Direct naar artikelinhoud
CoronacrisisCurves

Waarom dalen de curves niet? En hoe zie je dat precies, dat afvlakken?

Waarom dalen de curves niet? En hoe zie je dat precies, dat afvlakken?
Beeld ID/ Igor van de Poel

De meesten onder ons krijgen er kop noch staart aan. De coronacijfers schieten dag na dag de hoogte in, terwijl experts sussende woorden spreken. Waarom dalen de curves niet? En hoe zie je dat precies, dat afvlakken van die curve dat volgens experts ingezet is?

Het was alweer een deprimerend moment, de dagelijkse persconferentie van het Crisiscentrum en Sciensano. Viroloog Steven Van Gucht deelde mee dat er opnieuw 82 doden te betreuren vallen, wat de dodentol in ons land op 513 brengt. Er liggen momenteel ook 4.525 patiënten in het ziekenhuis, van wie 927 op intensieve zorgen. Daarvan liggen 696 patiënten aan een beademingstoestel.

Trieste cijfers die bijna de moed doen verliezen en toch had Van Gucht ook een positieve boodschap. “Ja, de cijfers blijven hoog, maar we zien duidelijk dat de epidemie in kracht afneemt”, klonk het hoopvol. Zondag ging professor microbiologie Herman Goossens (UAntwerpen) zelfs nog een stapje verder. Volgens hem zag zijn collega, professor biostatistiek Niel Hens (UHasselt en UAntwerpen), al duidelijk een afvlakking van de curve.

Wat is dat precies, dat afvlakken van de curve en het in kracht afnemen van de epidemie? Volgens Sciensano bedoelde Van Gucht dat de groeiwaarde van de epidemie is afgenomen sinds het begin van de maatregelen. “Dat houdt in dat het aantal gevallen wel nog steeds toeneemt, maar stilaan minder snel dan de exponentiële curve die we zouden zien mochten we niets hebben gedaan”, klinkt het op de persdienst. Waar nog eens benadrukt wordt dat het van het allergrootste belang is om de maatregelen te blijven volgen. Zo niet wint de epidemie binnen de kortste keren weer aan kracht.

Maar hoe zie je dat, dat ‘de curve’ minder snel toeneemt dan verwacht? Zowel het aantal bevestigde gevallen, het aantal ziekenhuisopnames, het aantal mensen op intensieve en het aantal doden, alle curves gaan nog altijd in stijgende lijn. Daarin is geen knik te zien.

Dat komt omdat we eigenlijk naar de verkeerde curves kijken, stelt professor medische statistiek Geert Molenberghs (KU Leuven en UHasselt). “De curves die elke dag verschijnen, zijn cumulatieve curves. Waar je dus telkens het getal van de dag bij de vorige dagen optelt. Die curves gaan inderdaad alleen maar de hoogte in en koerswijzingen zijn dan slecht te zien.”

Om te weten of  ‘de curve aan het afvlakken is’, moeten we vooral drie curves in het oog houden, meent hij. Het aantal nieuwe ziekenhuisopnames per dag, het aantal bezette bedden op intensieve zorgen per dag en het aantal doden per dag. En belangrijk, ze horen ook in die volgorde bekeken te worden.

Bokkensprongen

Nu wordt in eerste instantie gefocust op het aantal nieuwe ziekenhuisopnames. Wat van de drie curves het eerste in de tijd komt, moet ook het eerst ‘afvlakken’. Een afvlakking is geen daling, maar een minder snelle stijging of in het beste geval een stabilisatie. En die curve ziet er inderdaad hoopgevend uit. De curve stijgt nog wel, maar lijkt de afgelopen dagen veeleer – op wat schommelingen na – wat te stabiliseren. Wat wil zeggen dat de stijging de afgelopen dagen min of meer even groot genoemd kan worden. Dat curves hier en daar bokkensprongen lijken te maken, is normaal. Dat heeft vooral te maken met wat statistici ‘rapporteringsdelay’ noemen. Cijfers die, zeker tijdens het weekend, al eens met vertraging doorgegeven worden. En cijfers schommelen nu eenmaal een beetje.

Als die trend met de nieuwe hospitalisaties zich de komende dagen doorzet, moet je na enige tijd ook een gelijkaardig effect zien in de opnames op intensieve en uiteindelijk ook in het aantal doden, stelt professor Molenberghs. “Op dat laatste zit de bevolking vooral te wachten, maar dat zal wellicht nog wat op zich laten wachten. De virale infectie komt als een dieseltrein op gang. Als iemand besmet raakt, kan het een hele tijd duren vooraleer die ziek wordt en daarna zo ernstig achteruitgaat dat hij uiteindelijk komt te overlijden. Hoe lang die periode duurt, kan heel erg variëren. Dat kan gaan van een aantal dagen tot vijf weken en zowat alles daartussenin. Met andere woorden, mensen die vandaag overlijden kunnen op heel verschillende momenten in het verleden besmet geraakt zijn. Waardoor het bijzonder moeilijk te voorspellen is hoe die dodencurve zal evolueren.”

Bio- en medische statistici houden dus die drie curves nauwlettend in de gaten en laten daar allerhande wiskundige modellen op los in de hoop zicht te krijgen op hoe de epidemie zich verder zal ontwikkelen. Ook professor Molenberghs waagt zich aan voorzichtige voorspellingen. “Wat we nu zien voor Italië is dat het aantal overlijdens per dag een plateau aan het bereiken is. Wellicht, als alles goed gaat, blijft dat eerst een tijdje zo en begint het dan naar beneden gaan. Bij ons is het nog niet zo ver. We moeten heel voorzichtig zijn. 

“Er zijn inderdaad aanwijzigingen dat de curve van de ziekenhuisopnames begint af te vlakken. En hopelijk zien we binnen een dag of vijf aanwijzingen dat ook het aantal gebruikte intensieve bedden stabiliseert. Maar dan gaan we zeker nog een volle week moeten wachten vooraleer we dat ook in de overlijdens gaan zien. Wat bepaalde modellen voorspellen, is dat het aantal doden de komende dagen nog een eind boven de honderd zal zijn. Daar zullen we wel rekening mee moeten houden.”