Direct naar artikelinhoud
InterviewRogier De Langhe

‘De overheid wilde duidelijk niet dat mensen panikeerden, maar het probleem was net de ontkenning’

Rogier De Langhe: ‘Toen ik bij het begin van de crisis zag hoe ministers nog persconferenties gaven terwijl ze vlak bij elkaar zaten, vond ik dat hartverscheurend.’Beeld Thomas Sweertvaegher

De Gentse filosoof Rogier De Langhe (37) was bij ons een van de eersten die de ernst van de coronacrisis besefte. Een gesprek over slaapwandelen en leiderschap. ‘De overheid kan niet meer communiceren zoals de pastoor vroeger, die de waarheid in pacht had.’

“Ik denk dat de overheid toch wel een grote fout heeft gemaakt”, zegt Rogier De Langhe. “Men wilde duidelijk niet dat mensen zouden panikeren. Maar het probleem was niet paniek, het probleem was ontkenning. Men heeft niet snel genoeg de diepe ernst van de situatie gecommuniceerd. En zo’n strategie is vandaag niet meer verantwoord. Dat is crisiscommunicatie van de vorige eeuw. Deze tijden vragen grote transparantie: als je wil dat burgers hun verantwoordelijkheid nemen, moet je ze álle informatie geven die ze nodig hebben om dat te doen. Uit de situatie in China bleek vrij snel dat de situatie bijzonder ernstig was, maar de communicatie van onze overheden paste daar aanvankelijk niet bij. Wie angstig was, werd veeleer gerustgesteld.”

BIO • geboren op 25 augustus 1982 in Kortrijk • master in de filosofie en in de algemene economie (UGent) • doctor in de wijsbegeerte (UGent) • werkte als onderzoeker in onder meer Tilburg, Helsinki en München, voor hij in 2014 postdoctoraal onderzoeker werd aan de UGent  

Eerlijk is eerlijk. Ook ondergetekende was zich aanvankelijk niet bewust van de ernst van de situatie. Toen deze Rogier De Langhe, economiefilosoof aan de UGent, voorspelde dat ook wij naar een soort van Chinese lockdown moesten gaan, lachte ik hem daar een beetje mee uit. Hij pakte dat sportief op, maar toch: hij had gelijk, ik zat ernaast.

Waarom was u zo snel verontrust?

Rogier De Langhe: “Ik ben een veteraan van de financiële crisis in 2008. Ik had het geluk dat ik toen net bezig was aan mijn doctoraat. Ik had vier jaar de tijd om naar hartenlust economische modellen te onderzoeken. Die crisis heeft dat onderzoek mee gestuurd.”

Wat hebt u toen ontdekt?

“Iets wat heel opvallend is, en wat je ook nu ziet: dat mensen met de grootste expertise in het veld zich soms het hardst kunnen vergissen. In 2008 waren de beheerders van de meest risicovolle fondsen er nog lang erg gerust in. De mensen die meer afstand van het werkveld hadden, maar toch toegang tot informatie, zagen het gevaar beter aankomen.”

Hoe verklaart u dat?

“Als expert focus je vaak op een detail van een detail. Je hoeft niet alle details te kennen om mee te werken aan de bestudering van het grote geheel. Als alle specialisten hun werk doen, heb je een discipline die eigenlijk goed functioneert – in 99 procent van de gevallen, tenminste. Maar als het misgaat, zien weinig specialisten dat aankomen. De risico’s van die rommelkredieten uit de Verenigde Staten baarden de meeste financiële experts in 2008 weinig zorgen. Dat is het gevolg van onze netwerkmaatschappij.”

Leg eens uit?

“Alles in deze wereld is vandaag met elkaar verbonden. Dus ook de problemen. Als je een vakgebied beschouwt als een dominosteentje, dan stonden die vroeger veel verder van elkaar. Als één steentje viel, had dat geen gevolgen voor de rest. Vandaag kan één dominosteen het hele netwerk in elkaar doen storten, omdat de steentjes almaar dichter bij elkaar staan. Er is het internet, het vliegverkeer, de verstedelijking – en daardoor is een nieuw soort risico ontstaan: het systemisch risico.”

Blijft de vraag: waarom was u sneller bezorgd dan sommige virologen?

“Doordat je als expert een tunnelvisie hebt, een focus op het detail, heb je de neiging om de waarschijnlijkheid van een extreme gebeurtenis te onderschatten. Als generalist was ik niet zeker dat er een pandemie zou komen, maar ik vond dat sommige experts veel te zeker waren dat er géén pandemie zou komen. Ik wil dus niet zeggen dat ik dit allemaal voorspeld heb, maar ik wist wel dat het zomaar uit de hand kon lopen. Ik zeg niet dat experts verkeerde antwoorden gaven, maar ze stelden enkel een bepaald soort vragen.”

Geef eens een voorbeeld?

“Laat ik eerst een voorbeeld geven uit de financiële crisis. Veel experts bleven zich toen afvragen hoe het zat met de evaluatie door de ratingbureaus. Die bepaalden om de zoveel tijd hoe kredietwaardig een bank of een land nog waren. Ondertussen weten we dat die bureaus niet echt geloofwaardig waren, dus dat de vraag naar hun evaluatie niet de juiste was. Wat deze coronacrisis betreft: voor zover ik het kan inschatten, was er niemand die echt goed wist hoe dicht alle dominosteentjes bij elkaar stonden. Daarom waren de experts het ook niet eens onder elkaar.”

Heeft men zich verkeken op de snelheid?

“Ik vermoed van wel. Het was aanvankelijk een open vraag hoe snel het virus vanuit Wuhan in Gent kon geraken. Dat bleek veel sneller dan we dachten. Misschien waren de bestaande modellen te veel gebaseerd op vroegere epidemieën, toen er nog niet zoveel internationaal vliegverkeer was. Tegelijk heeft het misschien te maken met onze zeer goede gezondheidszorg: het was lang geleden dat wij nog eens zo’n epidemie hadden meegemaakt. Ook daardoor was het misschien moeilijker in te schatten.”

Is het niet gemakkelijk om vroeg alarm te slaan? Als u zich vergist had, was iedereen het al vergeten. Nu was u zogezegd bijna visionair.

“Ik snap uw punt. Ik ben ook begonnen met twijfels, niet meteen met paniek. Maar toen ik op zoek ging naar informatie, om beter te kunnen inschatten wat er aan de hand was, stootte ik al snel op de exponentiële curves die je nu overal ziet. Dat is het interessante aan sociale media: je kunt, lang vóór de klassieke media die vinden, uit de eerste hand informatie vinden bij de beste virologen en epidemiologen ter wereld. Er circuleert ook veel bagger, natuurlijk. Maar de goede informatie ligt voor het rapen.”

Hoe maak je als leek het onderscheid tussen bagger en goede informatie?

“Een van de criteria is de kwaliteit van de argumenten die worden gebruikt. Dat heeft mij vooral wakker gemaakt: dat de tegenstanders van mensen die alarm sloegen, zulke slechte argumenten gebruikten – dat het wel zo’n vaart niet zou lopen, dat de cijfers wel snel zouden dalen, dat er nog veel onzekerheden waren… Ook veel experts zijn geneigd om onzekerheid positief in te vullen. Dat is een soort denkfout, bijna. Men gaat meestal uit van de normale scenario’s.”

‘Nu zie je wat iedereen allang wist: dat het parlement in feite niets te zeggen heeft, omdat we in een particratie leven.’Beeld Thomas Sweertvaegher

Is dat niet logisch?

“Meestal wel. De meeste dingen in onze omgeving gedragen zich normaal. Als iemand bij de huisarts komt met buikpijn, is de kans dat hij iets verkeerds gegeten heeft groter dan de kans dat hij maagkanker heeft. En dan is het je taak als dokter om die persoon gerust te stellen. Het verschil met de wereld zoals die er nu uitziet, is dat problemen vandaag complex zijn. In een netwerkwereld gelden andere regels. En als je die niet kent, kun je slaapwandelend je ongeluk tegemoet lopen.”

U maakte op Twitter die vergelijking ook al: hoe Europa al slaapwandelend de Eerste Wereldoorlog tegemoet liep.

“Precies. De Eerste Wereldoorlog was ook zo’n extreme gebeurtenis waarvan de waarschijnlijkheid door iedereen werd onderschat. Maar de wereld was op dat moment al hechter verbonden dan ooit. En daardoor konden kleine oorzaken grote gevolgen hebben – wat een van dé cruciale eigenschappen is van complexe systemen. Een paar kleine misverstanden die elkaar leken te versterken, hebben in 1914 geleid tot een fenomeen dat niemand had voorzien. Men dacht dat oorlog niet meer mogelijk was.”

Hoezo?

“Men ging er aan het begin van de vorige eeuw van uit dat het niet meer rationeel was om oorlog te voeren, vanwege de vernietigende kracht van al het nieuwe wapentuig. Het zou waanzin zijn om een oorlog te beginnen, luidde de redenering, omdat je daarbij zelf ook zou worden vernietigd. Een paar jaar later was het zover.”

U verwijst regelmatig naar de Libanees-Amerikaanse statisticus Nassim Nicholas Taleb, die het boek The Black Swan heeft geschreven. Zijn die oorlog, die financiële crisis en deze coronacrisis zulke zwarte zwanen?

“Een zwarte zwaan is een extreme gebeurtenis waarvan we de waarschijnlijkheid onderschatten. Als we gewoon rondwandelen, zien we alleen maar witte zwanen. En dus denken we dat alle zwanen wit zijn. Tot we plots door een horde zwarte zwanen worden aangevallen, als het ware. In dit geval hebben we ons niet zozeer verkeken op de pandemie zelf, maar vooral op de snelheid ervan. Het mechanisme is hetzelfde als bij de financiële crisis: de besmetting van netwerken. Net zoals mensen elkaar nu aansteken, staken toen banken elkaar aan. En net zoals het onderlinge bankenverkeer toen opdroogde, ligt nu ons sociale leven stil.”

Die netwerken hebben dus grote nadelen, maar ook voordelen, lees ik op uw sociale media: er ontstaat zoiets als collectieve intelligentie. Op een bepaald moment kreeg u kippenvel van dat besef, schreef u op Twitter.

“Ja, ik vond het heel sterk hoe de inzichten van experts op sociale media een paar dagen voorliepen op de curves die klassieke media en overheden gebruikten. In 2008 bestond Twitter nog niet, of toch niet met zoveel gebruikers, nu zag je dat niet alleen het aantal besmettingen door het virus, maar ook de informatie over het virus om de zoveel tijd verdubbelde. De informatie ging bijna sneller dan het virus zelf. En zeker sneller dan de officiële communicatie. Daarom was ik al vrij snel licht paniekerig.”

Zijn de instituten die we vandaag kennen, overheden en klassieke media, nog aangepast om met zulke problemen om te gaan?

“Ze zullen mee moeten evolueren. Vooral de natiestaat. De functie van dat beleidsniveau zul je altijd nodig hebben. Er moet een instantie zijn die de spelregels bepaalt. Je hebt een overheid nodig. Maar de structuur zal moeten evolueren. De overheid zal vooral wendbaarder moeten worden. Als er vaker systemische risico’s op je kunnen afkomen, moet je snel kunnen leren en schakelen, in functie van het probleem dat zich stelt.”

Dat is toch volop aan het gebeuren?

“Het komt op gang, ja. Maar er is naar mijn gevoel wel veel kostbare tijd verloren gegaan. De eerste verdedigingslinie tegen een epidemie is het indammen ervan, containment. Dat heeft men in bijvoorbeeld Singapore en Hongkong gedaan: individuele gevallen werden op een zeer agressieve manier opgespoord en in quarantaine gezet, om te vermijden dat de hele bevolking in quarantaine zou moeten. Maar dan moet je er dus wel heel snel bij zijn. En daarvoor zijn westerse natiestaten blijkbaar niet wendbaar genoeg.”

Is het probleem niet dat wij democratieën zijn? In autoritaire staten kan de overheid natuurlijk doen wat ze wil. Dat is het probleem, niet de oplossing.

“Een democratie hoeft niet trager te zijn, daar ben ik het niet mee eens. Dat je niet meteen de hele waarheid vertelt, zogezegd om paniek te voorkomen, is een typische communicatiestrategie uit de vorige eeuw. Dat kun je vandaag niet meer maken. De overheid moet altijd de waarheid vertellen, anders verliest ze het vertrouwen van het volk. Dat is nu precies het evenwicht tussen vrijheid en verantwoordelijkheid: als ik als burger de waarheid niet ken, dan kan ik mij niet verantwoordelijk gedragen.”

Maar paniek zaaien is toch ook niet slim?

“Het vertrouwen verliezen is veel erger dan meteen het slechte nieuws vertellen. Zodra je weet dat het erger wordt dan je aanvankelijk dacht, moet je dat als overheid meteen zeggen. Nu werden mensen die wel op tijd waarschuwden, weggezet als idioten. Terwijl we ook ambassadeurs hadden kunnen zijn, om de ernst van de zaak te laten doordringen.”

Is een overheid niet te log om snel te kunnen schakelen? Er is overleg nodig met experts, met deelstaten, eventueel met andere betrokkenen.

“Wat dat betreft, heeft deze crisis ons toch al iets geleerd. We zitten op federaal niveau met een soort veredelde regering in lopende zaken, die terug in gang is geschoten. En er wordt niet overlegd met het parlement, maar rechtstreeks met de partijvoorzitters. Zo zie je nu wat iedereen allang wist: dat het parlement in feite niets te zeggen heeft, omdat we in een particratie leven. Dat zie je ook in andere sectoren: doordat veel mensen die thuis werken vooral een-op-eencontacten hebben, komen zinloze niveaus plotseling aan het licht.”

Het zijn zware tijden voor het middenkader, bedoelt u?

“Het zijn vooral bepaalde procedures waarvan men misschien inziet dat ze overbodig zijn. Structuren en procedures bestaan op een bepaald moment alleen nog maar omdat ze gisteren ook al bestonden. Iedereen is vergeten waarvoor ze dienden, maar niemand kan ze afschaffen. Zo komen grote beschavingen aan hun einde. Denk aan het Romeinse Rijk: het had telkens nieuwe veroveringen nodig om de legers te kunnen blijven betalen. Dus toen het veroveren ophield, stortte het rijk als een piramidespel in elkaar.”

Wat scheelt er met onze huidige structuren?

“Dat ze zijn ontwikkeld voor ingewikkelde ­problemen, niet voor complexe problemen.”

Wat is het verschil tussen ingewikkeld en complex?

“Een ingewikkeld probleem is bijvoorbeeld de aanleg van een spoorwegnet, zoals dat tijdens de industrialisering gebeurde. Daarvoor heb je een piramidale hiërarchie nodig, met één grote baas die tien mensen aanstuurt, die op hun beurt tien mensen aansturen, enzovoort. Zo’n hiërarchie is perfect voor ingewikkelde en voorspelbare problemen. Als één treinstation uitvalt, stort het hele spoorwegnet niet in elkaar.”

In een complex systeem wel?

“Die kans bestaat altijd, ja. In een complex systeem zitten feedbackloops, zodat je een heel andere dynamiek krijgt. Het klimaat is bijvoorbeeld een complex systeem, waardoor de gevolgen van de opwarming veel minder voorspelbaar en deterministisch zijn. In een complex systeem geldt dat kleine oorzaken grote gevolgen kunnen hebben. Het klassieke verhaal van de vlinder in Brazilië die een orkaan veroorzaakt aan de andere kant van de wereld. Dat is met corona ook gebeurd, zou je kunnen zeggen.”

U zegt vaak dat natiestaten veel kunnen leren van Facebook. Wat precies?

“Platformen zoals Google en Facebook zijn kinderen van die complexiteit. Daarom zijn er ook heel wat natuurkundigen, die het gewoon zijn om bijvoorbeeld de complexiteit van een kernreactor te modelleren, die bij bedrijven zoals Facebook en Google werken. In een complex systeem, een netwerk, is het geheel meer dan de som der delen. Daarom kunnen de spelregels op een bepaald moment compleet veranderen. Dat gebeurt als er een faseovergang optreedt, zoals bij water dat verdampt: het wordt dan niet alleen meer warmer, nee, de structuur van het hele systeem verandert.”

Dat het geheel meer is dan de som der delen, blijkt ook uit ons bewustzijn: door het netwerk van onze hersencellen, en de ongelofelijke complexiteit daarvan, zijn we ons van onszelf bewust geworden.

“Precies. En we staan nog maar aan het begin van de theorieën die kunnen verklaren hoe dat werkt. Maar het onderzoek naar zulke fenomenen is volop in beweging.”

Wat gaat er volgens u blijvend veranderen na deze crisis? Volgens de Israëlische historicus Yuval Noah Harari zullen we een stuk privacy inruilen voor meer gezondheid, zoals we dat eerder deden voor meer veiligheid.

“Ik begrijp dat Harari zoiets zegt, hij denkt in een Israëlisch cultureel kader. Ik zou toch opletten met dat soort veralgemeningen en voorspellingen. Wij hechten meer belang aan privacy. En ik weet niet of een pandemie in staat is om een cultuur te veranderen. Ik denk eerder dat bepaalde dingen die al in de kiem bestonden, nu meer ruimte zullen krijgen. Dat er nieuwe oplossingen zullen ontstaan voor praktische problemen.”

‘Niet meteen de hele waarheid vertellen, zogezegd om paniek te voorkomen, kun je vandaag niet meer maken.’Beeld Thomas Sweertvaegher

Noem er eens eentje?

“Netwerken tussen zogenaamde peers, tussen gelijken. Vroeger had je een administratie nodig om experts bij elkaar te brengen, en dat vergde vaak een hele organisatie. Vandaag zie je dat experts zichzelf spontaan organiseren rond bepaalde acute problemen. Dat zag je duidelijk gebeuren in de aanloop naar deze pandemie: experts gingen coalities aan en versterkten elkaars onderzoek en geloofwaardigheid. Die trend zag je al, maar ik denk dat hij zich zal doorzetten: het ontstaan van meer horizontale samenwerking in plaats van de oude verticale hiërarchie.”

Dat soort spontane netwerken noemt u ‘zwermen’, toch?

“Inderdaad. Zwermen kunnen snel problemen detecteren, en zich aanpassen aan de schaal die voor elk probleem het beste is. Zwermen zijn wendbaar, maar vluchtig. Een van de uitdagingen bestaat erin om de stabiliteit van de ouderwetse hiërarchie te combineren met de wendbaarheid van de zwermen. De gele hesjes en de klimaatmarsen illustreren de voor- en nadelen van zwermen.”

Die klimaatmarsen, dat was ook een zwerm?

“Zeker. Ze zijn erin geslaagd om heel snel een punt op de agenda te zetten, wat een groot voordeel is. Maar tegelijk blijft nu de vraag: wat moeten we doen? Dat is de grote kritiek op de klimaatjongeren, dat ze geen duurzame oplossingen formuleren. Dat zou nu de volgende stap moeten zijn: het spontane ontstaan van zwermen van experts die het klimaatprobleem te lijf gaan. Maar zo ver zijn we nog niet, voor de oplossingen van het klimaatprobleem moeten we nog te veel steunen op oude, klassieke dinosaurussen.”

Zal deze coronacrisis duurzame en gunstige gevolgen hebben voor het klimaat?

“In elk geval hebben we geleerd dat de volledig intergeconnecteerde wereld niet alleen maar voordelen heeft, zoals de mogelijkheid om economische winsten te maken. Er zijn ook grote risico’s aan gekoppeld. Ik kan niet voorspellen wat er zal gebeuren, maar ik neem aan dat we daar meer rekening mee zullen houden. Misschien ontstaan er straks mogelijkheden om een soort brandgangen te creëren tussen continenten, zodat ze tijdelijk van elkaar kunnen worden afgeschermd.”

Een beetje zoals nu de grenzen dichtgaan?

“Met dien verstande dat zoiets vandaag bijna onmogelijk is. Een netwerk is moeilijk te controleren. Dat vergt een enorme mindshift. We zijn het gewoon dat de leider van een organisatie weet wat er moet gebeuren, in een netwerksamenleving accepteer je dat er onzekerheid is. Leiders worden niet afgerekend op de fouten die ze maken, maar op de mate waarin ze eruit leren. Eén ding weet je wel: je moet buffers aanleggen. In België hebben wij, bijna toevallig zou je kunnen zeggen, een buffer aan bedden op intensieve zorgen.”

Hoe weet je wat je moet bufferen?

“Het gaat niet alleen over het aanleggen van een voorraad. Je moet leren denken zoals een ingenieur die een brug bouwt. Die berekent hoeveel vrachtwagens er maximaal op de brug kunnen, maar bouwt zijn brug vervolgens nog eens drie keer zo sterk. Als je ervan uitgaat dat de wereld stabiel blijft, is zo’n sterke brug een verspilling. Maar in een complexe, onvoorspelbare wereld heeft ze een grote waarde. Daarom werden na de financiële crisis banken verplicht om grotere financiële buffers aan te leggen.”

Over banken gesproken: verwacht u nog meer spaarwoede bij de Belg, nu de beurzen weer eens kopje-onder zijn gegaan?

“Goh, dat weet ik niet. Misschien heeft deze crisis ons wel geleerd dat je niet alles kunt voorzien, en dat de waarde van geld relatief is: als de winkels niet open zijn, valt er niets te kopen. Je moet geld hebben om rond te komen, maar misschien worden andere zaken belangrijker voor de meeste mensen: een hecht gezin, een goede vriendenkring – die maken je weerbaarder in tijden van crisis.”

Nog even terug naar onze overheden: wat kunnen ze hieruit leren?

“Dat ze niet meer kunnen communiceren zoals de pastoor vroeger, die de waarheid in pacht had en naar wie alle parochianen moesten luisteren. De overheid heeft zich gedragen zoals de brandweer bij een klassieke, grote, uitslaande brand. In zo’n geval hou je het publiek op afstand, want de mensen lopen alleen maar in de weg. Maar dit is geen klassieke brand, dit is een crisis met heel veel kleine brandhaardjes, op heel veel verschillende plekken.”

En dus?

“En dus moet een moderne leider rekening houden met mondige burgers, met leken die zich in zwermen kunnen verzamelen om bepaalde deelproblemen op te lossen. Bij vele kleine brandhaardjes kunnen alle burgers blussen. Nu zou men burgers bijvoorbeeld massaal kunnen inschakelen om eenvoudige mondmaskers te maken. Als iedereen er tien maakt, is dat al een grote stap. Maar informatie is cruciaal. Nogmaals: als de burger niet de juiste informatie heeft, kan hij zijn verantwoordelijkheid niet nemen.”

En, ook dat hebt u voorspeld op Twitter, ook in een liberale democratie kan de overheid alle burgers grondig van hun vrijheid beroven.

“Uiteraard. Wij schrokken van China, maar het is niet onze ideologie, maar het virus dat bepaalt wat we moeten doen. Dit zijn maatregelen die jezelf en je medeburgers moeten beschermen. Maar nogmaals, dan moet de overheid de ernst van de situatie benadrukken. Toen ik bij het begin van de crisis zag hoe ministers nog persconferenties gaven terwijl ze vlak bij elkaar zaten, vond ik dat hartverscheurend. De overheid moet als het ware de ernst van de zaak belichamen.”

Even terzijde: wie gaat de economische schade straks betalen?

“Wij zelf. De centrale banken zullen allicht geld drukken om het begrotingsbeleid van overheden te ondersteunen, en de vraag zal ook wel weer stijgen als mensen uit lockdown komen. Het probleem is dat de aanbodzijde, het economisch weefsel zelf, wellicht veel zwaarder zal zijn aangetast. Ook dat zal behoorlijk wat intensieve zorgen nodig hebben.”

Tot slot: raakt Donald Trump nog herverkozen?

“Ik denk het niet. Nu is het probleem in de VS nog redelijk abstract, maar straks wordt het heel erg tastbaar. De publieke opinie is erg slecht in voorspellingen, maar kan wel genadeloos zijn als het schrijnend wordt. De problemen van het klimaat kan Trump blijven wegwuiven, de vele duizenden doden die zullen vallen niet.”