Direct naar artikelinhoud
Coronacrisis

‘Corona gaat chaos brengen in Oeganda’: land kan het virus onmogelijk aan

Aanschuiven voor de bus in de hoofdstad Kampala. ‘Coronavirus? Ik heb gehoord dat dat zoiets is als de griep.’Beeld Michele Sibiloni

Hoewel Afrika voorlopig relatief gespaard blijft van de coronapandemie, zet Oeganda zich schrap voor wat mogelijk komen gaat. ‘Veel coronapatiënten kunnen we niet aan. Ik ben bezorgd om mijn land en om mijn eigen gezondheid.’

Anderhalve meter, zo breed is ongeveer de opening waar klanten de hele dag vlak langs elkaar doorheen lopen. Vier mannen zitten zij aan zij op versleten beige fauteuils in het bedompte restaurant van Lydia Nabuleme (30), ingesloten door wanden van hout en beton en een dak van golfplaat. Nabuleme schilt aardappelen om frieten van te bakken, ze gooit de geschilde aardappelen in een oranje emmer met water uit de buurtpomp, de pomp waar ’s ochtends en ’s avonds vrouwen en meisjes elkaar verdringen om hun gele jerrycans te vullen. Nabuleme legt een aardappel neer en laat de wc van haar restaurant zien, een houten hok met een gat in de grond. Ze deelt dat met haar buren in de sloppen van Kampala.

“Coronavirus? Ik heb gehoord dat dat zoiets is als de griep”, zegt Nabuleme terwijl ze verder gaat met schillen. Haar peuter hangt aan haar been, en sinds in Oeganda vorige week uit voorzorg de scholen zijn gesloten, zijn haar andere kinderen ook weer thuis, die van 7 en 8 en 9. Op de straat voor Nabulemes restaurant lopen mensen schouder aan schouder langs keten en stalletjes en kiosks en matjes vol met schoenen, haarextensies, zonnebrillen en matrassen.

3.300 coronabesmettingen 

In de Church Clinic even verderop verzucht verpleegster Irene Kahundi (23): “In Oeganda kunnen we niet veel coronapatiënten aan.” Achttien besmettingen zijn er vastgesteld sinds vorige week zaterdag maar Kahundi weet dat het er natuurlijk meer zijn. Oeganda’s systeem van ‘verplichte’ quarantaine voor honderden reizigers die landden vóór de sluiting van het luchtruim vertoont gaten. Zes Chinezen kochten zichzelf vorige week vrij en reden 350 kilometer richting Congo alvorens ze werden gearresteerd – twee bleken er besmet. Kahundi: “Ik ben bezorgd om mijn land en om mijn eigen gezondheid.”

In menig Afrikaans land ziet de besmettingscurve er inmiddels uit zoals die in Europese landen een paar weken terug. Ruim 3.300 coronabesmettingen telde de Wereldgezondheidsorganisatie vrijdag in Afrika, en 92 doden. Zuid-Afrika, met meer dan 900 besmettingen en zijn eerste twee sterfgevallen, is in lockdown gegaan. Afrika’s verdedigingslinie van inreisrestricties en controles op vliegvelden heeft het niet gehouden, lokale transmissie treedt op, de plaatselijke gezondheidszorg is nu aan zet.

Kahundi’s kliniek is een afspiegeling van Oeganda’s gezondheidszorg, de witte muren bladderen af en tussen de rommel staan welgeteld twee bedden. Elke dag komen hier ongeveer 100 mensen van wie ‘de helft’ met malaria of hiv of diarree. Krijgt Oeganda ernstig zieke coronapatiënten, dan is er in dit land van meer dan 40 miljoen mensen een handvol ziekenhuizen met bedden voor intensieve zorg. Kahundi bidt dat Oeganda’s extreem jonge bevolking en warme klimaat misschien helpen tegen een vloedgolf aan zeer zieke mensen.

Desinfecterende middelen

In Kampala staan bij veel eettentjes en winkels nu wel tonnetjes met water en desinfecterende middelen, of met een blokje zeep erbij. Uitbaters die niet meedoen riskeren officieel een boete, of sluiting. Maar het blijft hapsnap, net zoals de bescherming van monden en neuzen en handen: zakdoeken, lapjes stof, gebreide handschoenen. Kahundi drukt in haar kliniek iedereen op het hart ‘om handen te wassen’, op haar balie staat een flacon groene handgel. Maar haar mondkapje draagt ze niet. Kahundi: “Dat heb ik weggedaan omdat het hier al zo heet is.”

Afrika valt bij onheil terug op de hechte familiebanden, op het geboortedorp. Duizenden inwoners van Kampala reisden afgelopen week uit vrees voor het coronavirus naar het platteland, en in Oeganda garanderen de akkers voldoende voedsel. Of verspreidt het coronavirus zich op deze manier juist door het land, naar de plekken waar de oudere mensen meestal leven? Busstations in Kampala waren bomvol, afgeladen voertuigen vertrokken naar de verste uithoeken. In het noorden, richting Zuid-Soedan, is een 57-jarige man besmet met het coronavirus, al kan de besmetting ook uit Zuid-Soedan zijn gekomen want de man dreef handel bij de grens.

Op straat in downtown Kampala.Beeld Michele Sibiloni

President Yoweri Museveni besloot woensdagavond abrupt: voor zeker twee weken geen publiek vervoer meer in Oeganda. Het levert in Kampala een haast ondenkbaar beeld op, zoals in New York een rustig Times Square of in Parijs een verlaten Eiffeltoren. Het ‘taxi park’ is normaal het kloppend hart van de stad, een plek waar dag in dag uit honderden gebutste minibusjes af en aan rijden, een plek ‘sidderend onder de eeuwige stroom reizigers’, een ‘opzienbarende gekte’, in de woorden van Moegezi, de hoofdpersoon in Abessijnse kronieken, de beroemde roman uit 1998 over Oeganda’s woelige tijd na de onafhankelijkheid. Dát taxi park? Dat is nu helemaal leeg.

“Er gaat chaos komen in Kampala, mensen kunnen zich niet meer verplaatsen, kunnen niet meer werken, geen geld meer verdienen, ze gaan honger krijgen en als beesten worden”, voorspelt Bruce (42) in een krottenwijk waar hij het coronavirus bespreekt in het gezelschap van een groep vrienden, een fles goedkope rode wijn en een zak qat. Een glimp van wat kan komen is al te zien in Kampala: nergens in Afrika rijden zo veel taxibrommers rond, de tienduizenden boda boda-bestuurders willen nog steeds de weg op want anders verdienen ze niks, en dus worden ze her en der van de weg af gemept door politiemannen, soldaten en de schimmige ‘burgers’ die ook altijd opduiken als het volk van zich laat horen. Er zijn ook al waarschuwingsschoten gelost.

‘Big men’

In de lounge van het Sheraton zijn het intussen dagen als alle andere. De heersende politici en mannen in legeruniformen lachen en drinken thee, misschien bespreken ze hun zakendeals. Coronavirus? Hier? De ‘big men’ wanen zich onaantastbaar op Kampala’s weelderige, groene heuvels. Problemen, die spelen zich beneden af, in de dalen die bruin kleuren door alle krotten.

“Ze zullen daar boven nog verrast worden”, zegt Fred Ssentamu op straat in de buurt Kamwokya. Ssentamu is een broer van de zanger en oppositieleider Bobi Wine, van de populaire ‘ghetto president’ die hier zijn opnamestudio heeft, zijn Fire Base waar hij deze week een lied heeft geproduceerd dat Oegandezen waarschuwt voor het coronavirus. Ssentamu: “De mensen met de macht zijn oud, ze namen tot vorige week nog het vliegtuig en ze zijn gewend om regels te negeren, zoals nu met zelfisolatie tegen het virus.”

President Museveni is 75 en weet ongetwijfeld van Burkina Faso, waar de eerste coronadode de vicevoorzitter van het parlement was en waar zeker vier ministers besmet zijn. In Nigeria heeft de stafchef van president Buhari coronavirus. Voor medische zorg naar Europa vliegen, zoals leiders gewend zijn, is er gezien de problemen in Europa niet bij, merkt Ssentamu op. Oeganda’s machthebbers worden geconfronteerd met hun eigen “verwaarlozing van de gezondheidszorg, met hun corruptie”.

Ssentamu heeft een flacon handgel bij zich, hij spuit links en rechts klodders op de uitgestoken handen van jonge aanhangers van zijn broer Bobi Wine. Ze noemen Ssentamu ‘voorzitter’, ze bieden aan zijn auto te wassen, ze openen voor hem het portier. Daarna gaan ze dicht bij elkaar zitten met hun eigen flacons, die met bananenjenever.

‘God kan het virus wegwassen!’

Een paar kilometer verderop, op Kampala Road, de hoofdweg van de stad, heeft Ismael Zziwa (40) een oplossing voor iedereen, van regering tot oppositie, van oud tot jong en van rijk tot arm. “God kan gemakkelijk het virus wegwassen!”, roept de straatpredikant van de pinksterkerk Triple Blessings Church. Zziwa zegde de islam vaarwel en de katholieken, “die kunnen niet eens een griepje verjagen”. Coronavirus is voor Zziwa geen probleem, hij legt zijn rechterhand op zijn rechterzij: “Toen ik malaria had hoefde ik ook geen medicijn, ik raakte de plek aan waar het zeer deed en zei: In Jezus’ naam, ik verdrijf deze ziekte!”

Mondkapjes zijn dus niet nodig en dat komt mooi uit want, zegt Zziwa, “hoe kunnen mensen aan de overkant van de weg me horen als ik iets voor mijn mond heb? Ik wil iedereen aansteken met mijn boodschap.”