"Tirade", Stijn Meuris trekt ten strijde en overwint deels

Jarenlang al mag ik de man zƩƩr. Stijn Meuris, brein achter het onvolprezen Noordkaap, Monza en zichzelf, gevleugeld en flamboyant spreker, grote muil, klein hartje en voltijds luis in de pels. En dat luis-zijn wil hij al langer helemaal uitspelen. Op het podium, in een conference, in een tirade, in ƩƩn trek maatschappijkritiek. Gelukt? Ja. Hij heeft het gedaan. Maar met wisselend niveau, vind ik. Maar vooral goed dat hij het heeft gedaan.

Peter Decroubele is journalist bij VRT Nieuws en enthousiast cultuurliefhebber.

Meuris opent zijn tirade, zijn sermoen, zijn aanklacht, met een ietwat onduidelijke verkenning van het podium. Om dan de microfoon in de hand te nemen (zoals een comedian, de toon is gezet) en te orakelen.

Ik moet zeggen, de eerste 10 minuten van ā€œTiradeā€ vond ik flou en wazig. OkĆ©, hij heeft een federale minister van FinanciĆ«n in zijn koffer zitten en heeft daar plannen mee, maar het duurt wel even voor het verhaal is gezet. Pas eens staatssecretaris De Backer in het stuk voorkomt, komt er schwung in het geheel. En humor. En inzicht. En tempo. En kwaadheid.

Meuris hekelt best wat politici, maar ook niet allemaal. Ik had -wie niet?- De Wever verwacht, maar die blijft afwezig. Ook geen Francken. Of Michel. Of Geens. Of Gatz. Hij richt zich op De Block, op Van Overtveldt, maar vooral op Schauvliege. Haar klimaatstrapatsen zijn bij een man als Meuris slecht gevallen. Natuurlijk. En dat laat hij blijken. Dat laat hij horen.

En dat horen vind ik bij momenten onscherp. Wat te weinig focus. Meuris schiet in het rond en knalt soms verdomd raak, maar soms ook zijn het losse flodders. Meuris houdt niet van het minieme of het beperkte of het zachte. Meuris, daā€™s een synoniem voor flamboyantie, wilde gebaren, luide stem, misbaar en beweging, woede en weemoed. Ook in ā€œTiradeā€. Tot en met. Maar hier en daar wat verfijning was goed geweest voor de zaak.

Universum

Wie houdt van het universum van Meuris, kan ik zijn tirade sowieso aanraden. Wie er niet van houdt, wel, neen dan. Omdat hij zich in zijn conference net tƩ weinig heruitvindt. Of buiten de verwachte lijnen kleurt. En vooral -en ik citeer heel wat toeschouwers gisteren in de Ancienne Belgique- omdat er toch best wel wat meer humor mocht in zitten.

Pas op, voor alle duidelijkheid, deze ā€œTiradeā€ is goed. Ik wil het veel anderen wel eens zien doen. Meuris knalt een aantal taalwitzen de lucht in. Legt de vinger op de wonde. Is intelligent genoeg om niet te bazelen, analyseert en fileert de misstappen van de beleidslui. Maar soms is het meer drammen dan daveren.

Aan de andere kant, qua podiumpersoonlijkheid is Meuris natuurlijk zeer beslagen. Hij beheerst vlot een volgepakte grote zaal van de AB gedurende 100 minuten - en heeft duidelijk menig try-out in de benen en in het hoofd. Want ook dat is een kunst.

Maar nog eens, wat meer comedy, wat meer Ć©chte humor was welkom geweest. Wat tekstuele verfijning ook (want wat een lap tekst oreert Meuris toch), wat extra regie.

Maaiveld

ā€œTiradeā€ is een mooi debuut als conferencier, een mooi begin. En alle komieken of vertellers vaak hun beste werk pas later gemaakt. Zo gaat dat in het theater, anders dan in de literatuur waar velen na hun denderend debuut vaak zijn weggevlakt, gesmolten, verdwenen of gestorven.

Daarom kijk ik al uit naar een vervolg. Met daarin dan die scherpte, die detailzucht, dat schrappen en die regie die er Ć©Ć©n geheel van maakt. Nu is het nog iets te veel een amalgaam, maar een nobele en entertainende daad, zeker wel.

Van iemand die vol passie en overgave, vol oprechte boosheid en met een uitgestoken angel zijn mening zegt. Zijn gal spuwt en zijn pek en veren uitkapt. En wil ik net van dat soort mensen houden. Die zeggen waar het op staat. En niet zoals de stilzwijgende meerderheid of de meute der makken blijven dobberen op de lijn van de zee. Zeker niet omhoog springen of duiken, zeker niet met het hoofd boven het maaiveld komen. O neen. Net voor hen zijn tirades nuttig. Zoals die van Meuris bijvoorbeeld.

Meest gelezen