Direct naar artikelinhoud
Coronacrisis

Het duivelse dilemma in arme landen: corona bestrijden of honger lijden

Vrijwilligers leveren voedsel aan arme gezinnen in Panama City.Beeld AFP

Pakt het middel erger uit dan de kwaal? Als mensen in derdewereldlanden tijdelijk het werk neerleggen in een poging de corona-epidemie in te dijken, hebben ze simpelweg geen eten. ‘Dan gaan mensen dood aan de honger in plaats van aan corona.’

en

Het is geen kwestie van onwil dat landen als Pakistan, Mexico of Nigeria twijfelen of ze een totale lockdown moeten invoeren om de corona-epidemie te bestrijden. Meer dan de helft van de bevolking is er afhankelijk van een schamel dagloontje dat wordt verdiend als straatverkoper, naaister, dagloner in de bouw,  taxi- of riksjarijder of in een van de vele andere kleurrijke handeltjes die het straatbeeld bepalen.

“Aan deze mensen vragen om thuis te blijven, betekent dat hun familie niets te eten heeft”, zegt Mohamed Yahya vanuit Nigeria. “Dan gaan mensen dus dood aan de honger in plaats van aan corona.” Yahya is hoofd van de Ontwikkelingsorganisatie van de Verenigde Naties (UNDP) in Nigeria en schetst het ‘duivelse dilemma’ waarvoor zijn land staat bij de bestrijding van het coronavirus.

Hij staat niet alleen. Wereldwijd worstelen leiders met de vraag of het middel – social distancing of totale lockdown - niet erger uitpakt dan de kwaal. In India leidde een slecht voorbereide lockdown tot grote onrust en een exodus van honderdduizenden werkloos geworden arme dagloners die vanuit de steden teruggaan naar het platteland in de hoop daar hun gezin nog te kunnen onderhouden. Ze bivakkeren onderweg in overvolle kampementen en verdringen zich op de schaarse plekken waar voedsel wordt uitgedeeld. 

Half miljoen textielarbeiders op straat

Ook gewone arbeiders worden zwaar getroffen. In Pakistan voerden regionale overheden lockdowns in en sloten alle fabrieken die niet-essentiële producten maken. Tussen 12 en 18 miljoen mensen dreigen hun baan te verliezen. Volgens de Pakistan Workers’ Federation zijn alleen al in Punjab een half miljoen textielarbeiders op straat komen te staan. De spanningen worden vergroot door de terugkeer van arbeidsmigranten uit het buitenland, een probleem dat ook speelt in landen als Afghanistan en Bangladesh.

Tegelijkertijd mag niet worden onderschat wat het coronavirus kan aanrichten wanneer het landen treft met kwetsbare burgers in krottenwijken of vluchtelingenkampen en waar basale voorzieningen als schoon water, sanitair en ziekenhuizen ontbreken. In het worstcasescenario, vorige week geschetst door Imperial College London, kan het virus de helft van de wereldbevolking treffen en 40 miljoen doden per jaar veroorzaken als nu niet direct maatregelen worden getroffen. Met het respecteren van de sociale afstandsregel vermindert dat risico al met 40 procent, met verdere maatregelen als het isoleren van kwetsbare ouderen daalt het rap verder.

Met de juiste preventie kunnen arme landen kortom wel degelijk miljoenen coronadoden voorkomen. Maar hoe neem je sociale afstand in een bomvolle krottenwijk? Of in gebieden waar geen schoon water of zeep voorhanden is? “Social distancing is een privilege. Dat realiseren veel mensen zich niet”, zegt Yahya. In Nigeria besloot de overheid alleen tot een lockdown in de grote steden Lagos en Abuja, waarbij kwetsbare mensen zoveel mogelijk worden bijgestaan. “De gevolgen zouden anders niet te overzien zijn”, zegt Yahya. “Een maand alles op slot zoals China deed kunnen wij ons in Afrika niet veroorloven en zal zeker leiden tot sociale onrust.”

Ontwrichting

De sociale en economische ontwrichting van een pandemie is in kwetsbare landen veel groter, zegt Lindy van Vliet, hoofd wereldgezondheidszorg van het Koninklijk Instituut voor de Tropen KIT in Amsterdam. “Mensen worden direct getroffen door honger of armoede. Daarom moet elk land voor zich bekijken hoe ze het best met corona omgaan. Lokale leiders weten zelf het best hoe ze burgers het snelst kunnen bereiken met preventieve maatregelen, bijvoorbeeld via sociale netwerken of boerencoöperaties. Er is geen one size fits all.’

De grote vraag is hoe corona zich ontwikkelt onder relatief jonge populaties in Afrika of Azië. Misschien vallen sterftecijfers veel lager uit. Wel staat vast dat het ‘afvlakken van de curve’ om intensive cares te ontlasten een luxe is die arme landen niet hebben. Vrijwel overal ontbreken faciliteiten om langdurig te beademen. “Er zit dus niets anders op dan tijd winnen met preventie totdat er een vaccin is ontwikkeld of de pandemie is geluwd”, zegt Van Vliet.

Dit laatste is ook van belang om te voorkomen dat de al kwetsbare zorgsystemen in arme landen instorten. Als klinieken overbelast raken door corona en zorgverleners uitvallen door besmetting, komt basale medische zorg in gevaar. Bij de ebola-epidemie in West-Afrika van 2014 raakten klinieken zo overbelast dat de sterfte aan andere tropische ziekten als malaria, tbc en diarree toenam. Ook de moeder- en kindsterfte ging hard omhoog.

‘Cash relief’

De VN en de G20 roepen rijke landen daarom op arme landen financieel te helpen om snel de juiste maatregelen te kunnen nemen. Het gaat niet alleen om het verstrekken van hygiëne- en testmateriaal of mondkapjes voor zorgverleners, maar vooral ook om financiële armslag om de circa 2 miljard getroffen burgers in de wereldwijde informele economie te compenseren met eenmalige uitkeringen – cash relief. De effectiefste manier om snel geld vrij te maken is schulden kwijtschelden. De VN stellen een steunpakket van 2,5 biljoen dollar voor.

Dan nog kunnen sommige groepen buiten de boot te vallen, zoals statenlozen. “Onze gezondheidszorgsystemen zijn gebaseerd op nationaliteit. Als je statenloos bent, ben je onzichtbaar voor de staat, maar niet voor het virus”, zegt Joshua Castellino van Minority Rights Group International. Dat geldt bijvoorbeeld voor de 130.000 Rohingya in detentiekampen in Myanmar, waar volgens Human Rights Watch de meest basale medische zorg ontbreekt en 40 mensen een latrine en 600 mensen een kraan moeten delen. Niets staat daar het virus in de weg.