Direct naar artikelinhoud
Voor u uitgelegdAlle vragen

Onderwijs na de paasvakantie: veel onduidelijkheid, maar dit weten we nu

Archiefbeeld.Beeld BELGA

Als de scholen na de paasvakantie gesloten blijven, moeten leerkrachten nieuwe leerstof geven aan hun leerlingen. Hoe zal dat verlopen? En hoe gaat het nieuwe voorstel van Vlaams onderwijsminister Ben Weyts (N-VA) om zomerscholen te organiseren precies in zijn werk? ‘We begeven ons op onbekend terrein.’ 

Wat staat er nu na de paasvakantie te gebeuren?

Of de scholen straks weer opengaan of niet, is nog niet duidelijk. De Nationale Veiligheidsraad beslist daarover en komt volgende week woensdag samen. Al lijkt zowat iedereen er intussen van uit te gaan dat de schoolpoort nog minstens enkele weken gesloten zal blijven. Tot voor kort was het devies dat scholen geen nieuwe leerstof mochten geven via het afstandsonderwijs. Zo hoopten minister en koepels om kinderen uit kansarme milieus geen achterstand te laten oplopen. Zij kunnen immers moeilijker online lessen volgen.

Sinds vorige week is er een richtlijn om toch nieuwe leerstof te geven, maar die wel te laten herhalen als de scholen weer opengaan. In jargon wordt die werkwijze als preteaching omschreven. “Het is moeilijk om van afstand te controleren wie de nieuwe leerstof onder de knie heeft en wie niet”, zegt onderwijspsycholoog Wim Van den Broeck (VUB). “Dat kan pas als de scholen weer opengaan. Die herhaling is dus essentieel. Voordeel is wel dat die lessen dan veel sneller behandeld kunnen worden dan als volledig nieuwe leerstof zou moeten worden bekeken.” Al moeten we daar volgens Van den Broeck ook niet flauw over doen: leerkrachten zullen niet alle leerstof nog kunnen behandelen. Zij zullen zich moeten beperken tot de essentie.

Met dat idee in het achterhoofd buigt elke leerkracht zich momenteel over zijn eigen cursus, met de vraag: welke zijn de prioriteiten voor de rest van het jaar? “Voor mijn vak is dat duidelijk”, zegt geschiedenisleerkracht Gerrit De Neef (Atheneum Wispelberg in Gent). “Als de scholen pas laat opengaan, zal ik geen nieuwe leerstof meer geven. In tussentijd laat ik mijn leerlingen mijn eigen cursus lezen. Zij die geïnteresseerd zijn, zullen daar iets aan hebben. Maar voor ‘grotere vakken’, zoals wiskunde of Nederlands, is dat een ander paar mouwen. Mijn collega’s daar zijn nu bezig met het overlopen van welke onderwerpen ze eerst zullen behandelen.”

Bereiken we alle leerlingen met de nieuwe aanpak?

“We begeven ons op wetenschappelijk onbekend terrein.” Dat zegt lerarenopleider Wouter Smets van de Karel de Grote Hogeschool. Hij deed onderzoek naar preteaching. “Er is weinig onderzoek naar preteaching en het weinige onderzoek dat er is ziet het eigenlijk als een manier om aan differentiatie te doen (het wegwerken van verschillen in de klasgroep, PG). In de plaats dat kinderen met een achterstand achteraf de schade inhalen, krijgen zij zo een voorsprong, bijvoorbeeld door een voorbereidend filmpje te kijken. Op die manier kunnen ze meteen met de hele klasgroep mee.”

Dat idee wordt nu dus toegepast op de hele klasgroep. Maar riskeren we dan niet net de meest kwetsbare leerlingen – voor wie het eigenlijk bedoeld is – te verliezen? “Dat is inderdaad een kwetsbaar punt”, zegt Smets. “Leerlingen die minder hulp van ouders krijgen of minder goed zelfstandig leren, zijn nu een vogel voor de kat.”

Juist daarom hamert pedagoog Pedro De Bruyckere (Arteveldehogeschool) erop preteaching in zijn originele vorm toe te passen als de school weer opengaat. “Dat wordt echt belangrijk. Nogmaals, we moeten dan goed monitoren waar iedereen staat. Zij die achterstand hebben opgelopen, moeten hulp krijgen om daarna weer met de hele groep mee te kunnen.”

Pedagoog Pedro De Bruyckere (Arteveldehogeschool): ‘Zij die achterstand hebben opgelopen, moeten hulp krijgen om daarna weer met de hele groep mee te kunnen.’Beeld Illias Teirlinck

Moeten ouders thuis de rol van leerkracht overnemen?

Dat is absoluut niet de bedoeling. “Ouders vervangen de leerkrachten niet”, stond er in de nieuwsbrief voor scholen die de richtlijn voor nieuwe leerstof bekendmaakte. Meer zelfs, de nieuwsbrief specificeerde dat ouders maximaal twee uur per week actief betrokken mogen zijn bij de lessen van hun kroost.

“Het is als ouder zinvol om een kind te helpen bij de begeleiding van de onlinelessen, bijvoorbeeld door mee de planning op te maken”, zegt Smets. “Maar inhoudelijk lesgeven, corrigeren en feedback geven zijn taken voor de leerkracht. Dat mag je niet verwachten van ouders.”

Waarvoor kunnen de zomerscholen dienen, die minister van Onderwijs Ben Weyts wil organiseren?

Het was een kleine verrassing gisteren in de onderwijscommissie van het Vlaams Parlement: Weyts speelt met het idee om zomerscholen te organiseren voor leerlingen die door het gebrek aan lessen nu een grote achterstand hebben opgelopen. Maar, zo benadrukte de minister, het gaat voorlopig nog om een idee. Hij stelde een werkgroep samen die bekijkt of het idee ook praktijk kan worden.

De zomerscholen zouden op volledig vrijwillige basis georganiseerd worden, zowel voor leerlingen als leerkrachten. Weyts hoopt een zogenaamde ‘pedagogische reserve’ te kunnen aanleggen, met bijvoorbeeld gepensioneerde leerkrachten én leerkrachten in opleiding, die nu vaak niet genoeg stage kunnen lopen door het coronavirus.