Wat valt Wouter Beke echt te verwijten?

Wouter Beke (CD&V) op 1 april 2020. © Belga
Tex Van berlaer
Tex Van berlaer Journalist Knack

Vlaams minister van Welzijn Wouter Beke (CD&V) is kop van Jut. Maar waar ging hij precies de mist in? ‘Op den duur is er een kakofonie aan draaiboeken ontstaan.’

‘Bestellen, dat kunnen we allemaal. Het probleem ligt bij het leveren.’ (Wouter Beke op 8 april)

‘Complete chaos.’ Zo omschreef Paul Cappelier, voorzitter van de Belgische federatie voor zorgkundigen, de situatie in de woonzorgcentra al op 28 maart. Zulke en andere berichten zijn volgens critici het bewijs dat Beke te laat is wakker geschoten.

Vooral het tekort aan beschermend materiaal – in de eerste plaats mondmaskers – springt in het oog. Beke verdedigt zich door te zeggen dat Vlaanderen geen eiland is. Mondmaskers zijn het nieuwe goud. ‘Vlaanderen, Nederland, Duitsland, Frankrijk, Italië, Amerika, heel de wereld probeert deze crisis te bestieren’, klonk het gisteren in het Vlaams Parlement.

Het probleem ligt daarom eerder internationaal dan nationaal. Volgens het kabinet-Beke is de verstandhouding met federaal bevoegd minister Philippe De Backer (Open VLD) goed en is er solidariteit tussen de regio’s.

Volgens de oppositie had Beke echter harder met zijn vuist op tafel moeten slaan om beschermend materiaal naar de woonzorgcentra te halen. ‘Zoek desnoods de media op om je grieven bekend te maken’, zegt Groen-fractieleider Björn Rzoska.

Bert Anciaux, SP.A-senator en directeur van een woonzorgcentrum in Neder-Over-Heembeek, vindt de kritiek op Beke echter goedkoop. ‘Hij heeft zeker fouten gemaakt, maar wie niet?’, zegt hij. ‘Bij het begin van de crisis zei iedereen in de politieke en medische wereld dat we ons 100 procent moesten focussen op de ziekenhuizen. Ik ben dan zelf op zoek gegaan naar mondmaskers. Dat was mijn verdomde plicht.’

Anciaux stipt ook aan dat Beke met het afsluiten van de rusthuizen op 11 maart als een van eersten een erg ingrijpende maatregel trof.

‘Op grote schaal alle Vlaamse woonzorgcentra voorzien van tests voor alle bewoners en personeelsleden, zal wellicht niet gebeuren.’ (Wouter Beke op 8 april)

Hetzelfde verhaal voor testmateriaal. Ook daar is wereldwijd een rush op ontstaan. Bovendien is nog niet duidelijk of alle testen even valide zijn. Donderdag blijkt tot overmaat van ramp dat testkits die naar de woonzorgcentra zijn verzonden handleidingen bevatten die niet overeen komen met de wissers om de tests af te nemen.

En toch vindt VUB-professor en huisarts Dirk Devroey dat iedereen in de woonzorgcentra getest moet worden. ‘Met een dagprogramma zouden we op één week tijd alle bewoners en personeelsleden kunnen testen’, zegt hij. ‘We moeten ook kijken naar andere testmogelijkheden, maar ik begrijp dat die aan alle kwaliteitseisen moet voldoen.’

Momenteel bedraagt de testcapaciteit zo’n 10.000 per dag. Maar bij die batch horen ook nog de ziekenhuizen. Het kabinet-Beke gaat er daarom van uit dat algemene testing op korte termijn niet haalbaar is.

Een eerste pakket van 11.000 tests worden nu uitgedeeld onder 85 centra. ‘Daarmee kunnen we niet iedereen testen, maar we kunnen wel een beter beeld krijgen. In overleg met experts zullen we dan zien welke bijkomende maatregelen er nodig zijn’, aldus het kabinet. Zo is het nog niet helemaal duidelijk wat er moet gebeuren met personeel dat positief test.

Hoe dan ook wordt de strategie te traag uitgerold, zegt Björn Rzoska. ‘Je had toch geen tests nodig om eerder een taskforce van experts en mensen op het terrein in het leven te roepen?’

Wouter Beke (CD&V)
Wouter Beke (CD&V)© Belga

‘Ik houd niet van aankondigingspolitiek. Ik ga niet zeggen dat ik een plan heb, als ik niet weet hoe ik alle deelfacetten ervan moet implementeren.’ (Wouter Beke op 8 april)

Woensdagavond laat zag de taskforce voor de rusthuizencrisis het levenslicht. Onder leiding van overheidsmanager Karine Moykens moet die groep klaarheid scheppen in de situatie op het terrein. Te laat, vindt Rzoska. ‘Wij krijgen al wekenlang e-mails binnen van bezorgde mensen uit het werkveld. Het kabinet-Beke heeft die ook gekregen. Waarom duurde het dan zo lang om een taskforce in het leven te roepen die een overkoepelende strategie uittekent?’

Beke geeft aan dat hij al wekenlang in de luwte werkte aan het op woensdag gepresenteerde noodplan, en dit in nauw overleg met de sector. Al kan niemand ontkennen dat Margot Cloet, topvrouw van Zorgnet-Icuro – maar ook ex-kabinetschef van Bekes voorganger Jo Vandeurzen (CD&V) – de media moest opzoeken om druk op de ketel te zetten. ‘Als friendy fire kan dat tellen’, zei politoloog Carl Devos (UGent) daarover. Cloet en Beke roken op dit moment de vredespijp. Zorgnet-Icuro zegt ‘voorlopig gerustgesteld’ te zijn.

Hoe dan ook zijn heel wat afzonderlijke woonzorgcentra het heft in eigen handen beginnen nemen. Zo heeft woonzorgbedrijf Sakura in Lokeren een volledige verdieping geïsoleerd nadat er meerdere besmettingen werden geconstateerd. Personeel mag enkel binnen wanneer ze van top tot teen beschermd zijn. Volgens voorzitter en schepen Stefan Walgraeve (Open VLD) was die stap nodig. ‘De richtlijnen van het Agentschap Zorg en Gezondheid zijn al meerdere keren gewijzigd. Op den duur is er een kakofonie aan draaiboeken ontstaan.’ Bovendien zijn de instructies complex opgesteld en moeilijk te begrijpen, zegt Walgraeve.

Professor Devroey is in ieder geval blij dat er een plan is. ‘Minister Beke heeft goed geluisterd. Belangrijk is dat hij daar ook extra opleiding voor personeelsleden voorziet. Velen onder hen zijn immers verzorgenden, geen verplegenden.’

‘Sinds eind maart liggen die cijfers klaar bij Sciensano. Dan is het niet mijn schuld dat die pas op 7 april in tabellen worden gegoten.’ (Wouter Beke op 8 april)

‘Hoeveel overlijdens heeft Beke onder de mat geveegd?’ Met die achteraf verwijderde tweet reageerde SP.A-voorzitter Conner Rousseau op de bekendmaking van 241 doden in woonzorgcentra op dinsdag. De indruk werd meteen gewekt dat Bekes administratie gegevens achterhield.

Maar hier speelt eerder een boekhoudkundige kwestie. Dat zit zo. Sinds 18 maart vraagt Beke de woonzorgcentra gegevens over vermoedelijke besmettingen en vermoedelijke covid-19-overlijdens. Maar sommige rusthuisbewoners worden ook naar ziekenhuizen overgebracht, waar ze al dan niet overlijden.

Omdat er in de cijfers niet werd aangegeven waar de persoon in kwestie was overleden, besloot Sciensano, de bevoegde federale instantie, de cijfers niet op te nemen. Sciensano wilde dubbeltellingen met overlijdens in ziekenhuizen vermijden. Vanaf 1 april worden de cijfers wel juist doorgegeven. Sciensano en het Agentschap Zorg en Gezondheid zullen proberen te achterhalen wat de correcte gegevens zijn van de periode vóór 1 april.

Vlaanderen blijkt trouwens koploper te zijn in het doorgeven van informatie vanuit de woonzorgcentra. Meer dan 90 procent van alle rusthuizen speelt gegevens door naar de overheid. In Brussel en Wallonië hangt dat percentage respectievelijk rond de 80 en 75 procent.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content