Direct naar artikelinhoud
Suske en Wiske75 jaar

75 jaar Suske en Wiske: de feestelijke feiten die u nog niet kende

Suske & Wiske worden 75 jaar.Beeld RV

Van Koen en Smoutje naar Suske en Wiske. Van een slecht verzorgde kleuter naar een wispelturige tienermeid zonder – en dan plots toch – mét borsten. Nu de champagnekurken knallen voor 75 jaar Suske en Wiske, speurt De Morgen naar minder voor de hand liggende, uitzonderlijke of vergeten feiten.  

1. Koen en Smoutje of toch maar Rikki en Wiske?

Een herfstavond in 1943. In de Heistraat in Wilrijk blijft Vandersteen de angstige kreten van zijn vrouw negeren. Of hij alsjeblieft wil komen schuilen in de kelder, schreeuwt ze. Vandersteen weet waarom. Hij kan ze horen: gevechtsvliegtuigen hebben het Antwerpse luchtruim betreden, gevolgd door het gebulder van afweergeschut. Oorverdovend. Onafgebroken. Maar in het hoofd van de dan 30-jarige tekenaar is de muze neergedaald. 

1. Koen en Smoutje of toch maar Rikki en Wiske?
Beeld rv

“Ik wist dat het zou gaan gebeuren. Het kittelde in mijn vingers… En plots, terwijl de salvo’s donderden en de inktpotten gekke sprongskes maakten op de tekentafel, was ik bevrijd van een lange gekoesterde droom. Ik was de gelukkige vader geworden van een tweeling, Suske en Wiske genaamd.” Dat vertelde Vandersteen op 19 januari 1951 in het weekblad De Linie.

Decennia later bleef Vandersteen die avond oprakelen in de media, maar het bracht enkel meer verwarring over de ontstaansgeschiedenis van zijn papieren duo. Dat zit zo: op 31 maart 1945 werd in De Nieuwe Standaard gestart met de avonturen van Rikki en Wiske. Toen Vandersteen die morgen zijn krant opensloeg, was hij naar eigen zeggen overdonderd over de titel. Hij had zijn strip Suske en Wiske genoemd, maar iemand had dat veranderd naar Rikki en Wiske. Zijn uitgever, wist hij. 

Dat bleef hij maar herhalen, maar het is onwaarschijnlijk. In 2013 werd een mogelijke coverontwerp teruggevonden dat dat verhaal ontkrachtte. Op dat kleinood keken Rikki en Wiske vanaf een rotsrand uit over zee. ‘Rikki speurder’, kopte de titel. Daarboven stond geschreven: ‘De avonturen van Rikki en Pukki’. Maar in de linkerbovenhoek pende hij ‘Koen en Wiske’, alsook ‘Koen en Smoutje’, wat erop zou kunnen wijzen dat de namen nog niet vastlagen. Het werkje werd gedateerd op 1944, dus nog voordat Rikki en Wiske in Chocowakije, oftewel het allereerste verhaal, werd gepubliceerd.

1. Koen en Smoutje of toch maar Rikki en Wiske?
Beeld RV

Misschien zoog Vandersteen het uit zijn duim of bracht hij het, in een poging om het voor zichzelf wat eenvoudiger te houden, een verkorte versie van het prille begin. Of de journalist in kwestie noteerde het allemaal incorrect en de auteur besloot het maar zo te houden. Niemand die het weet.

Ook niet waarom hij Rikki uit het verhaal schreef. “Omdat Rikki te veel gelijkenissen vertoonde met Kuifje van Hergé, en omdat ik hem een tikkeltje te groot vond naast Wiske”, zei hij 1970. Later voegde hij daar ook aan toe dat hij Rikki geen Vlaamse naam vond.

2. Labiele Lambik: bijna uit de reeks geschreven

Het leek alsof alle hoofdpersonages al op voorhand vaststonden. Niets is minder waar. Lambik dook pas op in 1946 in De sprietatoom, het derde verhaal, en deed er zijn best om als ‘loodgieter-detective’ de onnozelaar uit te hangen. Ei zo na had Vandersteen hem eruit geschreven. In 1947 lanceerde hij in Ons Volk een oproep of de lezers Lambik wensten terug te zien of niet. De auteur zag immers niet meer dan een bijrol in Lambik, die hij verder omschreef als ‘van onderschat belang’. 

2. Labiele Lambik: bijna uit de reeks geschreven
Beeld rv

De positieve feedback die volgde was echter enorm. Lambik mocht daarop niet alleen blijven, hij ging ook vaker deel uitmaken van de vaste kern. En dat was tegengesteld aan wat Jerom overkwam toen die in 1953 verscheen. Lezers kropen toen spontaan in de pen om die halfnaakte woesteling net UIT de reeks te krijgen.

Wie Lambik was? “Ik denk dat Lambik voor een deel is wat mijn vader had willen zijn, maar wat hij van nature niet was”, wist oudste dochter Helena. “Zo simpel is het natuurlijk niet; hem, binnen het kader van een stripfiguur. Daarvoor was hij te complex. Maar toch… In het gewone leven kon hij zich niet permitteren wat Lambik zich wél mag permitteren.”

In Vlaanderen werd Lambiks volkse karakter op handen gedragen, maar zijn gedrag was totaal toen hij opdook in het tijdschrift Kuifje/Tintin. Hergé, destijds artistiek directeur van dat blad, vond Lambik immers te volks en eiste veranderingen. En zo werd Lambik in de verhalen voor dat blad (1948-1959) beschaafder, atletischer, zelfs wat bourgeois. Zuipen op café? Nee hoor, plots ging Lambik schermen en diepzeeduiken en hij bewoonde een villa. Zijn stomme stoten werden tot een minmum beperkt, labiel was hij nog amper en vestimentairgewijs verscheen hij in een kostuumvest.

Paul Geerts, eerste opvolger in rij, zegt de meeste binding te hebben met Lambik. “Net als hij kan ik wat moedig, empathisch en zot zijn. En ik heb ook met hem gemeen dat hij van mensen houdt, hoe onhandig hij dat soms ook toont.”

3. De pretentieloze productplacement

Geen enkele Vlaamse stripreeks kon zich beroepen op zoveel productplacement. Sterker: sluikreclame bepaalde deels het gezicht ervan.

Die eerste jaren ontstonden de deals eerder spontaan, zoals de Ford-dealer die Vandersteen in de jaren zestig lang de neus weg vroeg waarom zijn personages niet in een Ford reden. Dat contact leidde ertoe dat Vandersteen elke twee jaar tot 50 procent korting kreeg op een nieuwe wagen als hij het automerk in zijn reeks binnensmokkelde – wat ook gebeurde.

Beeld rv

KLM werd de grootste partner van de reeks. In 1959 werd Vandersteen door de luchtvaartmaatschappij uitgenodigd voor een kijkje achter de schermen op Schiphol. Uit dat contact kwam de wereldreis die hij een jaar later ondernam met De Standaard-journaliste Maria Rosseels. Zij schreef over die reis, hij liet zich erdoor inspireren voor verhalen als De gouden cirkel.

Toen opvolger Paul Geerts in dienst kwam, werd de deal van onder het stof gehaald. Geerts, een fervent reiziger, liet Suske en Wiske de hele wereld rondreizen. “Ik heb zo’n 25 jaar gratis gevlogen en mocht telkens mijn zonen meenemen, een vriend of mijn partner. Telkens in businessclass.”

Ook Geerts kreeg zijn wagenmerk. Tussen 1991 en 1995 reed Lambik – en dus ook Geerts – met een Suzuki Jeep. Geerts moest enkel de btw van de wagen ophoesten. Hij liet verder een reisagentschap opduiken in de albums, alsook een Sony-videorecorder. In beide gevallen bedwong hij daarbij een deal.

4. Eindelijk: borsten en blote navels

Waarom Sidonia geen borsten had? Nooit verschafte Vandersteen er enige duidelijkheid over. Hij kon enkel kwijt dat Sidonia inderdaad een lelijke vrouw was, om er aan toe te voegen dat ze gebaseerd was op zijn moeder, en dat die ook lelijk was – zijn woorden.

Beeld rv

De vraag waarom Wiske pas op haar – weliswaar in mensentijd – 72ste borsten kreeg, is ook een moeilijke. Een en ander heeft ermee te maken dat Wiske bij haar eerste verschijning erg jong was. Er bestaat een prent waarop ze wel 5 lijkt, met één melktand vooraan. Een dreumes was het, en dreumesen hebben geen borsten. Wiske werd pas tergend langzaam ouder. Maar ooit moest ze borsten krijgen. Dat gebeurde in 2012, tezamen met tante Sidonia. “Ach, die borsten van Sidonia en Wiske, dat was eerder een logisch gevolg”, vond huidig tekenaar Luc Morjaeu. “Vroeger was Wiske een meisje van negen, nu is ze twaalf of dertien. Dit soort aanpassingen voelden goed.”

Maar dat fysieke veranderingen geen evidentie waren, hadden de opvolgers intussen al begrepen. Toen Geerts eind 1970 Wiskes kleedje inruilde voor een T-shirt en jeans, kraaide er geen haan naar. Maar toen tweede pleegvader Marc Verhaegen rond 2000 Suske in een zevenzakkenbroek en Wiske met blote navel tekende, kwamen de tongen los. Idem toen een jaar later Wiske een paardenstaart kreeg. “We hebben er wel iets van geleerd: Op de een of andere manier eigent iedereen zich die figuren toe of neemt ze op in zijn collectief bewustzijn”, zei Geerts toen. “En als er dan iets aan veranderd wordt, tja, dan lijkt het wel of je het culturele erfgoed van Vlaanderen hebt aangepakt.”

5. Nieuwe kansen voor schurken

Is het u opgevallen? De zwarte madam, Koning Cactus, Savantas, Jef Blaaskop, Serpentos, Krimson… Met geen van al die boosdoeners liep het écht slecht af. Savantas kwam in de reguliere reeks als geest tot inkeer en voltooide nog een laatste goede daad vanuit zijn wolk in de hemel. Het was bier dat Koning Cactus met koning/alcoholist Poefke samenbracht in de slotscène. De zwarte madam en co. smeekten in hun eerste verhaal om vergeving, en kregen dat van Sus Antigoon met de woorden: “Allee, allee! ’t Is is allang goed. Als ge belooft voortaan slechts bij stoute kinderen en ontvangers van belastingen te spoken, is alles vergeten.”

Andere schurken kwamen vaak vanzelf tot inkeer, ontsnapten uit hun betovering of gingen op heropvoedingscursus. “Haatgevoelens ban ik uit mijn werk en uit mijn leven”, wist Vandersteen. “Steeds zoek ik een vredelievende oplossing.” De ontknoping van een verhaal mocht volgens hem nooit tot een bevrediging van haatgevoelens of zelfzucht leiden, “maar moet gedragen worden door recht en billijkheid”.

Koningin Fabiola op bezoek bij Willy Vandersteen en zijn Studio, 1983.Beeld BELGA