Twee epische discussies over toiletpapier: hoe hang je de wc-rol? En plooien of propje maken?

© ss

WC-rol naar jou of naar de muur toe?

jvr

Deze epische discussie is even oud als het toiletpapier zelf. Hang je de wc-rol met het nieuwe vel óver de rol – dus naar de gebruikerskant – of ónder de rol – dus naar de muurkant. Onder heeft het voordeel dat een kind of een huisdier niet eenvoudigweg de hele rol kan afrollen. Toch zijn het de over-adepten die in de meerderheid blijken te zijn. Logo’s en afbeeldingen zijn meestal gericht op de gebruikerskant. Uit een Amerikaanse bevraging van enkele jaren geleden bleek dat 74 procent van de toiletbezoekers zijn vel toiletpapier het liefst naar zich toe gericht heeft. De wetenschap heeft daar ook een argument voor: als je een vel wc-papier neemt dat naar jou is gericht, raak je alleen dat vel aan. In het andere geval raak je wellicht ook de muur aan, en heb je meer kans om bacteriën op te doen of door te geven. Overigens kan je zeggen dat de discussie al beslecht was nog voor ze begon. Want toen Seth Wheeler in 1891 een patent aanvroeg voor de wc-rol, was die op de bijgaande tekening naar de gebruiker gericht.

Plooien of propje maken?

Het is het andere eeuwige debat tussen toiletpapier­gebruikers wereldwijd: vouw je netjes een aantal vellen of prop je een boel ­papier gewoon ­samen? De website Fold or Scrunch, geheel gewijd aan de discussie, lijst een aantal argumenten op. Plooien is properder, omdat je een grotere oppervlakte bestrijkt dan een prop. Het is nauwkeuriger. Het is economischer en ecologischer omdat je minder vellen gebruikt. Proppen is dan weer gemakkelijker en sneller. Je kan meer druk zetten zonder dat je bang moet zijn dat je vinger door het papier gaat en in het algemeen blijven je vingers verder uit de buurt van de gevaren­zone. Uit hetzelfde onderzoek van daarnet, van ­sanitairproducent American Standard, bleek dat 67 procent vouwt. Dubbel zo veel plooiers als proppers, dus.(

Zo is de wereld verdeeld: vegers en wassers

De wereld is verdeeld in vegers en wassers, schreef Rose George is The big necessity, haar standaardwerk over de grote boodschap. Wij in ons land – en in de rest van noordwestelijk Europa en de ­Angelsaksische wereld – vegen met papier. Maar hoe zit het elders?

Frankrijk is het land waar het bidet werd uitgevonden. De spoelbak voor de poep was ook bij ons een tijdlang in zwang, maar ook onder de Fransen moesten de wassers de duimen leggen voor de vegers.

In Zuid-Europese landen als Spanje en Italië wordt wel nog veelvuldig het bidet gebruikt.

India en Pakistan hebben een watercultuur. Altijd gaat een kannetje water mee naar het toilet. Of er bevindt zich een slang met sproeikop in de buurt van de wc. Vegen met papier wordt beschouwd als onhygiënisch.

In moslimlanden wast men ook. Met de linkerhand, die als onrein gezien wordt. Eten en handen schudden doe je met rechts.

Japan was een land van vegers. Ze werden wassers. Met dank aan twee bedrijven die vanaf de jaren 80 vol­automatische ­toiletten op de markt brachten. Een sproeiarm aan de achterzijde wast de billen met warm water, waarna ze met warme lucht worden gedroogd.

In Zuid-Korea gaan ze nog een stap verder en maken ze ware hightechtoiletten. Ze spelen muziek en hebben wifi. En met je smartphone kies je hoe warm je je water wilt.

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

Beste van Plus

Lees meer

Meest Gelezen