Direct naar artikelinhoud
AnalyseCoronacrisis

Van burcht naar broeihaard: hoe het zo kon misgaan in de woon-zorgcentra

Een woon-zorgcentrum. ‘Heel wat directies van rusthuizen zelf niet medisch geschoold zijn’; klaagt Paul Cappelier, voorzitter van de Belgische Federatie van Zorgkundigen, aan.Beeld BAS BOGAERTS

Door een tekort aan mondmaskers en expertise kon het personeel het coronavirus massaal verspreiden binnen de eigen woon-zorgcentra. Door een gebrek aan tests zijn de uitbraken moeilijk onder controle te houden. Waarom het virus zo lelijk huishoudt in de ouderenzorg.

en

1. Miserie met mondmaskers

Op woensdag 11 maart beslist Vlaams minister van Welzijn Wouter Beke (CD&V) om de woon-zorgcentra af te sluiten voor elk bezoek van buitenaf. Dat moet het coronavirus zo veel mogelijk buiten de deur houden. Alleen, via hun contact met de buitenwereld kunnen de zorg- en verpleegkundigen nog steeds de ziekte binnenbrengen. En dat zal ook gebeuren. Op sommige plaatsen worden de beschermde burchten broeihaarden.

“Zo is er een uitbraak ontstaan in twee van onze centra”, zegt Dominique Roodhooft, directrice van een koepel van vijftien woon-zorgcentra, voornamelijk in Oost-Vlaanderen. “Vanaf dan laten we al ons personeel elke dag mondmaskers dragen.”

Het grote pijnpunt: in de ouderenzorg is er een groot tekort aan beschermend materiaal. Een aantal zorgcentra hebben er op het laatste moment nog ingekocht, bij andere is het behelpen met zelfgemaakte schortjes en mondkapjes. “Het is niet alleen essentieel voor de veiligheid de werknemers”, zegt Olivier Remy van de christelijke vakbond ACV. “Maar nog veel meer voor de bewoners. Personeel zonder symptomen kan hen gemakkelijk besmetten.” 

Wat vooral opvalt: de Vlaamse overheid adviseert tot op vandaag dat personeel dat geen symptomen vertoont en niet in contact komt met besmette bewoners, geen mondkapjes hoeft te dragen. Onbegrijpelijk, vinden zowel Roodhooft als Remy. “Dit kan letterlijk mensenlevens kosten”, zegt de directrice.

Het advies kwam er deels uit praktische overwegingen, geeft Joris Moonens van het agentschap Zorg en Gezondheid aan. “De schaarste is er nu eenmaal”, zegt hij.  Experten van Sciensano gaven hun input. “Ook andere hygiënische maatregelen, zoals handen wassen, helpen.” Op het kabinet van minister Beke benadrukken ze dat ze van begin maart op zoek gingen naar nieuwe mondmaskers. Begin deze week kon hij er ook 1,6 miljoen vrijgeven. 

2. Testen, testen, testen

Het probleem is: eens het virus woedt in een rusthuis, is het moeilijk in te dijken, geeft een West-Vlaamse arts aan die actief is in een woon-zorgcentrum waar een uitbraak was. “Ik zeg tegen sommige ouderen: wees blij dat je thuis zit.”

Vandaar dat de testen essentieel zijn. Zonder is het bijzonder moeilijk om de juiste mensen in afzondering te plaatsen. Wie heeft het virus en wie niet? Iemand die (nog) geen symptomen vertoont, kan perfect de rest van de bewoners besmetten. Zo kan het virus als een lopend vuurtje verder blijven gaan. 

De sector roept al weken om tests, sinds deze week zijn er 11.000 beschikbaar voor 85 Vlaamse rusthuizen. Ze worden vooral ingezet in centra waar uitbraken zijn, maar ook in een 30-tal waar nog geen vuiltje aan de lucht is. Op die manier wil Beke een beter beeld krijgen van de verspreiding van het virus. Op basis van die resultaten gaat hij de verdere teststrategie aanpassen. Die onduidelijkheid weegt. Veel centra willen de test nu om een uitbraak onder controle te krijgen. De testcapaciteit wordt in elk geval vanaf volgende week verder uitgebreid. De 10.000 dagelijkse tests die het federale niveau voorziet, zullen niet langer voorbehouden zijn voor de patiënten in ziekenhuizen en medisch personeel. Ze kunnen ook ingezet worden in woon-zorgcentra.

De grote vraag is wat er met de resultaten gaat gebeuren. Worden personen die niet besmet zijn op een latere datum opnieuw getest? En welke ingrepen komen er? Dat wordt de komende dagen bekeken. Er zijn nu al richtlijnen vanuit Vlaanderen om besmette bewoners apart te plaatsen, maar er is veel frustratie over de haalbaarheid daarvan. Niet elk rusthuis kan zomaar een hele gang of vleugel vrijmaken. En dementerenden reageren vaak slecht als ze uit hun vertrouwde omgeving worden gehaald.

Beke krijgt kritiek, maar kondigde in het Vlaams parlement een ‘totaalplan’ aan om de crisis aan te pakken. De manier van testen wordt daar een cruciaal onderdeel van. Daarnaast wil hij onder meer inzetten op een betere ondersteuning, meer beschermingsmateriaal en zorg voor het personeel. Een taskforce geleid door topambtenaar Karine Moykens moet voor de ommekeer zorgen. 

3. Alle aandacht naar ziekenhuizen

Bij de aanpak van de coronacrisis ging de aandacht in eerste instantie naar de ziekenhuizen. Die schoten in no time vijf versnellingen hoger. Niet-dringende ingrepen werden uitgesteld, er werden gescheiden afdelingen voor Covid-patiënten aangelegd en er kwam extra capaciteit op intensieve zorg vrij. Ook werd er volop geschoven met personeel, dat de nodige uitleg, opleiding en zelfs trainingstijd kreeg voor beveiligingsprocedures. Denk maar aan het aan- en uittrekken van schorten, handschoenen en maskers.

Ondertussen kwamen er adviezen vanuit de beroepsverenigingen van intensivisten en geriaters om bij de allerzwakste patiënten goed na te denken of ze nog wel opgenomen kunnen worden op intensieve zorg. “Voor de allerzwaksten, die aan het eind van hun leven zijn en die ook nog eens met corona besmet worden, kunnen we namelijk in een ziekenhuis niet veel meer doen dat wat in een woon-zorgcentrum kan, namelijk palliatieve zorg toedienen”, zegt professor geriatrie Nele Van Den Noortgate (UZ Gent).

Alleen, die woon-zorgcentra waren daar niet op voorbereid. Daar kreeg het personeel, tot op vandaag, nauwelijks opleiding, laat staan dat ze konden oefenen op de procedures, zegt Paul Cappelier, voorzitter van de Belgische Federatie van Zorgkundigen. “Ik hoor bijvoorbeeld verhalen over hoe bloeddrukmeters zonder te ontsmetten van de ene naar de andere patiënt worden meegesleurd. Omdat het personeel dat gewoonweg niet weet. Dan moet je niet schrikken als een hele gang besmet raakt.” 

Daar is het tekort aan mondmaskers en ander beschermend materiaal veel acuter. Veel zorg- en verpleegkundigen geraken zelf ziek. De Vlaamse regering had bij de federale regering, die bevoegd is voor de aankoop van materiaal, veel meer op tafel moeten kloppen, meent Cappelier. Beke benadrukte in het parlement dat hij dat heeft gedaan.

Maar ook de werkgeversorganisaties in de zorgsector gaan volgens Cappelier niet vrijuit. “Ook zij hebben dit compleet onderschat. Dat komt omdat heel wat directies van rusthuizen zelf niet medisch geschoold zijn. En vorig jaar is zelfs bij decreet geregeld dat de hoofdverpleegkundige niet noodzakelijk meer een verpleegkundige moet zijn. Dat heet nu een coach. Dan kan je niet verwachten dat zij medisch correcte inschattingen maken.”

4. Kritiek van voor coronacrisis

We zouden het in alle coronadrukte bijna vergeten, maar op 5 maart stonden er nog goed 9.000 mensen te betogen voor het kabinet van minister Beke voor extra geld. Op de voetbalwedstrijden dat weekend na, moet het zowat de laatste grote bijeenkomst zijn geweest voor het land op slot ging, zegt Remy van ACV Puls. “Het personeelsprobleem is structureel en we klagen dat al veel langer aan”, zegt hij.

En dat personeelstekort speelde wel degelijk een grote rol in de aanpak van de crisis, zeggen enkele huisartsen die patiënten hebben in woon-zorgcentra. “Omwille van dat personeelstekort kwam er in het begin van de crisis een richtlijn die voorschreef dat zorgverleners moesten blijven werken als ze symptomen hadden, zolang ze geen koorts hadden”, zegt een West-Vlaamse arts. “Ze moesten dan wel een mondmaskertje dragen, maar niet iedereen wist hoe ze dat goed moesten gebruiken. Zo is het virus in heel wat rusthuizen binnen geraakt.”