Direct naar artikelinhoud
InterviewPedro Elias

‘Mijn enige focus: dat virus uit ons huis houden’: Pedro Elias maakt zich zorgen over zoontje Rover (4), die chemo krijgt

Pedro Elias met vriendin Evelien Broekaert en zoontje Rover.Beeld RV

‘Blijf binnen. Doe het voor uw bomma. En voor onze Rover.’ Met één glasheldere boodschap op Instagram zegt Pedro Elias waar het dezer dagen om draait: het virus vér weg houden van al wie extra kwetsbaar is, en al helemaal van zijn eigen zoontje. Terwijl de wereld strijdt tegen corona, vecht Rover thuis al een jaar tegen leukemie. ‘Ik ben in continue staat van alertheid. Ik wil me niet inbeelden wat het virus voor Rover zou betekenen.’

Normaal zou Pedro Elias de voordeur lachend opengooien en ons ontvangen in zijn heerlijk chaotisch huishouden. Maar ook een interview moet nu op veilige afstand - via de telefoon. De sympathieke Woestijnvisser schrijft momenteel aan een eigen fictiereeks 'De kist'. Dat doet hij gewoon thuis, samen met zijn lief Evelien Broekaert. En sinds de lockdown dus óók in het gezelschap van het kroost: Mateo (15), Rover (4) en Bonnie (3). "We zijn aan deze coronarit begonnen met een week quarantaine voor mij en mijn oudste zoon. Mateo had een lelijke hoest, en daar was wat paranoia rond. Niet alleen wilde ik dat hij snel beter was, ik moest ook onze jongste zoon beschermen. Rover is kwetsbaar. Door zijn chemotherapie heeft hij weinig witte bloedcellen."

Uitgerekend die witte bloedcellen zorgen voor ons immuunsysteem. Wat zeggen zijn dokters?

"Wat is het effect van dit virus op een leukemiepatiënt? Men wéét het niet. We weten alleen dat Rover minder sterk is. En dat hij dit virus absoluut niet moet krijgen. Ik had een jaar geleden, toen hij de diagnose kanker kreeg, schrik dat Rover zou sterven. Maar Evelien totaal niet, en ik ben meegegaan in haar verhaal. Zo pakken we ook deze crisis aan: positief. Met veel humor. Maar ook met extra angsten."

Angst voor kanker. Angst voor corona. Hoe moet een mens daar allemaal mee om?

"Op de één of andere manier lukt het. Deze week heb ik gedroomd van een gevecht tussen pitbulls. Doorheen het lawaai van die vechtende honden hoorde ik het stemmetje van Rover: hij stapte uit die bende honden, recht op mij af. Ongeschonden. Het lijkt abstract, maar voor mij waren die honden de kankercellen. Mijn onderbewustzijn kwam vertellen dat Rover er wel doorkomt. Dat besef staat evenwel in schril contrast met het feit dat ik amper buiten durf, uit vrees om het virus binnen te halen. Stel dat ik héél even dom, héél even onvoorzichtig ben? Die ongerustheid neemt zo vaak de overhand dat ik denk: is dit nog oké? Ben ik gek aan het worden?"

Zo gek klinkt dat helemaal niet. Hoe is het met de ziekte van Rover gesteld?

"Hij heeft zijn zware chemo achter de rug en is nu - zoals ze dat noemen - in onderhoud. Ze houden zijn witte bloedcellen zo laag mogelijk, zodat de kankercellen minder kans hebben om weer op te duiken. Zijn chemo is nu in pilvorm, één per dag. Verder heeft Rover een perfect normaal leven. Zijn haar is teruggegroeid, zijn wimpers ook. Hij heeft 95% kans om dit te overleven. Dat maakt het niet minder moeilijk. Wij zijn nog altijd verdrietig over het feit dat hij kanker heeft. Maar we leven vooral mee met ouders van 'collega-kindjes' die zwaardere vooruitzichten hebben."

Rover ging maar net terug naar school. Hoe leg je zo'n kind uit dat hij nu opnieuw moet thuisblijven?

"Dat is een beetje schrijnend, hé. Eindelijk naar school, zoals alle kindjes, en nu terúg thuis. Als ik vroeger met de bakfiets naar school reed, zaten er twee blonde kopjes in: Rover en Bonnie. Een jaar lang zat daar maar één kopje. Dat beeld - elke ochtend opnieuw - deed me hartzeer. De laatste maanden keek ik eindelijk terug op twee kopjes in mijn bakfiets, en nu lopen die dus bij ons thuis rond. Maar ik heb geen zelfmedelijden. Deze crisis is voor veel mensen moeilijk."

Het is je anders wel gegund om 'ns stevig te vloeken, Pedro.

"Dat doe ik weleens, in stilte. Wij hebben een jaar in een openluchtgevangenis gezeten met Rover, omdat we nooit ver van Gasthuisberg Leuven mochten zijn. En nu zitten we opnieuw in een gevangenis. Maar deze keer zitten we allemaal vast. Dus nee, ik wil niet zielig doen. Veel liever focus ik mij op hoe wij, mensen, hiermee omgaan. We zijn weerbaar. En veerkrachtig. Plots werken we allemaal via videoconferentie, terwijl er kinderen door beeld lopen - 'Ik wil een banaaan' - en dat lukt ons nog ook."

Hoe ziet zo'n werkdag er uit, in huize Elias?

"Evelien heeft een 'schoolplanning' gemaakt om de kinderen zoveel mogelijk structuur te bieden. Om 10.20 uur is er een fruitje en onze tuin fungeert als speelplaats. We gaan regelmatig fietsen met de kinderen. Evelien en ik schrijven aan de reeks en gaan elk om de beurt joggen. Zodra zij de deur uit is, gooi ik haar hele planning overboord, laat ik schermpjes toe en vreten we stiekem koeken."

In Spanje maakt het virus veel slachtoffers. Heb jij daar nog veel familie wonen?

"Vooral in Barcelona. Maar iedereen die ik ken, is veilig en verstandig. Ik vind het moeilijk dat ik het graf van papa - hij ligt begraven in de Pyreneeën - niet kan bezoeken zoals gepland (Pedro's vader overleed eind 2019, red.). En mijn mama? Zij woont tegenover een park en we gaan regelmatig vlak bij haar woonst op een dekentje onze boterhammekes opeten. Zij staat op haar balkon, wij bellen haar, en dan praten we op twintig meter afstand. Daarna steken wij nog een goed biefstukske in haar brievenbus. En wat marsepein. Dat lust ze graag."

Qua zware tegenslagen werd je het afgelopen jaar niet gespaard. Hoe blijf je lachen, ook nu?

"Ik heb het gevoel dat ik een boksbal ben die flink wat toeken krijgt. Hoe harder je op me toekt, hoe harder ik terugkom. Ik wil niet opgeven. Ik heb een fantastische job en een fantastisch gezin: dat is mijn redding. En noem het een vorm van ijdelheid, maar ik mág nu niet uitvallen. Als ik weer eens een hoestje heb en denk: 'Oei, ik heb het virus, ik moet als een paard in een kamer gaan sterven', herpak ik me meteen. Want ik moét hier zijn. Dicht bij de allerzwakste van mijn gezin. Of misschien vind ik mezelf te belangrijk. Dat kan ook. (lacht)"

Het zijn lastige tijden, en al zeker voor een hypochonder - als ik je zo mag noemen.

"Dat mag je zeker. Ik denk, los van corona, minstens één keer per week dat ik iets ergs mankeer. Ik weet niet wie er aan het roer zit van mijn hersenpan, maar mijn énige focus nu is: dat virus uit ons gezin houden. Ik ben in een continue staat van alertheid. Ik draag voor het eerst in mijn leven rubberen afwashandschoenen. Ik kuis als een bezetene klinken en toiletten en ruik naar allesreiniger. Ik hou me strikt aan alle regels. Ik wil me niet inbeelden wat het virus voor Rover zou betekenen."

Heb jij je druk gemaakt over de lockdownfeestjes twee weken geleden?

"We moeten de feestgangers ongetwijfeld vergeven voor hun naïviteit. Maar ik vond het jammer dat niet iedereen de ernst meteen snapte, ja. Want ik praat hier nu over mijn eigen gezinsleven, maar Rover is lang niet de enige. Heel wat mensen hebben kanker of een andere ziekte, of een leeftijd die je nu niet wil hebben. Vandaag denk ik dat slechts een minderheid nog hardleers is. Ik heb het gevoel dat we samen dat virus gaan platwalsen. En dat er veel kinderen geboren gaan worden - allemaal kleine Coronita's - omdat er a summer of love volgt. En ergens voelt dit ook als een pauzeknop. Ik ben veel met mijn kinderen bezig en ik 'e-peritief' elke avond met vrienden. Ik hoop dat sommige gewoontes blijven hangen."

Zoals de dankbaarheid voor de zorgsector?

"Hoe schoon is dat applaus? Door de ziekte van Rover weet ik wélk verschil verpleegsters en dokters maken. Die mensen hebben ons rechtgehouden. Als wij vandaag een wit laken uit ons raam hangen, is het ook voor hén. Ik wil nooit vergeten wat de zorgsector voor onze zoon heeft gedaan, en nu voor de hele maatschappij aan het doen is."

Het is misschien een detail, Pedro, maar heb jij genoeg wc-papier in huis?

"(lacht) Ik heb nooit mijn kar volgeladen. Maar omdat ik schrik heb van mensen die te dicht in mijn buurt komen, ga ik maar één keer per week naar de winkel. Evelien vond altijd al dat ik te veel kocht - vier honingpotten in plaats van één - en dat is nu niet anders. Eigenlijk ben ik een verdoken hamsteraar. Of noem het een gulzige koper. De laatste weken heb ik subtiel blikjes tonijn ingeslagen."

Tonijn?

"Ja! Terwijl echt niémand in ons gezin dat lust. Maar dat is het meest voedzame per vierkante centimeter! De dag dat we in onze schuilkelder zitten, met uitgemergelde kinderen, zal ik rechtveren en verkondigen: 'Vrees niet! Papa heeft nog tonijn in blik.' (lacht)"

Wat zal het coronavirus jou in the long run geleerd hebben, denk je?

"Ik héb al zoveel geleerd. Ik heb al geleerd om van elke seconde te genieten. Om aan het haar van mijn kind te ruiken als het uit bad komt. Door Rovers kanker heb ik geleerd om actief van hem te houden. Ik bijt in zijn nek en besef dat alles eindig is. Ik heb een jaar geleden gezegd: 'Als we dan toch een slecht lotje moesten trekken, dan wil ik hier iets uit leren.' En dat is: actief lief zijn in het nu, voor iedereen die ik graag zie. Ik denk dat we dát, door corona, nu allemaal hebben geleerd."

Bedankt, Pedro. En stay safe.