Direct naar artikelinhoud
Reportage

Lachen met onze miserie was nog nooit zo besmettelijk

Lachen met onze miserie was nog nooit zo besmettelijk
Beeld rv

Hoewel een dodelijk virus niet echt een billenkletser is, wordt er online toch heel wat afgelachen. Ons leven in quarantaine baart naast zorgen ook spot en satire. Niets lijkt de mensheid zo te verenigen als grapjes over toiletpapier.

Een man kijkt recht in de camera, een stem uit beeld stelt hem voor een dilemma: “U moet in quarantaine en mag kiezen tussen optie A: met uw vrouw en kind, of B: …”

“B” antwoordt de man nog voor de zin wordt afgemaakt.

Het virale filmpje is voorlopig een van de vaakst ingezonden ‘coronamopjes’ die Giselinde Kuipers, professor cultuursociologie aan de KU Leuven, drie weken geleden begon te verzamelen. Wat startte als een impulsief idee is intussen uitgegroeid tot een mondiaal onderzoeksproject, met universiteiten over de hele wereld die samen coronahumor in 28 talen inventariseren. Want hoe cultuurgebonden humor ook is – in Zuid-Korea vat men onze grapjes over de pullovers van Marc Van Ranst niet helemaal – toch blijken verrassend veel van onze gekke gedragingen in deze crisis nu al universeel.

Dat onze eerste reactie op een wereldwijde pandemie van in Japan tot de VS bestaat uit het hamsteren van toiletpapier, bijvoorbeeld, en dat daaruit een stroom aan toiletpapierhumor voortkomt.

Kuipers deed al eerder onderzoek naar ‘rampenhumor’ na de aanslagen van 11 september 2001. Het blijkt des mensen te zijn, dat we humor en verlichting zoeken wanneer we geconfronteerd worden met grote drama’s. “Meestal gaat het om heel erge gebeurtenissen die tot ons komen via de media en die onze levens gaan beheersen, maar die zich ver van ons bed afspelen. Uit dat spanningsveld komt veel satire voort. Maar ondertussen is corona natuurlijk geëvolueerd naar een heel ander, meer ingrijpend verhaal. Het is een crisis die onze eigen dagelijkse levens ook grondig ontwricht, en dat brengt heel andere ­humor met zich mee.”

Bovendien is humor in deze context extra interessant voor de onderzoekers, omdat de coronacrisis een globaal verhaal is geworden, dat zich bovendien uitstrekt over vele weken en zelfs maanden. Door die variaties in tijd en plaats zullen we achteraf kunnen nagaan hoe de coronahumor varieert in verschillende landen en culturen, en hoe deze evolueert doorheen de verschillende stadia van de crisis. De allereerste coronagrapjes die circuleerden, gingen nog over Chinezen (‘Dat virus zal snel kapot zijn want het is made in China’), of verwezen naar Coronabiertjes (een meme toonde ‘het eerste Mexicaanse coronaslachtoffer’ als een man die laveloos naast een bak Corona-bier ligt). Die mopjes – vaak met racistische ondertoon – zijn een dikke maand later al hopeloos gedateerd.

“Toen het virus dichterbij kwam en corona de media hier ging domineren, zagen we de klassieke ‘mediagrapjes’, met veel verwijzingen naar elementen uit de populaire cultuur. Vanaf dat ogenblik werd het voor mij interessanter”, zegt Kuipers. Die eerste lading bestond veelal uit parodieën op bekende reclame, films en liedjes. De toon was luchtig (de songtekst van ‘My Sharona’ van The Knack werd ‘Oh Corona’), spottend (een team van Star Trek strijkt neer op aarde, stelt vast dat alle mensen dood zijn ‘maar hun achterwerken zijn zo proper afgeveegd!’) en licht absurdistisch (een meme met een foto van de rockgroep The Cure met daarop ‘I’m no expert on Covid-19 but this is The Cure’). Escapistische humor, als het ware, over een nog onbekend ‘iets’ dat plots onze levens binnendrong.

In een toestand die zo surreëel is, grijpen we terug naar beelden en begrippen die we kennen, zegt Kuipers. “Het was ook wat veel mensen in het begin letterlijk opmerkten: ‘Dit lijkt wel een slechte film.’ Beelden van verlaten straten en pleinen, bijvoorbeeld, kenden we enkel uit films of series. In humor zien we een poging om dit verhaal terug te plaatsen in de fictiewereld waar dit soort rampen lijken thuis te horen.”

Dus zagen we in een gifje The Joker en Vincent Vega (het personage van John Travolta in Pulp Fiction) verward om zich heen kijken naar de lege rekken in een supermarkt.

Met onschuldige mopjes benadrukten we hoe onwerkelijk en angstwekkend de toestand was waarin wij zo plots waren terechtgekomen. “Onze humor komt voort uit een permanente poging om grip te krijgen op deze nieuwe realiteit”, zegt Kuipers. “Het is een manier om alles kleiner te maken, en afstand te scheppen. Die grapjes halen de ernst uit de actualiteit die we elke dag moeten verwerken. We zijn al weken bezig met pogingen om dit te snappen: wat is dit nu eigenlijk?”

Iedereen komiek

Sinds de uitbraak van het virus kwam over de hele wereld een niet-aflatende stroom aan filmpjes, memes, cartoons en gifjes op gang. Waar we op dit ogenblik het meeste nood aan hebben, volgens Kuipers, is connectie en herkenning. Als we grapjes delen, op sociale media of in gesloten groepjes via mail, Messenger of WhatsApp, dan is dat een manier om aan de ander te vragen: ‘Heb jij dat ook?’ Kuipers: “Het is onze manier om op een luchtige manier te communiceren over de neveneffecten van dit virus waar we allemaal mee te maken krijgen. ‘Wil jij ook je kinderen achter het behang plakken? Erger jij je ook soms aan je partner?’”

Aangezien alle dagelijkse interacties grotendeels zijn weggevallen, is er een nog grotere nood om onze angsten en frustraties af te toetsen bij de ander. Dat dat niet meer kan aan de toog of aan de koffieautomaat op het werk, maakt onze interactie nog interessanter voor onderzoekers, omdat alles digitaal gebeurt en dus gearchiveerd kan worden. Als de grapjes maar in het project van Kuipers & co. terechtkomen, tenminste. “Het interessantste voor ons zijn de grappen die we verschillende keren ontvangen, omdat we daaruit kunnen afleiden welke humor de mensen het meest heeft aangesproken. Een mopje dat één keer wordt gedeeld op Twitter heeft voor ons minder waarde. Het is helemaal niet erg als mensen ons dingen doorsturen die we al hebben, want daaruit kunnen we juist afleiden welke grappen heel ruim verspreid werden.”

Zo is de bovengenoemde ‘man van optie B’ voorlopig een topper in de database van Kuipers. Het is treffend dat zijn identiteit en de herkomst van het filmpje niet te achterhalen valt. De makers en bedenkers van de virale humor zijn in de meeste gevallen nobele onbekenden.

Het zijn niet de grote komieken of bekende cartoonisten die nu met de pluimen gaan lopen, ziet ook comedian Michael Van Peel. “Ik zie op sociale media een explosie van creativiteit. Dat is graaf om te zien, hoe we allemaal humor gebruiken om om te gaan met angst, emotie, verdriet, disruptie. Dat is de mooiste functie van humor die er is.”

Iedereen komiek
Beeld rv

De beste grappen die Van Peel ziet passeren komen van wildvreemden, die thuis zitten te knutselen en memes en filmpjes maken. In die zin is de coronacrisis echt de grote gelijkmaker. Wat je voorheen ook gepresteerd hebt, de kans is groot dat je het vandaag moet afleggen tegen doe-­het-­zelf­creatievelingen die hun huisvlijt op TikTok zwieren. We snakken naar empathie, herkenning, zelfspot – die vinden we vandaag net iets sneller bij die random kerel die op zijn buik op een skateboard zijn zwemtraining-op-het-droge aflegt in een rommelige keuken.

Bovendien gaat veel van de humor vandaag niet eens over nare virussen, maar komt de joligheid voort uit de leegte die mensen voelen tijdens hun quarantaine. Toen het Getty Museum in Los Angeles de deuren moest sluiten, riep het via Twitter op om kunstwerken thuis na te maken met drie items die je in huis hebt. De hilarische creaties doen al dagen de ronde en vormen de mooiste tentoonstelling die u dezer dagen digitaal kunt bezoeken. Een koppel dat een fabelachtige huiskamerversie brengt van het bekende Arnolfini-portret van Jan Van Eyck, bijvoorbeeld, met een gewatteerde slaapzak als jurk en een emmer als hoed: een mens heeft in deze tijden niet veel nodig voor een glimlach. Onrust in ons hoofd, gekoppeld aan veel vrije tijd en een snufje verveling, blijkt het beste recept om de grapjurk in ons allen naar boven te halen.

Een groot deel van de wereldbevolking zit thuis met opgekropte frustraties, onrust, angst en woede. “Dat is het perfecte uitgangspunt om comedian te worden”, lacht Van Peel. “Plots is iedereen een beetje sociaal gestoord. Zo zijn wij allemaal begonnen.”

Ramp in slow motion

We zouden bijna vergeten dat we het hier hebben over een virus dat dodelijke slachtoffers maakt en ons in een wereldwijde recessie stort. Niks om mee te lachen, eigenlijk. Het is typerend dat Buzzfeed, het mekka van de memes, een pagina heeft die ‘quarantainehumor’ heet, en niet ‘coronahumor’. Met de ziekte wordt niet gelachen, met onze dagelijkse beslommeringen en frustraties in dit vreemde tijdperk des te meer. De fase van het hamsteren en de toiletpapiermopjes is voorbij, de handenwasfilmpjes en -liedjes hebben we ook al gehad. Het ongemakkelijke begroeten-zonder-aanrakingen lijkt ook al verteerd. In slechts drie weken tijd hebben we al een rollercoaster aan nieuws en ervaringen moeten verwerken. Veel humor hekelt ook de manier waarop de media deze crisis behandelen (zoals een artikel met ‘Geen tips voor thuiswerken’ op de satirische website De Speld).

Vandaag draaien veel van de grappen rond onze nieuwe quarantainelevens, die hun tol beginnen te eisen. Het gaat over onze relatieperikelen, het thuiswerken, kinderen die we eigenlijk al lang op tweedehands.be hadden willen zetten.

Ook onze persoonlijke hygiëne blijkt een fascinatie: de doe-het-zelfkapsels, het leven in pyjamabroek. We lachen vooral met onszelf. Zie ons eens bezig: wat een hulpeloze, primitieve wezens zijn we, nu onze routineuze levens zijn overhoopgehaald.

Is het ongevoelig om de aandacht te richten op die huis-tuin-en-keukenkluchtjes, terwijl mensen daarbuiten voor hun leven vechten? Kuipers: “Je mag niet vergeten dat de overgrote meerderheid van de mensen nog helemaal niet met corona geconfronteerd is geweest. De traagheid van dit verhaal hebben we onderschat. Het is een soort ramp in slow motion. We weten wat we allemaal níét mogen doen, en dat is het.

“Het gevaar is voor de meesten onder ons heel abstract, en dat maakt dit fenomeen zo bevreemdend. Er zitten vooral veel mensen verward thuis te wachten, en dat is op zich ook al een unieke toestand. De hele wereld om je heen stort in, je ziet op televisie dat er doden vallen, maar je zit je thuis te vervelen en je boeken alfabetisch te sorteren.”

In dat spanningsveld zit vanzelf een dosis ironie: de crisis wordt alleen maar groter, onze levens worden alleen maar kleiner. De wereld ligt in puin, maar de straten zijn nog nooit zo proper en stil geweest. Dat we onmachtig en een tikje verwend zijn, is een goeie grond voor zelfspot.

Zoals de meme waar een kleine jongen aan zijn opa vraagt: ‘Vertel nog eens over 2020 toen een globale pandemie de wereld stillegde en honderdduizenden mensen met de dood bedreigd werden, wat deed jij toen, opa?’ ‘Wel, jongen. Ik zat thuis en stuurde memes naar mijn maten.’ Memes die onze obsessie met memes op de korrel nemen – zo ver zijn we dus al.

Bovendien blijft deze ramp ook abstract omdat we er amper iets van te zien krijgen. Alle grote rampen en brandhaarden sinds de Vietnamoorlog (die de geschiedenis inging als ‘de eerste tv-oorlog’) kwamen tot ons in beelden en foto’s. De Challenger die ontploft, het bloedbad op ­Tiananmen, 9/11, de vluchtelingencrisis: van elk dramatisch nieuwsfeit kunt u zich zo één iconische foto voor de geest halen. Vandaag krijgen we nieuws uit de frontlinie in statistieken en een persconferentie met virologen in pak. Journalisten en fotografen krijgen om begrijpelijke redenen nauwelijks toegang tot de frontlinie, i.e. de ziekenhuizen. Het is een onzichtbare ramp, wat de dreiging nog abstracter en bevreemdender maakt.

“Ik had eigenlijk verwacht dat de humor grimmiger zou worden,” zegt Kuipers, “maar voorlopig blijft de toon mild en luchtig. Misschien zal dat nog omslaan als meer mensen in hun directe omgeving geconfronteerd worden met leed, pijn, verlies. Ik ben benieuwd wat er in New York zal gebeuren, waar de toestand een niveau van gruwelijkheid nadert die we nog nergens gezien hebben. Mensen wonen daar dicht op elkaar gepakt, en noodhospitalen in Central Park zijn al heel zichtbaar en confronterend.”

Maar alsnog blijft de galgenhumor die Kuipers had verwacht grotendeels achterwege. “Of er is nog te veel schroom om het te delen.”

Onschuldige humor, lang geleden dat we daar iets over in de krant hebben geschreven. De voorbije jaren laaide op gezette tijden het debat over de grenzen van humor op. Als het over Mohammed-cartoons ging of Aalst Carnaval – weet u nog, anderhalve maand geleden. Humor leek hand in hand te gaan met het beledigen van een bevolkingsgroep; lachen zonder nevenschade leek onmogelijk. Van Peel merkt op dat deze crisis als een resetknop werkt. “Niemand heeft nog de luxe om over pietluttigheden te jammeren, omdat we worden teruggeworpen op de essentie. Dit gaat over leven en dood, dat relativeert alles. Vandaag zou een discussie over Aalst Carnaval het nieuws niet halen. Het is heilzaam dat we weer even aan de essentie worden herinnerd. Cut the bullshit.”

Roemeense gastarbeiders

Zo lijkt humor in benarde quarantainetijden in de eerste plaats een verbindende functie te hebben. Er is geen zichtbare vijand, coronamopjes lijken sussend vast te stellen dat we allemaal in hetzelfde schuitje zitten. Al zijn er uitzonderingen, zegt Kuipers: “Vanaf het begin kwamen er uit de VS heel scherpe memes gericht tegen Trump, omdat die zich heel polariserend had opgesteld.”

Lachen met BV’s (Bekende Virusdragers), daar waagt bij ons niemand zich aan. Je moet al een bijzonder gehate figuur zijn om hard aangepakt te worden in coronamemes, zoals Boris Johnson (twee dokters staan aan zijn ziekbed en zeggen ‘Sorry, we moeten eerst de economie redden’) of Harvey Weinstein (‘Nu weet hij hoe het voelt als iets ongevraagd bij je binnendringt’).

Kuipers: “Humor is natuurlijk heel afhankelijk van de context. Ik sprak een collega uit Roemenië, en daar was veel ophef over Roemeense gastarbeiders die terugkeerden uit onder andere Italië, en het mikpunt waren van vrij bijtende spotprenten, omdat ze het virus het land zouden binnen brengen. Zodra corona wordt geassocieerd met bepaalde bevolkingsgroepen, of als het tot scherpe tegenstellingen leidt in de politieke arena zoals in de VS, dan zie je wél direct heel polariserende humor. Maar bij ons blijft die dimensie uit.”

En zo geeft humor iets prijs over de état d’esprit van de bevolking. Hoe hard het ons ook aan politieke eensgezindheid ontbreekt, onder ‘het volk’ wordt er voorlopig meer gemord over onhandelbare kinderen dan over incompetente ministers. De solidariteit lijkt de bovenhand te hebben, ziet Kuipers. “We zien vooral humor die verbindend is, en uitgaat van herkenning.” Als de onvrede en onrust onder de bevolking aanzwelt, zou er meer politieke satire de kop kunnen opsteken.

“We zijn nog maar net voorbij de initiële shock”, zegt Van Peel. “In deze fase gebruiken we vooral humor om te troosten en te relativeren.” Natuurlijk ziet hij al de eerste barstjes verschijnen in de grote samenhorigheid. Het politieke gespin komt op gang. “Maar onze focus ligt hier toch vooral op de wetenschappers en de helden in de zorg, niet op een falend politiek apparaat of een clown als Trump. Ik denk dat bij de bevolking hier de bewondering en de eenheid primeren. Als ik hier bijtende humor zie, dan is die vooral gericht tegen hamsteraars of asociaal gedrag.”

Ook collega-komiek Kamal Kharmach ziet voorlopig vooral humor als een middel om te relativeren, verbinden en bevrijden. “Als ik zou stoppen met grappen maken, dan moeten we ons echt zorgen gaan maken. Mijn vader is longpatiënt, mijn zus is verpleegster. Ik zou nooit lachen met zieke mensen, met leed of verdriet. Dat we nog kunnen lachen met onze eigen knulligheden in deze periode, betekent vooral dat we alles nog redelijk onder controle hebben. We zitten niet in wanhopige toestanden zoals in Italië.”

Nog meer goed nieuws: Kharmachs eindejaarsconference 2020 is zo ongeveer al klaar! “Ik ben benieuwd hoe we hier op het eind van het jaar op terugkijken, maar ik hoop dat ik de emoties van deze tijd kan vasthouden. ‘Weet je nog, mensen, hoe het land bleef draaien toen de marketeers en de bankmanagers stopten met werken? Hoe de mensen met de laagste lonen het onmisbaarst bleken?’

Voor de vele geprivilegieerden onder ons die veilig thuis mogen blijven, is deze ziekte een ver-van-mijn-bedshow. Maar wordt er ook gelachen op de volle corona-afdelingen in het ziekenhuis? “Ik vermoed van wel”, zegt Kuipers. “Het is een erg interessante vraag, maar het is nu niet het juiste moment om die mensen even te gaan lastigvallen met een onderzoeksproject over humor.

“Uit eerder onderzoek is al gebleken dat er een heel specifieke, harde grapcultuur bestaat onder mensen die werken bij hulpdiensten. Daar vind je echt zwartgallige humor, die heel moeilijk te vatten is voor mensen die niet in die wereld zitten. In de goede zin kan humor helpen om zaken op afstand te houden en een beetje te relativeren, maar echte harde galgenhumor sluit je helemaal af; je plaatst een muur tussen jezelf en je gevoelens. Als cynische humor een overlevingsmechanisme wordt, kan dat psychisch best schadelijk zijn. Als je jezelf te lang gaat verdoven met grapjes, dan stomp je je gevoelens af.”

Het onderzoek van professor Giselinde Kuipers (KU Leuven) is een samenwerking met Mark Boukes van de Universiteit van Amsterdam. Al uw corona­gerelateerde grappen en memes zijn welkom op edu.nl/kp8xe.