zware interventies 

De premier had eerder een ruime en restrictieloze inzet van het fonds geweigerd, waarop Conte zei dat hij de opgestelde ontwerpverklaring niet zou ondertekenen. Na zware interventies van beide kanten, was het compromis dat het noodfonds gebruikt kan worden, maar dat de financiënministers zich komende weken nog wel beraden op de voorwaarden waaronder. “Deze crisis kan wel even duren, je moet je kruit niet meteen verschieten”, aldus Rutte. 

Conte pleitte voor een veel ambitieuzer plan, opgesteld door de ‘vijf presidenten’: naast Michel, voorzitter Von der Leyen van de Europese Commissie, Eurogroepvoorzitter Centeno, ECB-voorzitter Lagarde en de voorzitter van het Europees Parlement Sassoli. Conte kreeg hierin de steun van de Spaanse premier Sánchez.

Eerdere rapporten van de toenmalige vijf presidenten tijdens de eurocrisis, leidden niet direct tot concrete maatregelen. Dergelijke grote besluiten moeten immers door de regeringsleiders met unanimiteit genomen worden en de politieke verhoudingen veranderen niet per se door nog een rapport. Michel besloot daarom verder te onderhandelen om alsnog een akkoord te bereiken.

De leiders verwelkomden de massale monetaire actie van de ECB, die aankondigde zonder limiet staatsobligaties van eurolanden op te kopen om te voorkomen dat die problemen krijgen op de financiële markten.

Nederlands premier Mark RutteBeeld ANP

‘Gecoördineerde exitstrategie’

Verder besloten de leiders dat de EU ook verder moet kijken, naar de moeilijke herstelperiode die volgt als het coronavirus is overwonnen. Ze willen een ‘gecoördineerde exitstrategie’. Michel en Von der Leyen moeten een strategie en een actieplan hiervoor opstellen, in nauwe samenwerking met onder meer ECB-voorzitter Lagarde en Eurogroepvoorzitter Centeno.

Eerder op de dag had Von der Leyen zich beklaagd over het “pijnlijke” gebrek aan eenheid van de EU bij de start van de coronapandemie in Europa. ‘Toen Europa er echt voor elkaar moest zijn, keken te veel landen vooral naar zichzelf. Toen Europa echt een ‘een voor allen’-mentaliteit nodig had, gaven te veel landen een ‘alleen ik’ antwoord.’

Volgens Von der Leyen is daar inmiddels verandering in gekomen. Ze wees op de gezamenlijke inkoop van medisch materiaal, het beschikbaar stellen van ic-bedden, het coördineren van grenscontroles, de inzet van EU-budget (37 miljard euro) voor de zorgsector en getroffen bedrijven in lidstaten en de versoepeling van de Europese begrotings- en staatssteunregels.