132 nieuwe sterfgevallen, 578 nieuwe opnames: 'Cijfers lijken te stabiliseren, dat is bemoedigend'

De voorbije 24 uur kwamen 578 nieuwe patiënten in het ziekenhuis terecht, 377 mensen zijn ontslagen. Het aantal nieuwe opnames blijft zo opnieuw vrij stabiel. Er vielen 132 doden. Het totaal aantal overlijdens door covid-19 staat zo op 1.143.

edm, rvs

Op dit moment liggen 5.552 mensen in het ziekenhuis met het sars-CoV-2-virus, dat is een stijging van 176 in de afgelopen 24 uur. Gisteren werden 578 nieuwe patiënten opgenomen. 1.205 covid-19-patiënten liggen op intensieve zorg, een stijging van 61. 916 patiënten hebben beademing nodig. De cijfers werden bekendgemaakt op de dagelijkse persconferentie van het Crisiscentrum.

'We krijgen regelmatig de vraag hoe het komt het dat er ondanks maatregelen steeds nieuwe gevallen bijkomen', zegt viroloog Steven Van Gucht. 'Maar de cijfers lijken te stabiliseren, dat is bemoedigend. Het aantal nieuwe gevallen schommelt tussen 500 en 600 per dag. Of we een plateau hebben bereikt, zullen de volgende dagen moeten uitwijzen.'

'De epidemie evolueert veel trager dan indien we niets hadden gedaan, en wordt beheersbaar. Steeds meer mensen bouwen immuniteit op, hopelijk zullen de cijfers daardoor dalen. Maar inspanningen blijven belangrijk, ook wanneer de cijfers zouden zakken.'

Er zijn in België momenteel 2.393 bedden voorzien op intensieve zorg voor covid-19-patiënten. Die zijn momenteel voor ongeveer 55 procent bezet, dus er zijn nog meer dan 1.000 bedden beschikbaar', benadrukt Van Gucht. 'Er is altijd een risico op verzadiging van ziekenhuizen. Verschillen in het aantal gevallen tussen regio's kunnen een tijdelijke verzadiging van het aantal bedden geven, maar dan wordt het verdeelplan ingeschakeld.'

60 procent van besmettingen in Vlaanderen

Er werden gisteren 1.422 nieuwe bevestigde gevallen gerapporteerd: 865 in Vlaanderen, 374 in Wallonië, en 167 in Brussel. Voor zestien gevallen waren er geen gegevens over de woonplaats beschikbaar. Tot nu toe werden in totaal 16.770 besmettingen gemeld in ons land, maar dat blijft een onderschatting van het werkelijke aantal. Zestig procent van de besmettingen werd vastgesteld in Vlaanderen, 27 procent in Wallonië en 11 procent in Brussel.

'De maatregelen zijn erop gericht zo veel mogelijk ontmoetingen tussen verschillende groepen te vermijden', vult Emmanuel André aan. 'Binnen die groepen, bijvoorbeeld in rusthuizen, kan het virus zich blijven verspreiden. Daardoor blijven er infecties bijkomen. Dat is moeilijk tegen te houden. In rust- en verzorgingstehuizen is het bijvoorbeeld onmogelijk voor bewoners en zorgverleners om voldoende afstand te houden.'

'Aantal nieuwe opnames stijgt niet meer'

Is de piek al bereikt? 'Het aantal personen dat zich aanmeldt met klachten die gerelateerd lijken aan corona, lijkt te stabiliseren. Het aantal nieuwe opnames stijgt niet meer, dat is een belangrijk teken. Maar mensen worden nog besmet, vooral binnen die groepen waar we het over hadden. Daar moeten we nog meer aandacht voor hebben. We zullen u informeren wanneer die piek bereikt is, maar we moeten nu vooral de inspanningen volhouden', aldus André.

Zestig procent van de besmettingen wordt in Vlaanderen vastgesteld, maar toch worden meer doden in Wallonië en Brussel gerapporteerd. 'Het is te vroeg om daar conclusies uit te trekken', zegt Van Gucht. 'Er zit een vertraging op de rapportering van de overlijdens. Dat wordt zeker onderzocht, maar ik zou er niet zomaar vanuitgaan dat er verschillen zijn tussen regio's op basis van de huidige cijfers.'

'Ondanks dat we meer testen, blijft het aantal bevestigde gevallen rond hetzelfde cijfer hangen', benadrukt Van Gucht. 'Dat geldt ook voor het aantal nieuwe opnames. Het is pas wanneer de cijfers beginnen te dalen, dat we met zekerheid kunnen zeggen dat we de piek hebben gehad. Dat is wat eigen is aan de definitie van een piek.'

De experts houden zich nog op de vlakte over het gebruik van chloroquine. 'De studies over chloroquine zijn beperkt in omvang, we wachten nog op resultaten van eerste klinische studies. De eerste resultaten op het terrein zijn bemoedigend, maar we moeten dat met korrel zout nemen. Sommige mensen genezen ook uit zichzelf, het is nog niet duidelijk wat chloroquine doet. Dat zullen die klinische studies uitwijzen.'

'Enkel barbecuen met het gezin'

Ook het voorspelde mooie weer werd besproken op de persconferentie. 'Veel plannen in de paasvakantie kunnen door het virus niet doorgaan. Deze crisis vergt veel van iedereen', weet woordvoerder Yves Stevens. 'De komende dagen kan genoten worden van de zon, zij het met respect voor de maatregelen. Wandelen, fietsen en lopen in gezinsverband of met één vriend mag, maar het is niet toegestaan om met de auto naar de fruitstreek of de Ardennen te rijden.'

'Alle andere vormen van recreatie, zoals motorrijden of zeiltochten, zijn niet toegelaten. Barbecuen kan, maar dan enkel met het gezin. Buren en vrienden uitnodigen zal voor later zijn. Een picknick in het park, ook alleen met het gezin, kan niet. Maak er, ondanks deze vreemde omstandigheden, een mooi weekend van.'

'Hou vol, blijf thuis, zorg voor jezelf en zorg voor de anderen', sluit Benoît Ramacker af.

De druk op de zorg blijft door het coronavirus erg hoog. Dat is ook in het Regionaal Ziekenhuis Heilig Hart in Tienen het geval. We laten hen in de video hieronder aan het woord.

Steven Van Gucht: rustig, empathisch en heerlijk helder

© blg, pn, isopix, nm

Wie is Steven Van Gucht, de man die elke dag zegt hoeveel doden er zijn gevallen? ‘Ik had zelf ooit smetvrees, ik weet wat mensen moeten doen.’

BRUSSEL - ‘Nachten met drie, vier uur slaap zijn geen uitzondering’, zegt viroloog Steven Van Gucht (43). De voorzitter van het Wetenschappelijk Coronacomité kan het virus niet meer loslaten. ‘Ik val heel gemakkelijk in slaap. Dat is geen probleem. Maar ik schiet snel weer wakker. Welk advies ga ik straks geven? Hoe moet ik de nieuwe cijfers interpreteren? Er raast van alles door mijn hoofd. Het is moeilijk om de machine te stoppen. Ook het virus staat nooit stil.’

Van Gucht gooit hoge ogen op de dagelijkse persconferentie van het Crisis­centrum en in de actuaprogramma’s. De ­viroloog neemt de tijd om te spreken. Hij praat helder en straalt rust uit. ‘Ik denk dat mensen nood hebben aan structuur en conti­nuïteit’, zegt hij daar zelf over.

Het hoofd van de dienst virale ziekten bij Sciensano is aangeduid door het kabinet van minister Maggie De Block (Open VLD). Hij bleek de geknipte persoon – ‘rustig en met kennis van zaken’. ‘Ik heb alles laten vallen. Ik ben al een maand niet meer in het lab geweest.’

‘Toch kan ik dit maar door één reden blijven volhouden’, lacht Van Gucht. ‘Mijn buurvrouw kookt elke dag voor mij en strijkt mijn hemden. Mijn ex-partner gaat voor mij om boodschappen. Zonder hen was dit niet mogelijk.’

Varkens

‘Ik ben zo blij dat mensen nu weten dat Vlaanderen meer dan één viroloog telt’, zegt Kristien Van Reeth, hoofddocent virologie aan de faculteit Diergeneeskunde aan de UGent. Ze is trots op haar pupil. ‘Ik ben blij dat een dierenarts vandaag ons land informeert en geruststelt. Hij heeft de juiste voorgeschiedenis en is een zeer goede communicator, mondeling en op papier.’

Van Reeth begeleidde het doctoraat van Van Gucht tussen 2000 en 2005, een onderzoek naar adem­halingsvirussen bij varkens. ‘Ik heb al vaak aan de varkens teruggedacht’, zegt Van Gucht, die in de Frans­talige pers de bijnaam ‘Monsieur corona­virus’ kreeg. ­‘Rabiës of hondsdolheid is ­eigenlijk mijn dada. Maar tijdens mijn doctoraat brak het sarsvirus uit. Ik heb toen onderzoek gedaan naar coronavirussen bij varkens. Ze zijn eigenlijk de basis van mijn huidige werk.’

De fascinatie voor virussen gaat nog verder terug. Virussen zijn de rode draad in zijn leven. ‘Mijn vader had een landbouwbedrijf. Ik heb als kind gezien wat een virus kan aanrichten bij kalveren of honden. Dat heeft mij niet meer losgelaten. Ik wilde begrijpen hoe dat mogelijk was en hoe dat opgelost moest worden.’

Handig kijken

Van Gucht wordt door zijn entourage omschreven als doordacht, geduldig en empathisch. ‘Als promotor van mijn thesis was hij heel erg toegankelijk’, zegt Sanne Terryn, medewerker bij Sciensano. ‘Als baas kan hij mensen ongelofelijk goed motiveren en geruststellen. Ik geloof dat heel wat mensen daar nu nood aan hebben.’

‘Het is een goede zaak dat een dierenarts in de cockpit zit’, zegt professor Jeroen Dewulf (UGent). ‘Dierenartsen kijken op een andere manier naar virussen dan humane artsen. We zijn getraind om naar populaties te kijken in plaats van naar patiënten. Het is een andere manier van kijken. Dat blijkt nu zeer handig.’

Van Gucht belichaamt volgens velen de one health benadering van Sciensano: een optimale gezondheid voor mens, dier en omgeving bereiken. ‘Een dierenarts aan het hoofd van een humane epidemie, dat is het doel. Het is zeer goed dat de grenzen vervagen’, aldus Dewulf.

Zesde zintuig

‘Ik weet welke maatregelen er nodig zijn’, aldus Van Gucht. ‘Ik werk al jaren met ­rabiës, het dodelijkste virus ter wereld. Ik heb in het verleden smetvrees ontwikkeld toen ik met het virus aan de slag ging. Waar plakt het virus aan? Hoe kan ik me beschermen? Die smetvrees ben ik kwijtgespeeld, maar ik heb wel een zesde zintuig ontwikkeld voor wat nodig is en wat mensen verkeerd doen.’ De essentie volgens Van Gucht: het belang aan discipline en de kleine dingen niet vergeten.

Gisteren benadrukte de viroloog opnieuw dat mondmaskers voor iedereen weinig zin hebben. Sec en duidelijk. ‘Dat typeert hem’, zegt Van Reeth. ‘Het is niet gemakkelijk om hem van de wijs te brengen. Hij heeft een zeer sterke visie, die nooit uit de lucht is gegrepen.’ Ook Hans Nauwynck van de UGent erkent die eigenschappen. ‘Hij is enorm standvastig. Hij was altijd de man van de vele hypotheses, maar die bleken heel vaak te kloppen. Hij heeft enorm veel inzicht.’

Een bijkomend voordeel is dat Van Gucht op verschillende virussen werkt. ‘Ik ben gefascineerd door griepvirussen en ­rabiës. Maar we doen ook onderzoek naar het humaan papillomavirus (dat baar­moederhalskanker veroorzaakt, red.) en hepatitis E, dat bij varkens vaak tot leverontsteking leidt.’ Toch twijfelde Van Gucht lang om als dierenarts voor het wetenschappelijke onderzoek te kiezen. ‘Uiteindelijk vond ik het waarom en het hoe te interessant. In een dierenartspraktijk zou ik dat missen.’