Nikolas Kokovlis/NurPhoto

Wat IJsland ons kan leren over het coronavirus

IJsland heeft momenteel iets meer dan 1.000 bevestigde coronapatiënten, maar slechts twee mensen zijn er overleden aan het virus. Herman Goossens, professor microbiologie aan de Universiteit Antwerpen, legt uit hoe dat komt: door een hogere testcapaciteit kan IJsland meer tests uitvoeren, ook op mensen die geen symptomen vertonen. Daaruit blijkt dat meer mensen besmet zijn dan verwacht, en dat vooral jonge mensen drager van het virus zijn, zonder zelf symptomen te vertonen. "Ik ben er vrij zeker van dat de verspreiding ook op die manier in België is verlopen, veel vroeger dan we dachten", vertelt professor Goossens in "Nieuwe feiten" op Radio 1.

Drie keer meer besmettingen per inwoner dan in België, maar tien keer minder doden. Dat lijken indrukwekkende en interessante cijfers uit IJsland, en dat zijn ze ook, tenminste als ze juist geïnterpreteerd worden. Herman Goossens, professor microbiologie aan Universiteit Antwerpen legt uit wat die cijfers betekenen, en wat we eruit kunnen concluderen.

Waarom lijkt het aantal besmettingen zo hoog?

IJsland kan veel meer testen dan België, dankzij een uniek project in de wetenschappelijke wereld: het bedrijf deCODE registreert de genetische codes van heel de bevolking, zo'n 360.000 inwoners. Zo wordt bijgehouden wie met wie verwant is op het eiland. 

Het bedrijf deCODE heeft dus ook de apparatuur die nodig is voor zo'n immens genetisch onderzoek, en laat net dat heel handig zijn tijdens deze pandemie. "Ze kunnen moleculaire tests uitvoeren", legt Goossens uit, "en heel het bedrijf heeft zich nu massaal geheroriënteerd naar de diagnostiek van het coronavirus." Zo heeft IJsland in korte tijd veel testcapaciteit bij kunnen creëren.

IJsland kan dus ook meer testen per inwoner uitvoeren dan België: het land heeft al vijf procent van zijn totale bevolking getest, tegenover een halve procent geteste Belgen. Het kan dus lijken alsof IJsland met 1.086 bevestigde besmettingen, met een veel kleinere bevolking, relatief harder is getroffen dan België (momenteel 12.557 bevestigde besmettingen), maar dat is dus niet zo.

Waarom zijn er zo weinig sterfgevallen?

Slechts twee sterfgevallen tot nu toe: dat is, zelfs voor een land met een laag bevolkingsaantal, een zeer mild cijfer. Goossens is niet verwonderd: "Mensen leven er sowieso al veel meer geïsoleerd: IJsland is groter dan België en er leven veel minder mensen. Dat zie je ook in het uitgestrekte Zweden, waar er tot nu toe relatief weinig overlijdens zijn."

Ongeveer de helft van de ontdekte, jonge IJslandse gevallen vertoont geen symptomen

Herman Goossens, professor microbiologie aan de UA

Maar ook de IJslandse aanpak blijkt te werken: "Zelfs mensen met milde symptomen worden meteen geïsoleerd. Zo is het risico op verdere verspreiding, en dus ook een oplopend dodental, beperkt."

"Bovendien vertoont ongeveer de helft van de ontdekte gevallen geen symptomen: door de hoge testcapaciteit kan IJsland ook hen testen", voegt Goossens toe. De verspreiding van het virus is er dus veel beter in kaart gebracht, en dat zal zich ook laten merken in het aantal doden.

Wat leert IJsland ons over het virus?

Het feit dat ook mensen zonder symptomen getest kunnen worden, leert ons meer over hoe het virus zich verspreidt: "Als je kijkt naar de leeftijdscurve, zie je hetzelfde als in pakweg Zuid-Korea: het merendeel van de besmette mensen is tussen 20 en 40 jaar oud. Ongeveer de helft van die mensen heeft het niet eens door", vertelt Goossens.

Het merendeel van de besmette mensen is tussen 20 en 40 jaar oud

Herman Goossens, professor microbiologie aan de UA

Jonge mensen kunnen dus ongemerkt het virus doorgeven aan hun ouders en grootouders, en de verspreiding van het virus kan vroeger hebben plaatsgevonden dan we zouden denken. "Na enkele weken zie je dan meer opnames en sterfgevallen, en is het al te laat om in te grijpen. Ik ben er vrij zeker van dat het ook zo gegaan is in België. Het zou kunnen dat jonge mensen in januari, februari of maart al besmet waren, en het virus ongewild verspreid hebben."

"Binnen een paar weken hebben we daar meer uitsluitsel over", voegt Goossens nog toe. "We kunnen kijken naar serumbanken van januari, februari en maart, en zo zien of we al antistoffen kunnen terugvinden. Dan zullen we zien hoelang het virus al bij ons was."

Beluister hier het volledige gesprek uit "Nieuwe feiten" op Radio 1:

Beluister hieronder het volledige gesprek in "Nieuwe feiten":

Meest gelezen