Direct naar artikelinhoud
InterviewDominique Roodhooft

‘De regering dacht: we doen alle rusthuizen op slot en we hoeven er niet meer naar om te kijken’

Dominique Roodhooft: ‘ Als de testen achterblijven zullen we de uitbraken niet onder controle krijgen.’Beeld Wouter Van Vooren

Te weinig tests, te weinig mondmaskers. Het coronavirus houdt lelijk huis in de ouderenzorg, zegt ook Dominique Roodhooft, directrice van vijftien woon-zorgcentra. ‘De regering dacht: we doen alle rusthuizen op slot en we hoeven er niet meer naar om te kijken.’

Roodhooft leidt een netwerk van 15 woon-zorgcentra voornamelijk in Oost-Vlaanderen, goed voor 2.200 bewoners en ruim 1.900 personeelsleden. Op twee sites is er al een uitbraak van het coronavirus, voor enkele andere houdt ze haar hart vast. De pandemie raakt de sector hard. Er vielen de voorbije weken meer dan 600 doden door het virus. “Het is nu van het grootste belang dat er snel tests kunnen gebeuren in de woon-zorgcentra”, vertelt ze. Minister van Welzijn Wouter Beke (CD&V) laat er deze week zo’n 11.000 uitvoeren, maar dat is veel te weinig, oordeelt Roodhooft. Er zijn 80.000 rusthuisbewoners in Vlaanderen, en nog eens 50.000 personeelsleden. “Veertien centra kregen de tests niet. Op slechts één site waar het virus woedt kunnen we de situatie in kaart brengen. Ik begrijp ook niet waarom er tests gaan naar woon-zorgcentra waar eigenlijk niets aan de hand is.” (55 zwaargetroffen rusthuizen kregen tests, nog eens 30 werden willekeurig geselecteerd, RW)

De regering wil een globaal beeld krijgen en mogelijk ook de vroege verspreiding detecteren.

“Dat is allemaal mooi om te weten, maar door echt gericht te testen kan je hier en nu mensenlevens redden. Wanneer er verdachte gevallen zijn, kan je die meteen isoleren en de mensen uit hun omgeving ook gaan testen. Enkel zo kan je het virus indammen. Kijk, het is een ethische keuze om mensen in woon-zorgcentra niet automatisch naar de ziekenhuizen te sturen om die niet te overbelasten. Maar dan is het ook een ethische keuze die mensen niet in de steek te laten.”

Waar loopt het mis?

“Wij zijn de voorpost van de ziekenhuizen geworden. We verzorgen zwaar zieke mensen, begeleiden ze in hun laatste dagen, dienen in sommige gevallen zelf zuurstof toe. Toch zien we dat bij de verdeling van de testen en het beschermend materiaal het federale niveau, en dus de ziekenhuizen, altijd voorrang krijgt op het Vlaamse niveau, de rusthuizen. Men heeft altijd de mond vol over ‘geïntegreerde zorg’, waarbij die twee niveaus intens samenwerken. Wel, dat ze de handen in elkaar slaan.”

Houdt uw personeel het vol?

“We hebben een 80-tal zieken op 1.900, wat doenbaar is. Al is het wel zo dat in de afdelingen waar het coronavirus woedt onder de bewoners, ook de verpleegkundigen vaak ziek geraken. We doen een beroep op de  medische reserve die minister Beke heeft gecreëerd. We zijn blij met de extra mankracht, maar lang niet iedereen heeft de juiste opleiding. Een arts is het niet gewoon om een bejaarde te wassen bijvoorbeeld.”

Hoe evalueert u het beleid van de Vlaamse regering?

“Het lijkt wel alsof ze ons vergeten waren. Veel maatregelen van minister Beke komen te laat. De regering dacht: we doen alle rusthuizen op slot en we moeten er niet meer naar omkijken, het virus zou toch buiten blijven. Het omgekeerde is uitgekomen. Ik wil niet pessimistisch zijn, maar we zijn nog niet aan het einde van de tunnel. Als de testen achterblijven zullen we de uitbraken niet onder controle krijgen. Heel wat mensen zijn al verzwakt, dus de tol kan snel oplopen. Bovendien kan het personeel, dat ook besmet kan geraken, het virus ook verder verspreiden buiten de centra.”