Coronacrisis
Psychologische hulp in Jessa: “Zorgverleners vragen moeilijk zelf om zorg”
HASSELT
“Iedereen van ons is er bang voor: de dag dat er een familielid wordt binnengebracht. Omdat we weten hoe hevig het virus kan toeslaan”, zegt spoedverpleger Frederick Bervoets van het Jessa Ziekenhuis in Hasselt. Omdat ook zorgverleners met angsten en beslommeringen zitten, heeft het ziekenhuis een corona support team opgericht. Dat biedt psychologische steun aan artsen en verpleegkundigen die het even moeilijk hebben.
LIVE. Volg hier alle ontwikkelingen over het coronavirus
LEES OOK. Gitzwarte dag voor Limburg: 19 coronadoden, 102 in totaal
Zo’n twee weken geleden staken verschillende diensten van het ziekenhuis de koppen bij elkaar: de sociale en pastorale dienst, psychologen, morele consulent, kankerbegeleiders en het palliatief support team. Doel? Zorgverleners ondersteunen die het tijdens de onmenselijke strijd tegen het virus moeilijk krijgen, maar ook patiënten en hun families psychologisch bijstaan. Dat werd het corona support team (CST) dat uit een veertigtal mensen bestaat, verspreid over de Hasseltse campussen Jessa en Salvator en Sint-Ursula in Herk-de-Stad.
“De medische triage die we doen, scheidt patiënten en families. Soms voor altijd. En dat knaagt wel aan mij.” Frederick Bervoets spoedverpleger Jessa Ziekenhuis
Kristel Mulders (een van de CST-coördinatoren): “Zorgverleners geven zorg, maar vragen hier moeilijk zelf om. Daarom is belangrijk dat wij voldoende zichtbaar zijn voor hen.”
Jessie Schoofs (psycholoog): “We willen proactief werken om de stress op te vangen die bij de zorgverleners aan de oppervlakte kan komen. We willen verbindend werken tussen onze mensen.”
Schoofs: “Ja, we bereiken gelukkig steeds meer personeelsleden en proberen niemand uit het oog te verliezen. Ze moeten beseffen dat ze nu op adrenaline werken en dat dit een valkuil kan zijn voor de nabije toekomst. Sommigen zullen daarvan de rekening gepresenteerd krijgen, maar dat willen we voor zijn. ”
Mulders: “We passeren tijdens de pauzes of na de shift. Dan hebben ze eventjes de tijd om hun emoties te ventileren. Uit gesprekken kwam vaak terug dat ze graag een medewerkerslounge hadden. Een oase van rust waar ze na het werk even op adem konden komen voor ze naar huis gaan. Die ruimte is er nu.”
LEES OOK. Antwerpse ziekenhuizen springen Limburgse bij
Frederick Bervoets: “Mijn eerste dagen in volledige beschermingsoutfit waren angstig. Als verpleegkundige probeer ik zo dicht mogelijk bij de patiënten te staan en een babbeltje te slaan. Door mijn eigen angst viel dat weg, maar nu gaat het weer zoals vroeger. Je leest de angst in de ogen van de mensen, het is heftiger dan anders. Ik zie soms collega’s in tranen. Of je hoort het hartverscheurende verhaal van een arts wiens beste vriend op sterven ligt en die boos is omdat hij er zo machteloos tegenover staat.”
Bervoets: “Op de spoed worden de patiënten en hun families letterlijk gescheiden. Als je de medische voorgeschiedenis van sommige patiënten ziet, weet je dat dit voor sommigen het laatste moment is dat ze elkaar nog levend zien. De medische triage die we doen, scheidt ook families. Soms voor altijd. En dat knaagt wel aan mij.”
Mulders: “Ik vind het anderzijds wel fijn dat de krant nu ook de cijfers vermeldt van de mensen die het ziekenhuis hebben mogen verlaten. Goed nieuws helpt ook. Vorige week was er de eerste patiënt die van intensieve weer naar een gewone afdeling kon gaan. Voor de verpleegkundigen was dit een klein succesverhaal waaraan ze zich konden optrekken.”
Mulders: “De angst van het thuisfront komt vaak terug. Het CST stelt zich ook open voor de partners van het zorgpersoneel en de kinderpsychologen bieden ondersteuning voor hun kinderen die met vragen zitten.”
Schoofs: “Het is niet gemakkelijk, omdat thuis normaal de plaats is waar je de batterijen kunt opladen na een zware werkdag. En die familiale geborgenheid lijdt daar nu ook onder.”
Bervoets: “Ik moet eerlijk toegeven dat ik na mijn werk niet altijd even te genieten ben. Als iemand mij belt, dan vraag ik soms of ze mij met rust kunnen laten.”
Mulders: “Ja, dat is al gebeurd. Met het CST proberen we dat te beperken. We benadrukken ook dat we ons kwetsbaar mogen opstellen en grenzen mogen aangeven. Dit is heel belangrijk, want we kunnen elke zorgkundige goed gebruiken in de strijd tegen corona.”
Schoofs: “Ze denken nog te vaak: ‘Wie ben ik om dat te vragen, terwijl er nu vele grotere problemen zijn’. Dat is verkeerd. Vraag het juist wel en geef je grenzen aan.”
Bervoets: (twijfelt) “Het is een dubbel gevoel. Tijdens de eerste dagen hoorde ik het applaus tot binnen in de box waar ik werk. Dat was echt een fijn gevoel. Anderzijds doen we dit werk al jaren. Elke dag, elke nacht en elk weekend. Misschien kan er na deze crisis op de een of ander manier wat meer waardering voor de zorgsector komen.”
Schoofs: “Wat corona ons nooit meer afneemt, zijn de collegiale banden die nu gesmeed worden en die ons sterker zullen maken in de toekomst. En we hopen na de crisis de werking van het CST te kunnen uitbreiden naar het personeel van het hele ziekenhuis.”