OVERZICHT. Nu meer dan 2.000 doden door coronavirus, nieuwe ziekenhuisopnames dalen verder

In totaal zijn er nu 22.194 besmettingen met het coronavirus vastgesteld in België, al is dat cijfer sowieso een grove onderschatting. In totaal zijn er al meer dan 80.000 testen afgelegd.

In de ziekenhuizen zijn 314 nieuwe patiënten opgenomen. Dat betekent dat het aantal nieuwe opnames verder daalt (zie rode staafgrafiek onderaan). In totaal zijn nu in de ziekenhuis 6.012 bedden bezet door Covid-19-patiënten, 172 meer dan de dag ervoor. Dat aantal (oranje lijn op de grafiek) stijgt al een aantal dagen minder fel.

Er liggen 1.260 mensen op de afdeling intensieve zorg (rode lijn), tegenover 1.257 gisteren. "Er zijn nog meer dan 1.000 bedden op intensieve zorg over”, aldus Van Gucht. Er worden 999 patiënten beademd, een toename van 15 personen.

Er werden 162 nieuwe doden door het coronavirus gerapporteerd, meldde Van Gucht nog. Maar daar komen nog 241 overlijdens in de Vlaamse woonzorgcentra bij van de voorbije dagen. Dat betekent niet dat die overlijdens allemaal gisteren plaatsvonden, aangezien de registraties daarvan vertraging kunnen oplopen. Hoeveel mensen er gisteren stierven, zal pas de komende dagen geleidelijk aan duidelijk worden. Het totaal aantal overlijdens ligt nu op 2.035 (zwarte lijn). 

Sinds 15 maart zijn 4.157 patiënten uit het ziekenhuis ontslagen (groene lijn), een toename van 171 tegenover het rapport van gisteren. De dag ervoor ging het om 235 ontslagen op een dag tijd.

Deze grafiek toont de evolutie van de coronaverspreiding tot nu toe:

Onderstaande grafiek toont de dagelijkse toename of afname van de cijfers. Op het eerste tabblad is te zien dat het aantal dagelijkse opnames in de ziekenhuizen afneemt. Op het tweede tabblad is hetzelfde te zien voor de afdelingen intensieve zorg, waar er nu amper nog patiënten bijkomen.

Klik op de tabs om van cijfer te wisselen - het aantal doden wordt hier weergegeven volgens sterfdatum, voor zover bekend, en loopt dus niet gelijk met de datum van rapportage. Zo blijkt zaterdag 4 april voorlopig de ‘dodelijkste dag’, met tot nu toe 249 overlijdens op 24 uur tijd.

De 241 sterfgevallen in de Vlaamse woonzorgcentra vonden plaats tussen 1 en 4 april. Het gaat zowel om bevestigde als vermoedelijke COVID-19-patiënten. Sinds gisteren worden de overlijdens uit de regionale woonzorgcentra pas systematisch doorgegeven, zegt federaal wetenschappelijk instituut Sciensano. De overlijdens in de Vlaamse woonzorgcentra voor 1 april zijn nog niet in de cijfers opgenomen. “Vóór 1 april moeten we dus rekening houden met het feit dat een aanzienlijk aantal sterfgevallen in woonzorgcentra in Vlaanderen nog niet in de cijfers is opgenomen”, geeft Sciensano toe. “Deze correcties moeten nog worden uitgevoerd.”

Cijfers voor woonzorgcentra in Wallonië en Brussel werden wel al eerder opgenomen.

Lees ook: Plots ook nog 241 overlijdens in Vlaamse rusthuizen gerapporteerd, “rekening houden met aanzienlijk extra aantal sterfgevallen in woonzorgcentra”

De overgrote meerderheid van de dodelijke slachtoffers is ouder dan 65 jaar. Jongere dodelijke slachtoffers zoals het meisje van 12 jaar, blijven uitzonderingen. In de categorie van de 25-44-jarigen vielen er tot nu toe acht doden.

Bij de mannen vielen er tot nog toe 1.008 doden, bij de vrouwen 749, van 262 registraties is het geslacht onbekend. De overgrote meerderheid daarvan gaat over de overlijdens in de woonzorgcentra, waarvan de leeftijd en het geslacht voorlopig niet geregistreerd werd.

Wat de leeftijdsverschillen bij de besmette personen betreft, zien we opvallend grote verschillen tussen de geslachten, afhankelijk van de leeftijd van de geteste personen. In de jongere categorieën testen voornamelijk vrouwen positief, wat volgens experts te verklaren valt door het hogere aandeel vrouwen in zorgberoepen. Zorgmedewerkers worden meer getest omdat zij een risicogroep vormen. Bij de ouderen tussen 60 en 79 jaar testen vooral mannen positief.

Ook 142 kinderen van 0 tot 9 jaar testten al positief.

Van de 2.035 geregistreerde doden, vielen er 933 in Vlaanderen, 762 in Wallonië, en 340 in Brussel. 

Tot nu toe werden in totaal 22.194 bevestigde besmettingen gemeld: 12 876 gevallen (58%) in Vlaanderen, 6 543 (29%) gevallen in Wallonië en 2 414 (11%) gevallen in Brussel. Gegevens betreffende de woonplaats waren niet beschikbaar voor 361 gevallen.

Onderstaande grafiek toont de absolute verspreiding van het aantal geregistreerde besmettingen per provincie. Vooral de provincies Antwerpen (2.852) en Limburg (2.694) worden getroffen. Zij worden gevolgd door Oost-Vlaanderen (2.646), Luik (2.429) en Brussel (2.414).