Direct naar artikelinhoud
InterviewMarc Van Ranst

‘Onjuist wat men mij in de mond legt’: Marc Van Ranst over de hetze rond mondmaskers

Viroloog Marc Van RanstBeeld Tim Dirven

Viroloog Marc Van Ranst (KU Leuven) zegt dat het dragen van mondmaskers voor burgers toch zinvol kan zijn. Het leek in Terzake dat hij stelde dat het tot nu toe werd afgeraden, omdat er onvoldoende mondmaskers in voorraad waren. Dat komt hem op forse kritiek te staan. Is de wetenschap hier ingezet voor strategische redenen? ‘Helemaal niet, het is feitelijk onjuist wat men mij in de mond legt.’

U liet in Terzake verstaan dat het wél zin zou hebben dat burgers een mondmasker dragen, maar dat dit niet is verteld, omdat we er te weinig hebben voor de zorgsector. Een bewuste strategie? 

Van Ranst: “Helemaal niet. Ik heb dat nooit gezegd. Het is feitelijk onjuist dat het een strategie is geweest. Bepaalde partijen, zoals de N-VA, proberen garen te spinnen bij het idee dat België het enige land is waar burgers niet massaal mondmaskers moeten dragen. Men zegt en schrijft nu dat steeds meer landen hun bevolking vragen om verplicht een mondmasker op te zetten als ze het huis verlaten. Is dat wel zo? Welke landen dan? Tsjechië en Slowakije, that’s it. Intussen doet men alsof het een wereldwijde strategie aan het worden is. Mijn visie is exact dezelfde als die van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO).”

U zei toch dat uw visie is ingegeven door het gebrek aan mondmaskers in ons land? 

“Het is een feit dat er te weinig mondmaskers zijn om alle onze zorgverleners te voorzien. De mondmaskers helpen ook bij mensen die al ziek zijn. In dat geval is het nuttig dat zij er een dragen, maar in de huidige situatie moeten mensen, of ze nu ziek of niet ziek zijn, thuisblijven. Zo simpel is het.

“Als we de maatregelen op een bepaald moment gaan versoepelen, zullen er omstandigheden zijn waarin mondmaskers nodig zijn. Bijvoorbeeld als we het openbaar vervoer opnieuw meer gaan promoten. Op dat moment kan dat nuttig zijn om een mondmasker te dragen. Ik neem nu geregeld de trein en ik kan u zeggen: je zit alleen in zo'n coupé. Dan heeft een mondmasker geen zin. 

“Ook in een fase waarbij we weer iedereen tegelijkertijd in de supermarkt toelaten, is het dragen van mondmaskers een mogelijkheid die we in de evaluatiecel zullen bespreken.”

Marc Van Ranst in het Rega-instituut, LeuvenBeeld Tim Dirven

Is het belang van mondmaskers geminimaliseerd, louter omdat er een tekort was? 

“Dat praktisch probleem speelt natuurlijk mee.”

Zijn er dan afspraken gemaakt met de overheid, bijvoorbeeld in het Wetenschappelijk comité, omdat zo gezamenlijk uit te dragen?

“Er valt helemaal niets af te spreken. Ik hoop dat we niet in complotten beginnen te denken. Het is nooit een geheim geweest dat er een tekort aan mondmaskers bestond. Die informatie is niet achtergehouden. We hebben altijd gezegd dat door het tekort aan mondmaskers de gezondheidszorg eerst moest komen. Ik heb zelfs opgeroepen op sociale media om mondmaskers binnen te brengen in ziekenhuizen. 

“We hadden simpelweg geen strategische stock en dat is een ramp. Maar je moet wel verder. In China kan men massaal mondmaskers dragen omdat de stocks daar worden gemaakt, maar die voorraden komen slechts mondjesmaat naar hier. Toen ik in 2009 griepcommissaris was, hebben we een voorraad van miljoenen mondmaskers aangelegd, maar die stock werd intussen blijkbaar vernietigd. Ik weet één ding zeker: bij een volgende pandemie zullen we weer een strategische stock hebben.”

Er is dus toch om strategische redenen gecommuniceerd dat mondmaskers geen nut hebben?

“Neen. Enerzijds is er het tekort. Anderzijds schragen we onze adviezen met die van de Wereldgezondheidsorganisatie, die zegt dat mondmaskers voor burgers nodig zijn als ze zorg dragen voor besmette personen, of als ze zelf symptomen vertonen zoals hoesten of niezen. Zo’n masker beschermt dan ook niet jezelf, maar anderen.”

Ik kan toch besmet zijn zonder het te weten, omdat ik bijvoorbeeld geen of milde symptomen vertoon?

“Dat kan, maar dan zal u het virus ook minder verspreiden.”

Een aantal artsen zegt dat het wél zinvol is dat iedereen een mondmasker draagt. Zo pleit bijvoorbeeld Jean-Luc Gala, specialist infectieziekten aan het universitair ziekenhuis Saint-Luc, daarvoor in Knack.

“Iedereen mag een mening hebben, maar dit is niet wat de meerderheid van de virologen zegt, noch wat de WHO zegt. Dat zijn toch ook wetenschappers. Iedereen die nu iets anders zegt, krijgt aandacht. Zeker in deze fase, waarin de piek dichterbij komt, krijgt een afwijkende mening gehoor, alleen maar omdat iedereen nerveus is. 

“Bij een pandemie krijg je altijd op een bepaald moment een opbod van forse maatregelen. Zodra je voorbij de piek bent, ebt dat ook weer weg. Terwijl het net is wanneer we de maatregelen weer verlichten, dat ik denk dat het dragen van mondmaskers nuttig kan zijn.”

Uw uitspraken zorgden alvast voor de nodige kritiek. Onder meer econoom Andreas Tirez en filosoof Maarten Boudry stellen op Twitter dat dit de geloofwaardigheid van en het vertrouwen in wetenschappers kan ondermijnen.

“Dat snap ik niet, hoor. Omdat ik rekening hou met pragmatische overwegingen? Gaan we nu serieus pleiten voor wetenschap die losstaat van de samenleving? Je houdt als wetenschapper natuurlijk wél rekening met de realiteit. Dat lijkt me maar goed ook. Was uw handen, blijf thuis: dat zijn maatregelen die veel meer bijdragen dan mondmaskers. Maar uiteraard krijgen dissidente standpunten aandacht en zijn er politieke partijen die daar garen bij willen spinnen.”