Direct naar artikelinhoud
CoronacrisisThuiswerken

‘Het lukt je niet meer om de knop om te draaien’: telewerken kan tot burn-outs leiden

Ingenieur Eva Gadeyne (26): ‘Nu die laptop er altijd is, merk ik dat ik prikkelbaarder, meer gestrest ben.’Beeld Tim Coppens

Opgepast: telewerken kan tot burn-outs leiden. Volgens een Britse studie is het verleidelijk om vanuit ons thuiskantoor het gaspedaal te hard in te drukken. ‘Mijn vriendin zei: ‘Het lukt je niet meer om de knop om te draaien.’’

“Ik heb zelfs het gevoel dat we harder aan het werken zijn dan normaal.” Dat zei een van de hoofdredacteurs van deze krant tijdens een redactiemeeting via Google Hangouts vorige vrijdag. Hij zou weleens gelijk kunnen hebben. En helemaal zonder risico is dat niet.

Volgens een Britse studie waar het invloedrijke vaktijdschrift van de Harvard Business School over bericht, is burn-out een (onverwacht) gevaar van telewerken. Onderzoekers van Cranfield University, nabij Londen, stellen dat “werknemers die van thuis uit werken, soms de nood voelen om zich harder in te spannen voor de werkgever”. Het kan dan gaan om langere uren kloppen, e-mails laat op de avond nog beantwoorden, weekends opgeven, vakantiedagen laten opstapelen… De baas op zijn beurt kan dan weer de workload verhogen, want ja, het personeel moet toch werk genoeg hebben?

Consultant Nicolas Bas (33) uit Antwerpen heeft voor alle duidelijkheid geen burn-out, maar de voorbije weken zag hij wel de mogelijke nefaste gevolgen van het thuiswerken. “Zeker in het begin van de lockdown had ik de ene conference call na de andere”, zegt Bas. “Vroeger zat ik in de wagen tussen twee meetings door en had ik een rustmoment om alles even te verwerken. Plots viel dat weg. Ik nam geen pauzes meer, begon voor mijn laptop te eten, iets wat ik op het werk nooit deed. Ik kon mijn job niet meer loslaten. Ook mijn vriendin merkte dat op. ‘Het lukt je niet meer om de knop om te draaien’, zei ze.”

Consultant Nicolas Bas (33): ‘Ik ben nu zeker dat ik geen voorstander ben van structureel thuiswerken.’Beeld Tim Coppens

Een gevoel dat ingenieur Eva Gadeyne (26) uit Brussel herkent. “Op ons werk zijn we heel erg doordrongen van het idee: als je naar huis gaat, laat je je werklaptop achter en ben je niet meer bezig met de job. Nu die laptop er altijd is, merk ik dat ik prikkelbaarder, meer gestrest ben.”

Nochtans is de verwachting dat telewerken tot minder stress leidt, net doordat je meer zelf kunt plannen en meer autonomie ervaart, toch? Arbeidseconoom Stijn Baert (UGent) nuanceert: “Dat we nu massaal aan het thuiswerken zijn, is heel plots gekomen. Normaal wordt dat in ondernemingen geleidelijk ingevoerd. De eerste zes maanden mogen werknemers het niet doen en dan stap voor stap bouwen ze dat op. Nu zijn we in snelheid gepakt. Veel mensen moeten heel hard zoeken hoe ze dat nu het best invullen. Bij sommigen kan dat extra stress veroorzaken of de nood versterken om zich meer te willen bewijzen.”

Volgens Eric Junes, senior talent expert bij SD Worx, zijn we al jaren aan het praten over het nieuwe werken, waaronder telewerk, maar bestaat er nog veel onwetendheid over. “Het is niet zomaar iemand thuis zetten met een laptop en zeggen: ‘Doe maar.’ Er komt veel meer bij kijken.”

Hij erkent dat deze coronacrisis en het bijhorende thuiswerken bij sommige mensen tot overspanning en in een beperkt aantal gevallen tot burn-out kan leiden, maar de verklaring is complexer dan ‘ik heb het gevoel dat ik me tegenover mijn baas harder moet bewijzen’. “Tal van factoren spelen een rol”, zegt Junes. “Er is het wegvallen van de routine. Mensen waren gewoon om ’s ochtends een boterhammetje te eten, nog even de hond uit te laten en dan naar het werk te vertrekken. Nu hoor ik werknemers die zich recht vanuit hun bed naar hun laptop katapulteren, en er de ganse dag nauwelijks achter uit komen. Zo creëer je natuurlijk stress voor jezelf. Het is belangrijk dat er tijd is om te ontbijten en een koffie te nemen. Uiteindelijk winnen we al veel tijd met het woon-werkverkeer dat wegvalt. De productiviteitswinst is er zeker.”

“Maar ook de isolatie speelt een rol”, vervolgt hij. “We zijn sociale beesten, hebben nood om geregeld stoom af te blazen bij collega’s. Dat gaat nu niet. Vergeet ook de gezinsstructuur niet. Families zitten nu op elkaars lip, zijn dat niet gewoon en dat kan eveneens nervositeit induceren. Al die zaken kunnen leiden tot vermoeidheid, overspanning en in extreme mate tot burn-out.”

De rol van werkgevers hierin is eerder beperkt, maar volgens het tijdschrift van Harvard Business School kunnen ze wel het goede voorbeeld geven door hun personeel aan te moedigen “om af en toe wat gas terug te nemen (zelfs als werknemers dat zelf niet willen), om hen aan te sporen een dagje vakantie te nemen of tijd met familie te spenderen”.

Consultant Bas heeft zich na deze chaotische eerste lockdown-weken opgelegd om het anders te doen. “Tussen twee calls door las ik nu een pauze in. Eten achter mijn laptop doe ik ook niet meer en ’s avonds probeer ik het werk nu te laten voor wat het is. Ik ben nu ook zeker dat ik geen voorstander ben van structureel thuiswerken.” Een wandeling of wat yoga na het werk doet voor Gadeyne dan weer wonderen. “Kleine dingen waardoor ik het gevoel heb: oké, mijn werkdag is gedaan.”

De deskundigen geven aan dat het vooral belangrijk dat werknemers de kans krijgen om over hun ervaringen te praten. “Vraag hen hoe ze deze situatie beleven”, zegt Junes. “Laat hen niet enkel over het werk ventileren, maar ook over hun emoties. Onze medewerkers kunnen daarvoor te allen tijde terecht bij een speciale hulplijn. En omgekeerd geldt voor werknemers: ondersteun uw leidinggevenden. Zij moeten ook nog wat zoeken naar het juiste evenwicht tussen loslaten en sturen op resultaten. Maar al doende leert men.”

Onze andere hoofdredacteur sloot vorige vrijdag af met: “We beseffen dat dit geen evidente periode is. Als je vakantie hebt gepland, neem ze op. Als het te zwaar is of je hebt het lastig, laat iets weten, we kunnen dat moeilijk van op afstand zien, maar trek zeker aan de alarmbel.”

Goed dat ze ons eraan herinnert.