Direct naar artikelinhoud
InterviewIvan De Vadder

Ivan De Vadder: ‘Er zijn aan die onderhandelingstafel dingen gebeurd die heel diep sneden’

Ivan De Vadder.Beeld Steven Richardson

De regering-Wilmès zit stevig in het zadel, met dank aan Covid-19. Maar de puinhopen van de onderhandelingsslag die eraan voorafging, smeulen nog na. De sappige reconstructies verschilden flink aan weerszijden van de taalgrens, en politicologen en commentatoren buitelden over elkaar heen om hun verontwaardiging over zoveel gekonkel en verraad uit te spuwen. Temidden het gekletter en de zwadder staat er gelukkig nog iemand overeind om het slagveld te overschouwen: Ivan De Vadder. ‘En toch is de dromedaris goed op dreef.’

Vijf dagen na de laatste onderhandelingsnacht zat Bart De Wever bij u in De afspraak op vrijdag. Wat was uw indruk van hem?

Ivan De Vadder: “Ik had verwacht dat hij, gezien de ernst van de coronacrisis, zijn bitterheid aan de kant zou schuiven, maar dat lukte niet. Er zijn aan die onderhandelingstafel dingen gebeurd die heel diep sneden. Dat sp.a-voorzitter Conner Rousseau in interviews luidop zei dat PS-voorzitter Paul Magnette hem had verraden, is ook opmerkelijk. Daar krijgt hij binnen de sp.a weinig applaus voor. Maar hij had zijn nek uitgestoken voor een regering van nationale eenheid. De tirade die Rousseau, als nieuwkomer, afstak om de andere voorzitters op hun plichten te wijzen: chapeau! Dat bewijst dat politiek niets te maken heeft met leeftijd, maar met talent.”

Zelf vatte u die onderhandelingen samen als: ‘Er werd een paard de kamer ingeduwd en er is een dromedaris buitengekomen.’

“Tijdens zo’n crisis is een regering van nationale eenheid, met alle partijen, een krachtig signaal. Maggie De Block (Open Vld, red.) had gerust minister van Volksgezondheid kunnen blijven, ook andere ministers op sleutelposities had je kunnen laten zitten. De rest kon je aanvullen met de sterkste mensen van andere partijen. Dat was het paard. De dromedaris die we kregen is een vreemd beest, met drie partijen erin en vijf andere die dat ondersteunen vanuit de oppositie. En dan heb je nog de N-VA die alleen de coronavolmachten steunt, maar de rest niet. Ingewikkeld. Toch is die dromedaris nu flink op dreef. De regering pakt de coronacrisis goed aan.”

Waar liep het mis in de onderhandelingen?

“Paul Magnette heeft een deal gesloten, maar werd teruggefloten door zijn partij. Dat is de essentie.”

‘Als mij dat overkomt, bied ik onmiddellijk mijn ontslag als voorzitter aan’, zei De Wever.

“Hij heeft het makkelijker dan Magnette. Zoals Alain Gerlache (Franstalig politiek analist, red.) zei: de voorzitter van de PS is de machtigste man van het land, behalve in zijn eigen partij. Magnette moet rekening houden met de vakbond en de machtige baronnen van de Luikse en Brusselse federaties. Die wilden geen akkoord met de N-VA.

“Ook de vete tussen Magnette en MR-voorzitter Georges-Louis Bouchez heeft niet geholpen. Bouchez gunde het zijn rivaal niet om met de pluimen te gaan lopen. Maar het beeld dat alleen de Franstaligen verantwoordelijk zijn voor de mislukking is te eenzijdig. Aan Vlaamse kant zijn er even grote fouten gemaakt. Dat Bart De Wever het premierschap claimde, bijvoorbeeld. Hij had moeten weten dat de Franstaligen zouden steigeren.”

Volgens mijn bronnen heeft hij dat niet geëist.

“Niet tijdens de onderhandelingen, maar hij verwijt de PS dat ze op tv het akkoord heeft getorpedeerd, terwijl hij de dag voordien zelf in een tv-interview zei dat hij desnoods ‘dik tegen zijn goesting’ premier zou worden. Aan Franstalige kant lezen ze dat als: ‘Jaja, jij wilt gewoon de baas spelen’.

“Ook vorige zomer zijn er aan Vlaamse zijde kansen gemist. Men heeft lang gegokt op een coalitie van de N-VA, CD&V en de sp.a: dat had de Vlaamse regering moeten worden. Met de sp.a erbij had De Wever snel een federaal aanknopingspunt met de PS gehad. Herinner je dat zinnetje na de gemeenteraadsverkiezingen: ‘Ik ben die oorlog met links beu.’ Wellicht had hij daar de grote verzoening op Vlaams en federaal niveau al in zijn hoofd. Maar een deel van de sp.a zag een regering met de N-VA niet zitten. Die coalitie had ook maar één zetel op overschot. En dus werd de sp.a ingeruild voor Open Vld. Voor de federale onderhandelingen was dat een kleine ramp.”

Heeft de N-VA, met haar jarenlange aanvallen op de PS, het ook niet onmogelijk gemaakt voor Magnette?

“Uiteraard. Die twee partijen zijn al jaren elkaars beste vijanden. Ze hebben een flink stuk van hun electorale winst geboekt door elkaar zwart te maken, en hebben zo het klimaat voor een gezamenlijk akkoord verziekt.”

Ivan De Vadder: ‘Er zijn aan die onderhandelingstafel dingen gebeurd die heel diep sneden’
Beeld Steven Richardson

Toch vindt De Wever dat hij zijn achterban in 2014 al heeft voorbereid op een historisch akkoord met de PS.

“Ik herinner me dat hij in 2014 zei: ‘We gaan ze uitroken.’ De bedoeling was om vanuit de federale regering het Waalse Gewest financieel droog te leggen, zodat de PS vijf jaar later zelf zou komen smeken om een communautair akkoord. Dat is niet de hand uitsteken, hè? Dat is de ander op de knieën dwingen. Dus nee: De Wever heeft dat historisch akkoord helemaal niet voorbereid.”

Hij vreest nu dat dit zijn laatste kans was.

“Hij heeft in 2014 al een grote kans gemist. Theo Francken zei in Knack dat de N-VA dit keer de premier wilde, omdat die de agenda bepaalt: ‘Als sommige van je punten moeilijk op de regeringsagenda geraken, kom je als partij te weinig aan bod.’ De Wever had dat premierschap al in 2014 moeten claimen. In de regering-Michel zat een constructiefout: de leider van de grootste partij stond aan de kant, als een schaduwpremier. Ook de voorzitters van Open Vld en CD&V, Gwendolyn Rutten en Wouter Beke, zaten er niet in. Dat heeft tot problemen geleid tussen de Vlaamse partijen. Met De Wever als premier was het anders gelopen.”

Had de MR dat gepikt?

“Ja, want de MR kon niet meer terug. Bij de vorming van de Waalse en Brusselse regering waren ze buitenspel gezet. Dat dreef hen in de armen van de N-VA. Die stap was gezet, en met zeven ministerposten werd de MR sowieso ruimschoots beloond.

“Maar De Wever wílde die regering niet leiden. Hij had geen zin om de Wetstraat 16 binnen te gaan en er met 16 procent weer buiten te komen, zoals Guy Verhofstadt en Yves Leterme was overkomen. Daarom bood hij het Charles Michel op een schoteltje aan. Maar daardoor kon de N-VA te weinig wegen in die regering.”

NOOD AAN BELGIE

Intern heeft hij de analyse gemaakt dat de toekomst van de N-VA in het centrum ligt. Wat is de verklaring voor die koerswijziging?

“Die ligt bij het marktonderzoek dat de VRT en Why5Research, het bedrijf van Jan Callebaut, hebben uitgevoerd in 2009, 2014 en 2019. Daarin werden mensen bevraagd over hun emoties en standpunten over de politiek en thema’s zoals justitie, migratie, klimaat en sociale zekerheid. Later dit jaar breng ik daarover met Jan een boek uit: Het DNA van Vlaanderen.

“Dat onderzoek toont aan dat de Vlaming de N-VA ziet als dé beleidspartij die de rol van de oude CVP moet overnemen. De Vlaming gelooft niet meer dat de traditionele partijen zijn wensen nog kunnen omzetten in krachtig beleid. De oppositiepartijen Groen, PVDA en Vlaams Belang spiegelen een droom voor die de Vlaming apprecieert, maar hij gelooft niet dat ze die ook kunnen waarmaken. Zo blijft er maar één beleidspartij over waarin hij nog gelooft: de N-VA. Die moet dus in het midden gaan zitten en meebesturen, ook op het Belgische niveau. Jan Jambon heeft al getoond dat de N-VA daar perfect toe in staat is. Als crisismanager kreeg hij na de terreuraanslagen lof van iedereen, ook van de Franstaligen.”

Dan was het dus een blunder dat de N-VA vorig jaar uit de regering-Michel stapte omwille van het migratiepact?

“Dat was een ongelofelijke stommiteit. Anders hadden ze vandaag nog mee aan het stuur gezeten. Nu moeten ze vanaf de zijlijn toekijken hoe de regering-Wilmès het land door de crisis loodst. En als ze dat zo goed blijft doen als nu, is ze vertrokken tot in 2024 en wordt ze komend najaar wellicht uitgebreid met socialisten en groenen. Dan zal de conclusie zijn dat de N-VA aan de foute kant van de geschiedenis stond, want de Vlaming verwacht dat ze meedoet.”

Zoals je het nu schetst, wordt die coronacrisis een zegen voor de regering.

“Natuurlijk! Plots zie je al die ministers krachtige maatregelen nemen. Het strafste voorbeeld is Philippe De Backer (Open Vld-minister van Telecom en Post, red.), die al met één been buiten de politiek stond en plots de belangrijke opdracht krijgt om voor mondmaskers en coronatests te zorgen. Zo’n crisis beheren is relatief makkelijk voor politici. Als je geen te grote fouten maakt, kom je daar als een bekwaam leider uit. Ook de Vlaamse regering komt na een moeilijke start plots beter uit de verf.”

CD&V zit gevangen in een regering die straks vervelt tot de Vivaldi-coalitie die ze absoluut niet wilde. Zijn ze gerold?

“Je kunt ook zeggen dat CD&V haar verantwoordelijkheid heeft genomen. Zij wilden die regering van nationale eenheid. Toen dat niet mogelijk bleek, wilden ze het alternatief niet blokkeren. Niemand had het begrepen als ze nu uit de regering waren gestapt.”

De Standaard schreef dat als België zijn 200ste verjaardag niet haalt, deze politieke krachtmeting een sleutelmoment zal zijn geweest. ‘Het is gebleken dat zelfs een dodelijke pandemie, een plaag van Bijbelse dimensie, niet voldoende was om noord en zuid over hun klassieke tegenstellingen heen te tillen.’

“We gaan die verjaardag rustig halen, want er is geen alternatief. Tien jaar geleden dacht de N-VA dat België zou verdampen tussen Vlaanderen en Europa. Nu niet meer. Europa slorpt veel trager bevoegdheden op dan gedacht, en de N-VA vindt dat Europa, als federale superstaat, te veel op België lijkt. Als je zaken splitst, blijft er dus een Belgische koepel nodig.”

Binnenskamers zou de PS bereid geweest zijn om meer autonomie aan de deelstaten te geven, maar de MR lag dwars. Bouchez droomt van een terugkeer naar het unitaire België. Is dat uit overtuiging of uit opportunisme – aangezien de MR in het linkse Wallonië meer kans maakt om in de oppositie te belanden?

“Nu denk je te rationeel. 60 procent van de Walen en Brusselaars steunt Bouchez daarin. Uit mijn podcast Plan B met Alain Gerlache heb ik geleerd dat ‘de Walen’ niet bestaan. Je hebt de Luikenaars, Brusselaars, Picardiërs, mensen uit Charleroi... maar geen Walen. Er zijn verschillen tussen Limburgers en West-Vlamingen, maar Vlamingen hebben een gemeenschappelijke identiteit, gebaseerd op taal, cultuur en geschiedenis. De enige identiteit die de Walen hebben, is de Belgische. Waar moeten ze anders naartoe? Naar Frankrijk? Dat zit niet op hen te wachten, net zomin als Luxemburg. Niemand wil hen. Vandaar hun emotionele hartenkreet, die in Vlaanderen te veel wordt onderschat.”

De subtitel van het boek dat u straks uitbrengt, is: ‘Wat willen de Vlamingen echt?’ Uitstekende vraag.

“Je kunt Vlaanderen opdelen in een zestal groepen, gaande van mensen die behoefte hebben aan een gesloten samenleving met veel regels en veiligheid, tot een groep die erg openstaat voor solidariteit en diversiteit.

“Het bedrijfsleven gebruikt dat marktonderzoek al jaren om zijn producten zo goed mogelijk in de markt te zetten. De politiek doet dat niet. Jan Callebaut heeft zijn onderzoek in 2006 aangeboden bij het kartel CD&V-N-VA, maar er was weinig enthousiasme. Ook andere partijen maken er geen gebruik van. Ze gaan nog heel amateuristisch te werk. Politieke partijen baseren zich op peilingen en laten zich erdoor verlammen. Daarom is de VRT daarmee gestopt. Peilingen zijn thermometers die het verleden meten: als de resultaten bekend zijn, ben je een paar weken verder. De partijkeuze van mensen zegt ook heel weinig over het beleid dat de Vlaming wil. 

“In 2009 vonden mensen ongelijkheid heel belangrijk, omdat veel bankiers de bankencrisis niet hadden zien aankomen en daarna met een gouden parachute vertrokken. Afschuwelijk, vond de Vlaming. In 2014 was economie top of mind: loon naar werken, het behoud van jobs en van de sociale zekerheid. Migratie kwam ook al sterk naar voren. Mensen waren bang dat nieuwkomers de sociale zekerheid zouden uithollen. Toch bevatte het akkoord van de regering-Michel nauwelijks een passage over asiel en migratie. Ik vind dat een gemiste kans. Partijen zouden dit soort onderzoek moeten gebruiken, in plaats van beleid te voeren met de natte vinger.”

Hebben jullie dat onderzoek zelf wel goed gelezen? Critici vinden dat de VRT vorig jaar de Vlaming het klimaatthema door de strot heeft geramd. ‘Zit daar op die redactie van vierhonderd man niemand die weet wat er leeft onder de gewone mensen?’, vroeg Theo Francken zich met enig leedvermaak af.

“We hebben inderdaad te veel aandacht besteed aan de klimaatbetogingen. Uit de verkiezingsuitslag blijkt dat dat niet het belangrijkste thema was, maar wel migratie. Ik begrijp de ergernis daarover bij sommige partijen.”

‘Ik had ­verwacht dat Bart De ­Wever, gezien de ernst van de coronacrisis, zijn bitterheid aan de kant zou schuiven, maar er zijn aan die onderhandelingstafel dingen gebeurd die heel diep sneden.’Beeld VRT

ZIEKENHUIS VRT

Hoe is het om in deze beklemmende tijden tv te maken?

“Het ruikt op de VRT echt naar een ziekenhuis. Alles wordt ontsmet, mensen worden niet meer geschminkt, en in de studio zijn de prikmicrofoontjes vervangen door ouderwetse tafelmicro's, zodat er geen technicus meer vlak bij je gezicht moet hangen om die prikkers op te spelden.”

Hoe bang bent u om zelf besmet te geraken?

“Ik werk zoveel mogelijk thuis. Dit interview verloopt via Skype en ik wilde ook liever geen fotograaf ontvangen, omdat die mensen op veel plaatsen komen. Alleen voor Villa politica en De afspraak op vrijdag ga ik naar de VRT.”

U maakte in 2015 al een vorm van quarantaine mee, toen u darmkanker had.

“Ik heb nu meer een gevoel van beperking dan toen. Tijdens de chemobehandelingen had ik telkens een goede en een slechte week. In die goede weken kon ik doen wat ik wilde. Ik heb aan die periode vooral een immense bewondering overgehouden voor het zorgend personeel. En die is nu nóg groter geworden.”

‘Ik wou me zo snel mogelijk weer aan alles kunnen ergeren’, zei u na uw herstel.

“Ja, want dat betekent dat alles weer normaal is. Als ik misselijk naar het plafond lag te staren, snakte ik naar de files en de stress. Ik nam me voor om daar nooit meer op te sakkeren, maar zodra alles weer normaal is, doe je dat toch. Ik ben niet fundamenteel veranderd, maar soms overvalt me nog het besef: wat ben ik blij dat ik in de file sta.”

De coronacrisis maakt dingen mogelijk die lang niet konden: thuiswerk, de afname van files, luchtvervuiling en CO2-uitstoot... Zal deze crisis de wereld veranderen?

“Onze drang om samen in de file te staan, heeft zich verplaatst naar de supermarkt. (lacht) We zijn dus nog niet in het walhalla beland. Hopelijk wordt telewerk een blijver, maar het is evengoed mogelijk dat we straks weer gewoon doen zoals vroeger.

“Ik vrees vooral een psychologische nasleep: onzekerheid, afstandelijkheid en een wantrouwen tegenover anderen die je op elk moment kunnen besmetten. Social distancing is er zo hard ingepompt – en terecht – dat ik vrees dat dat zal overblijven. Laten we hopen dat de elleboogshake straks weer wordt vervangen door de knuffel, de kus of de handdruk.”

FAKE NEWS

U was gisteren te zien in Twee tot de zesde macht. Heeft u daar als journalist over getwijfeld?

“Nee. Het valt niet samen met mijn normale werk, maar het kan ook geen kwaad.”

Wat vindt u van politici die zulke programma’s frequenteren?

“Er was een periode waarin ze daar wat te ver in gingen. Denk aan Luk Alloo die in Sterren en kometen verkleed als smurf naar een VLD-congres ging en iedereen zo’n pak probeerde aan te trekken. Of de beruchte aflevering van Debby & Nancy waarin Leterme en Vande Lanotte een valse baard kregen aangemeten. Dat was tenenkrullend. Intussen zijn we het als kijker gewend dat politici opduiken in ontspannende quizzen en talkshows.”

Vincent Stuer, de ex-woordvoerder van Karel De Gucht, schreef in zijn column in De Morgen dat een speech van Angela Merkel of Mark Rutte meer indruk maakt, omdat zij hun privéleven beter bewaken en zich niet lenen tot frivoliteiten.

“Het heeft niet alleen daarmee te maken, maar je kunt hen inderdaad niet op dezelfde manier benaderen als pakweg Hilde Crevits. Onze houding tegenover politici is heel paradoxaal: we hebben voortdurend kritiek op hen, maar tegelijk zijn ze de meest toegankelijke ter wereld. In andere landen worden ministers veel sterker afgeschermd. Die afstand creëert een aureool dat je minder hebt als je elke dag tien tweets produceert en met iedereen op de foto gaat.”

Het thema van de aflevering van Twee tot de zesde macht was fake news. Krijgt u daar veel mee te maken?

“Alles wordt tegenwoordig fake news genoemd. Een politicus vertelt niet de volledige waarheid? Fake news. Een journalist maakt een analyse? Fake news. Het internet biedt mensen een stroom aan valse informatie en complottheorieën. Daarom zijn we nu ook gestart met de rubriek ‘Fake news in coronatijden’. Het gerucht doet de ronde dat je besmet kunt raken als je aan de benzinepomp het tankpistool vastneemt. Dat klopt niet, al kan het geen kwaad om een doekje te gebruiken. Het probleem is dat we in het internettijdperk niet meer gewapend zijn om al dat fake news eruit te halen. Kijk naar Donald Trump: er zijn journalisten en accounts die bijhouden hoeveel leugens hij verspreidt. Dat zijn er duizenden per jaar. Maar zelfs al doorprik je elke leugen, dan verandert dat nog geen zier aan de politieke machtsverhoudingen in de VS.”

Waarom niet?

“Omdat zijn kiezers liever hém geloven. Zij vinden hun ideologie en loyaliteit aan hem belangrijker dan de feiten.

“Onlangs was er een heftige discussie over wie voor de eerste levering van mondmaskers had gezorgd: het kabinet van Maggie De Block of Kathleen Depoorter van de N-VA. The Arbiter of Tweets deed een factcheck waaruit bleek dat Depoorter haar rol overdreven had. Maar dan reageert iemand: ‘Beste meneer, u hebt geen toegang tot alle telefonische contacten, dus kunt u niets bewijzen.’ Tja, dan houdt het op, hè. Dan beland je bij: wie geloof ik? Welke ideologie steun ik? En het internet versterkt dat nog. Door de algoritmes komen mensen automatisch terecht in echokamers met meningen die ze het liefst horen. Als journalist is het heel moeilijk om daartegen op te boksen.”

De kranten maakten allerlei reconstructies van de voorbije onderhandelingen. En dan zeggen mensen: ‘Jullie schrijven ook maar wat bevriende politici jullie influisteren.’

“Die mensen onderschatten onze beroepsernst. En onze ego’s. (lacht) Maar een goede reconstructie vraagt tijd. Vroeger duurde het jaren voor we konden achterhalen wat er precies was gebeurd, nu staat het een week later al in de krant. Ik kijk uit naar de reconstructie die over een jaar wordt gemaakt, als de emoties zijn bedaard. Volgens Le Vif heeft de N-VA Theo Francken als vicepremier naar voren geschoven, terwijl meerdere bronnen zeggen dat daar aan tafel met geen woord over is gerept. Toch heeft iemand dat die journalist verteld. En die heeft zijn werk even goed proberen te doen als zijn Vlaamse collega’s.

“Het voordeel van de reconstructies die ik heb gemaakt voor tv is dat politici hun verhaal doen voor de camera. Wat ze daar zeggen, is voor de eeuwigheid. Daar kunnen ze niet meer onderuit. Ik vond Wissel van de macht van Marc Van de Looverbosch trouwens ook zeer goed.”

‘Op de VRT ruikt het echt naar ziekenhuis. Alles wordt ontsmet, mensen worden niet meer geschminkt.’Beeld Steven Richardson

WOLLEN ONDERBROEK

Waar plaatst u deze periode in uw carrière? u weet het doorgaans goed te verbergen, maar het lijkt alsof u zich amuseert?

“Zeker! Ik geniet van de vrijheid die ik heb gekregen. Naast De afspraak, Villa politica en Zinzen en Van Cauwelaert maak ik ook analyses voor radio en online. Duiding geven is het liefste wat ik doe. En door mijn ervaring moet ik geen zes dossiers meer bovenhalen als er iets gebeurt.”

Zou u zich ook nog amuseren in de rol van Pieterjan De Smedt in ‘Terzake’?

“Waarom niet? Tussen 2000 en 2010 heb ik ook al die trottoirs gedaan voor Het journaal. Aan die periode dank ik mijn band met Alain Gerlache en Christophe Deborsu, die naast mij stonden. Plezant, maar je moet veel geduld hebben.”

En een dikke jas.

“Juist. Ik had altijd een fleece, regenjas, winterlaarzen en schoenen met dikke zolen in mijn auto liggen. Aan die periode houd ik ook nog een lange wollen onderbroek over.”

Die draagt u niet tijdens Zinzen en Van Cauwelaert?

“Nee. (lacht) Maar ik heb veel respect voor Dirk Van den Bogaert van VTM, die dat nog altijd doet. Vierentwintig uur naar een gesloten deur staan turen, tot die opengaat en je een quote van zes seconden krijgt... Doe het maar, twintig jaar aan een stuk.”

Veel mensen geloven niet meer dat journalisten met een open, neutrale blik hun werk doen. Als politiek journalist word je voortdurend van partijdigheid beschuldigd. Ik kan daar sikkeneurig van worden.

“Ik reageer daar niet meer op. Vroeger ging ik op Twitter graag met kijkers in discussie, nu alleen nog met mensen die ik ken. Argumenten zijn niet het belangrijkste wapen op sociale media. Je verzandt heel snel in scherpe discussies en scheldpartijen. Daar overtuig je niemand mee.”

U hoort die toppolitici bijna elke dag. Dat moeten toch uw beste vrienden zijn?

“Goede contacten zijn belangrijk. Maar het is niet omdat je elkaar vaak spreekt, en er een wederzijdse appreciatie groeit, dat je geen kritische vragen meer kunt stellen. De afspraak op vrijdag is live on tape, daar wordt niet in geknipt. Je mag denken dat er achter de coulissen van alles gebeurt, maar wat je op het scherm ziet, is eerlijk. De politicus krijgt de tijd om zijn redenering op te bouwen, gaat in debat, wordt kritisch aangepakt. Het is één van de leukste formules die ik al heb gedaan.”

Tijdens de verkiezingscampagne ging Kristof Calvo de mist in, toen hij geen overtuigend antwoord kon geven op de vraag of de afschaffing van de salariswagens de gebruikers 500 euro zou kosten.

“Dat moment is Groen blijven achtervolgen tot in het stemhokje. Je zag de ergernis op mijn gezicht, omdat Calvo tot vijf keer toe weigerde om op de vraag te antwoorden. Achteraf werd mijn oogrol gebruikt door zijn tegenstanders. Dat vond ik vervelend, ik had dat beter niet gedaan, maar het was een spontane reactie.”

In 2010 stapte u bijna op tijdens een interview met Leterme in De zevende dag, omdat hij uw vragen straal negeerde. Zou u dat vandaag opnieuw doen?

“Dat weet ik niet, omdat dat ook zo’n spontane reflex was. We hebben daar achteraf uitvoerig over gepraat. Tijdens die uitzending had hij zich flink geërgerd, en toen hij eindelijk aan het woord kwam, ging hij af als een wekker: er was geen houden aan. Maar ik dacht: ‘Je bent hier te gast in mijn studio en het is mijn taak om vragen te stellen.’ Als je dan een monoloog afsteekt, schend je de afspraak. Ik probeerde vier keer tussen te komen, daarna greep ik naar het zwaarste wapen ooit. Achteraf kregen we allebei een honderdtal reacties: de helft positief, de helft negatief. Het kwam opnieuw neer op: wie vertrouw je het meest? Geen positie waarin je als journalist wilt belanden, maar ik heb toen wel een lijn in het zand getrokken.

“Het heeft Leterme niet geschaad. Als premier in lopende zaken stond hij in de schaduw. Iedereen was gefocust op de eeuwigdurende onderhandelingen tussen de PS en de N-VA. Maar na dat interview heeft hij zich weer ‘gezet’ als premier. Vergelijk het met premier Wilmès. In haar eerste maanden was ze ‘maar’ de vervanger van Charles Michel. Nu haar regering volmachten heeft gekregen, lijkt ze plots een andere vrouw. Ze staat er.”

Van welke politicus kreeg u in uw carrière de zwaarste uitbrander?

“Guy Verhofstadt en zijn woordvoerders hadden daar een patent op.”

Maakt dat nog indruk?

“Minder en minder. Het hoort bij mijn job. Je stelt vragen of brengt een analyse, maar dat is nooit perfect. Als iemand daar kwaad op reageert, vind ik dat normaal.

“In 2004 is er een enorme fout gebeurd in de tv-uitzending van De stemtest. De politici kregen ‘bakjes’ om hun stemtest in te vullen, maar die waren fout afgesteld. Aan het eind van die uitzending bleek dat iedereen bij de foute partij was uitgekomen. Zo zat de hele VLD bij de sp.a. Je zag de verbijstering op de gezichten. En dát enkele weken voor de verkiezingen.

“Een paar dagen later werd ik samen met hoofdredacteur Leo Hellemans op het matje geroepen op het CD&V-hoofdkwartier: de enige keer dat me dat is overkomen, maar de fout was zo groot dat we toch maar gingen. Er zat een vierschaar tegenover ons: Yves Leterme, Inge Vervotte, Bart De Wever en Ben Weyts. De N-VA’ers zeiden geen woord. Leterme maakte zich kwaad, maar vooral Vervotte ging zwaar tekeer. Razend beschuldigde ze ons van alles wat lelijk was. Daarna dropen we af. Nadien hebben we politici nooit meer gevraagd om stemtesten in te vullen. Dat komt toch maar over alsof je hen bij een andere partij wilt doen belanden. Laat hen maar gewoon hun eigen standpunten verdedigen, dat is al moeilijk genoeg.”

© Humo