Direct naar artikelinhoud
InterviewHilde Crevits

Hilde Crevits (CD&V): ‘Ik weet niet of ik nog besmettelijk ben’

Hilde Crevits in Brussel. “Dat Vlaanderen nu met de vinger gewezen wordt, vind ik er zwaar over.”Beeld © Stefaan Temmerman

Zelf mondmaskers produceren en de economie aanzwengelen. Dat zijn haar prioriteiten, maar welke persoonlijke lessen trekt Vlaams minister van Economie Hilde Crevits (CD&V) uit de coronacrisis?

en

Bij de Vlaamse minister van Werk, Economie, Innovatie en Landbouw kwam het virus erg dichtbij toen ze zelf in quarantaine moest omdat een van haar gezinsleden positief had getest. En afgelopen week moest Hilde Crevits (52) het virus ook politiek bestrijden. Haar regering, en vooral ‘haar’ ex-voorzitter en partijgenoot Wouter Beke, raakten zwaar besmet door de crisis door de vele doden in de rusthuizen en het tekort aan het juiste materiaal voor de zorgkundigen.

Heeft Vlaanderen liggen slapen? Wallonië start – om maar iets te noemen – zelf met de productie van mondmaskers.

Hilde Crevits: “We liggen niet te slapen, integendeel. Tot voor kort was er geen kat mee bezig dat al onze mondmaskers uit China komen. Nu stellen we vast dat, wanneer er zo’n mondiale gezondheidscrisis uitbreekt, we hier de technologie en de productie moeten hebben. Kijk maar wat er is gebeurd met de laatste lading van 3 miljoen maskers die afgekeurd werd. Daarom zet ik als Vlaams minister van Economie en Wetenschap mee mijn schouders onder de productie in eigen land. Niet als de zoveelste ‘minister van mondmaskers’, wel in een ondersteunende rol.

“Het grote probleem is de juiste grondstoffen hebben en de juiste producten maken die conform alle normen zijn. Die chirurgische maskers zien er eenvoudig uit, maar die maak je niet uit eender welke stof. We hebben nog geen enkele textielstof gevonden die voldoende veilig is en de juiste afdichting biedt. Hetzelfde geldt voor de geavanceerde FFP2-maskers, waar je een speciale, filterende film voor nodig hebt. Iedereen is nu op zoek naar dezelfde materialen. Als er fouten gebeuren, spelen we met de gezondheid van de mensen, en dat wil niemand op zijn geweten hebben.

“In Wallonië is de productie trouwens nog niet opgestart. Ze maken ook niet de FFP2-maskers waar het meeste nood aan is. Bovendien hebben ze nog geen goedkeuring van Centexbel, de organisatie die de conformiteit van textielstof aan de normen toetst. Ze zijn er nog niet.

“Let wel, het gaat me niet om een wedstrijd tussen Vlaanderen of Wallonië, het is een gezamenlijke strijd. Het kan mij dus echt niet schelen waar ze in België het juiste textiel vinden, of waar ze de mondmaskers zullen produceren, als het maar snel en kwaliteitsvol gebeurt. Dan zal ik de gelukkigste vrouw van Vlaanderen zijn.

“De Vlaamse regering investeert in de strijd tegen corona, op alle fronten, ook in innovatie en onderzoek.”

Toch klaagt de woon-zorgsector steen en been dat Beke achter de feiten aanholt.

(windt zich op) “Wouter werkt dag en nacht en heeft woensdagavond nog een zeer goed overleg gehad met de sector, hij heeft een totaalplan gepresenteerd, hij was zeer gedreven in het parlement. Ik heb trouwens ook zwart op wit dat Vlaanderen als eerste deelstaat gestart is met de registratie van de overlijdens. Wouter heeft dus zeker geen cijfers onder de mat willen vegen. De cijfers worden opgenomen sinds 18 maart. Wallonië en Brussel zijn later gestart met de registratie en wat zie je? Zij hebben net dezelfde sterftegraad als Vlaanderen. Dat Vlaanderen nu met de vinger gewezen wordt, vind ik er zwaar over.”

Komt Bekes totaalplan niet te laat? Het eerste overlijden in een rusthuis was op 18 maart. De sector schreeuwt al weken om hulp.

“Dat plan is woensdag voorgesteld, maar dat betekent niet dat Wouter de afgelopen weken niet keihard heeft gewerkt. Maar als je mij vraagt of ik bezorgd ben over de situatie in de woon-zorgcentra, dan is mijn antwoord absoluut ja. Het is niet onlogisch dat eerst alles op alles is gezet om de spoeddiensten en intensieve-zorgafdelingen goed te laten draaien en van mondmaskers en ander materiaal te voorzien. Maar dat neemt de acute noden in rusthuizen niet weg.

“Dag per dag leren we ook bij. Collega Philippe De Backer (Open Vld) heeft nu ook tests voor de woon-zorgcentra verspreid. Dat die tests niet de juiste handleiding meekregen, is een jammerlijke zaak. Ik hoop dat daar snel duidelijkheid over komt én dat er ook snel nog veel meer komen.”

Kent minister Beke de sector wel goed genoeg?

“Wouter is voor het eerst welzijnsminister, net zoals ik voor het eerst de departementen Economie en Werk bestier. Het is echt geen cadeau om dit als kersvers minister mee te maken. Niemand weet precies hoe we hiermee moeten omgaan. Dat is net het lastigste aan deze hele crisis. Elke politicus moet vertrouwen uitstralen en geven, en tegelijk vecht je tegen iets dat je niet kent en niet kunt vatten.

“Uiteraard geldt dat ook voor iedereen die nu in de zorgsector werkt. Persoonlijk ken ik enkele jonge meisjes die net aan de slag zijn gegaan in een rusthuis en die nu, in deze crisis, moeten leren om te gaan met de dood van zoveel bewoners. In één klap moeten zij nu volwassen worden. Ook om die zorgkundigen gaat het, om die mensen in de frontlinie, niet om de zoektocht naar een eventuele schuldige. Als die er al is.”

De rusthuizen zijn op slot gegaan en de regering kijkt er niet meer naar om, zei een rusthuisdirectrice in deze krant.

“De rusthuizen zijn niet op slot gegaan om de mensen daar te houden tot ze sterven. De rusthuizen zijn op slot gegaan om de bewoners te beschermen tegen besmetting. Ik heb zelf twee ouders en twee schoonouders die in een appartement verblijven in onze kangoeroewoning. Zij mogen van ons met niemand contact hebben. Omdat ik weet dat, als mijn mama of papa besmet raakt, het snel fout kan gaan. (valt stil) Ik kom even niet op mijn woorden, dit raakt mij echt. Dat is de reden waarom de rusthuizen op slot zijn gegaan. Ik vind het niet aanvaardbaar dat mensen vanuit de rusthuizen niet zouden worden overgebracht naar het ziekenhuis.”

Economen berekenden dat elk gered leven de maatschappij 15 miljoen euro kost. Cynische vraag misschien, maar is dat het wel waard?

“Vreselijke discussies vind ik dat. Ik ben een groot voorstander van het recht op leven, laat dat duidelijk zijn. Hoe ouder je wordt, hoe groter je overlijdenskans, maar deze crisis is echt niet het moment om cijferdiscussies te voeren. Ik heb vrienden die op intensieve zorg werken. Ik besef: straks komt er misschien een moment dat we keuzes moeten maken in het ziekenhuis. Maar op dit ogenblik zijn dat hypothetische vragen. Er is nu capaciteit genoeg. Als ik zie welke inspanningen het rusthuispersoneel levert om de bewoners in kwaliteitsvolle omstandigheden te laten leven, dan is het een elementair recht dat zieken op de juiste manier verzorgd worden.”

Hilde Crevits is zelf ziek geweest, maar weet niet of het Covid-19 was. "Met mijn inwonende ouders is dat echt heel heftig."Beeld © Stefaan Temmerman

Minister Crevits woont met drie generaties onder één groot dak. Haar ouders en schoonouders leven elk in een appartement op het gelijkvloers, zij woont met haar man op de eerste verdieping, haar volwassen kinderen Bram en Soetkin logeren er vaak in het weekend. Soms verblijven er dan zelfs vier generaties, want in februari werd Crevits voor het eerst oma.

Midden maart verbleef ze zelf tien dagen in quarantaine met haar man, haar zoon, schoondochter en pasgeboren kleinkind nadat een van hen positief testte. “We waren alle vier ziek, ik heb ook een paar dagen in bed doorgebracht. Ik had heel veel keelpijn en barstende hoofdpijn, maar voor de rest vielen de symptomen mee. Ik ben blijven doorwerken, soms letterlijk vanuit mijn bed, echt op adrenaline. Die crisis moest aangepakt worden. Tot op vandaag weet ik niet of het echt Covid-19 was, ik ben niet getest. Ik weet dus ook niet of ik nog besmettelijk ben. Met mijn inwonende ouders is dat echt heel heftig.”

U bent bang dat uw ouders en schoonouders besmet zullen raken?

“Ja, en dat is echt een extreme angst. Soms reageer je dan te kribbig. Als mijn papa me in het begin vroeg waarom we zo uiterst voorzichtig waren, reageerde ik half agressief. ‘’t Es wel voor joen eigen goed he.’ Zij zagen dat toen nog anders. Mijn vader is van het ongeduldige type en wil er zo snel mogelijk vanaf zijn. Mijn mama is compleet anders. Mijn schoonmama maakt dan weer elke dag soep en zet die dan voor onze deur, maar we gaan nooit bij elkaar binnen. Dit paasweekend gaat mijn man koken, maar eten doen we apart. Hij zal bij iedereen een portie voor de deur zetten.”

Marc Van Ranst heeft expliciet verboden dat de paashaas langskomt bij oma en opa.

“Lastig hè? Dat zal echt worden gemist. Het voordeel van onze kangoeroewoning is dat we elkaar nog kunnen zien, door het raam of vanaf het terras. Aangezien we allemaal samenwonen, zouden we nog eitjes kunnen verstoppen in de tuin. We hebben nog geen ‘paaseitjeskindjes’. Ons kleinkind is nog maar een baby.

“Ik ben hierdoor evidenties in mijn leven erg waardevol gaan vinden. Zaken waar je vroeger totaal niet bij stilstond, simpelweg omdat ze er altijd zijn. Bij ons thuis konden we op elk ogenblik binnenspringen bij onze ouders, je ziet je kinderen in het weekend, je doet een barbecue, je zit dicht bij elkaar. Vroeger dachten we soms: ‘Oef, zoveel werk, al dat volk over de vloer.’ Nu verlang ik echt naar die gewone dingen.

“Het feit dat ik me gelukkig voel, dat ik mijn werk graag doe, hangt ook in grote mate af van ons gezin en onze vrienden. Ik vertel vaak hoe hard ik werk, dag en nacht, en soms in Brussel blijf slapen om me helemaal te kunnen smijten. Maar mijn zelfvertrouwen, mijn goed gevoel, mijn energie om te werken zijn volledig afhankelijk van al die kleine contacten met mijn geliefden. Om aan zelfkritiek te doen: al die evidenties schatte ik tot nu misschien te weinig naar waarde. Ik hoop dat dat besef lang zal blijven hangen. Heel wat mensen beleven dat ook op die manier, denk ik. Hoop ik.”

Zegt u dat ook met zoveel woorden tegen uw man of uw ouders?

“Bij ons wordt daar minder over gesproken, maar je ziet dat wel in elkaars ogen. Gisteren was ik pas om kwart over tien thuis en iedereen is samen wakker gebleven om me op te wachten. Zonder veel woorden maken ze je duidelijk: we kijken uit naar dat samenzijn.”

Bent u niet bang geweest voor uw kleinkind? Borelingen lijken minder goed bestand tegen het virus dan oudere kinderen.

“Absoluut, maar alles is goed. Als je ziek bent, blijf je sowieso al uit elkaars buurt. Gelukkig hebben we thuis een meterslange tafel. Als je je zo miserabel voelt, eet je ook niet op hetzelfde moment, maar zit je vooral in je eigen bed.”

Is dat voor u persoonlijk de belangrijkste les? De kleine dingen meer waarderen?

“Er is iets puurs, iets ongrijpbaars dat je nu veel duidelijker kunt vatten. Mijn werk is voor mij al heel mijn leven ontzettend belangrijk. Mijn echtgenoot heeft vaak gezegd: ‘Hilde, het gemakkelijkste om je dicht bij mij te hebben, is je te laten uitvliegen.’ Sommige mensen hebben heel erg dat huiselijke nodig. Ik ook blijkbaar, maar ik heb dat nooit beseft. Ik vlieg dus graag uit, maar mijn basis ligt thuis.”

Wat zal het eerste zijn dat u doet, als de lockdown wordt opgeheven?

“Iedereen naar boven halen en, hopelijk in de zon, op het terras samen een aperitief drinken. (lacht) Na de lockdown ga ik ongelooflijk veel knuffelen.”

Verwacht u een groot bevrijdingsfeest?

“Hmm, het zal toch eerder stap voor stap gaan. Ik heb er begrip voor dat de cafés als laatste zouden opengaan. Maar je moet toch altijd zorgen dat bij de heropening het economische samen kan gaan met het sociale. Enfin, de experts zullen zich daar wel over buigen. Ik hoop dat ze daarin de juiste keuzes zullen maken.”

Durft u te voorspellen wanneer de cafés, restaurants en winkels weer openen?

“Daar ga ik me echt niet aan wagen.”

Zou u zelf een mondmasker dragen op straat of tijdens de ministerraad? In Oostenrijk wordt het verplicht op drukke openbare plaatsen.

“Persoonlijk ben ik geen grote fan, los van wat de medische voorschriften zijn. Ik zie graag het gezicht van de mensen. Het zou jammer zijn dat we nu permanent die totaalexpressie moeten missen. Ik hoop dus dat het geen permanente noodzaak zal blijven.”

Hoe ziet u de heropstart van de economie? In Nederland zijn ze nu al bezig met ‘Samen Veilig Doorwerken’, in de bouw en de industrie wordt er doorgewerkt. Kan zoiets in Vlaanderen?

“Heel wat bouwbedrijven zijn nog steeds aan de slag, een heel goede zaak. De vraag is wat de veiligheidsraad daar volgende week over gaat beslissen. Momenteel zijn in bewoonde privéwoningen alleen de hoogstnoodzakelijke werken toegelaten. Het zou goed zijn dat daar geleidelijk aan wat nieuwe mogelijkheden komen.

“Als de bouw weer aantrekt, dan volgen andere sectoren vanzelf. Onze voedingsbedrijven zijn ook volop aan de slag. We hebben duizenden extra handen nodig in de landbouw. Ik hoop dat de VDAB zo snel mogelijk dat platform kan laten werken en dat mensen ook snel hun tijdelijke werkloosheid kunnen combineren met een deeltijdse job in het veld. Het is van het grootste belang zo veel mogelijk aan de slag te blijven. Een economie in sluimerstand, dat kunnen we als samenleving niet maken.”

En wat met de scholen? Als ex-onderwijs­minister moet u daar toch een idee over hebben.

“Dat is de vraag van 1 miljoen. De dubbele aanpak van Ben Weyts (N-VA) is de juiste: hij onderzoekt hoe we het het best aanpakken wanneer de scholen snel kunnen heropstarten én wanneer ze nog langer gesloten moeten blijven. Als de schoolpoorten weer opengaan, moet dat op een veilige manier kunnen, zodat je geen nieuwe uitbraak uitlokt. Het zal ook belangrijk zijn dat de leerkrachten met het volste vertrouwen hun job kunnen uitoefenen. Daar zou een immuniteitstest natuurlijk ook soelaas kunnen bieden. Mochten de scholen nog lang dicht blijven, wordt er uiteraard gestart met nieuwe leerstof via afstandsonderwijs.”

"Mochten de scholen nog lang dicht blijven, wordt er uiteraard gestart met nieuwe leerstof via afstandsonderwijs;"Beeld © Stefaan Temmerman

Zal door het afstandsonderwijs de kloof tussen kansarme en kansrijke leerlingen niet enorm vergroten?

“Dat is een groot risico, ja. De koepels zijn volop aan de slag om laptops te verzamelen en manieren te vinden om kwetsbare kinderen te benaderen. Scholen doen hun uiterste best om al hun leerlingen op alle mogelijke manieren te ondersteunen.

“Ook de OCMW’s leveren uitstekend werk. Maar wees maar eens een jongen of meisje in een gezin van 4 à 5 kinderen in een klein appartement zonder tuin, waar iedereen plots moet afstandsleren. Dat is verre van ideaal, maar allicht de enige oplossing als de leerstof nadien in de klas nog even wordt herhaald. We hebben in het regeerakkoord de mogelijkheid voorzien om zomerscholen op te richten. Misschien ligt daar ook een deel van de oplossing.”

Hoe dieprood mogen de begrotingscijfers kleuren?

“Daar gaat het nu niet om. We moeten doen wat noodzakelijk is voor de zorg en de economie. Een voorbeeld: de hinderpremie en de compensatiepremie, de twee maatregelen voor de zelfstandigen, zullen ruim 1 miljard euro kosten. Dat zijn enorme bedragen, maar het kan niet anders. Vergelijk het met de bedragen die de federale regering moet uitbetalen voor de tijdelijke werkloosheid, dat zijn ook miljarden. De Vlaamse regering heeft nu een aparte coronaboekhouding, want we hebben ook minder uitgaven door wat er gebeurt.”

Kunt u daar een cijfer op plakken?

“Dat is heel moeilijk. Het lijkt erop dat er minder een beroep gedaan zal worden op de doelgroepkortingen, de premies bij aanwervingen en opleidingscheques, al blijven dat allemaal schattingen. Uiteraard zullen de meeruitgaven wel een veelvoud zijn van de minderuitgaven.

“Na corona zullen alle vroegere uitdagingen er nog steeds zijn, en er zullen er nog een pak bijkomen. Ik heb in februari nog een plan gemaakt met de sociale partners om 120.000 jobs te creëren. Hoeveel ontslagen zal deze crisis veroorzaken? Vanuit de Vlaamse regering willen we een relanceplan opstellen, in overleg met experts en sociale partners.”

Hoe kijkt u naar uw federale collega Pieter De Crem (CD&V), de ‘corona­sheriff’? Hij lijkt de lokale politie rechtstreeks te willen aansturen, wil ze laten binnenvallen op lockdownfeestjes.

“Pieter is Pieter. Hij doet zijn werk met volle overgave. Er worden maatregelen uitgevaardigd, en dan komen er ongelooflijk veel interpretatievragen. Hij wil net komen tot meer eenduidigheid, en neemt daarom initiatief. Als minister van Binnenlandse Zaken stel je je dan bloot aan kritiek, maar hij doet zijn job heel goed, vind ik. En hij is best wel tegen een stootje bestand.

“Aan die lockdownfeestjes ga ik weinig woorden vuilmaken. Ik zou het afschuwelijk vinden dat mensen nu nog zouden samen pintelieren in den duik. Geen spat begrip heb ik voor zulke feestjes. Ik zie het ook niet gebeuren in mijn ruime omgeving. Het straatfeest van N-VA-burgemeester Bert Maertens? Dat was niet zo ver van bij ons, in Izegem, maar dat is al even geleden. Hij heeft gelukkig zijn fout ingezien en hij heeft zich geëxcuseerd.”

De Crem had vorig jaar nog zijn afscheid aangekondigd.

“Het lot kan soms anders lopen dan je het zelf uitstippelt. Hij is nu een van onze stuurmannen op de brug. Op het federale niveau hebben we met hem, Nathalie Muylle (Werk) en Koen Geens (Justitie) heel sterke mensen. Net als in Vlaanderen met Benjamin Dalle, Wouter Beke en – ook een beetje – ikzelf.”

Blijft De Crem op post?

“Het is voorzitter Joachim Coens die het personeelsbeleid uitstippelt. Hij zal de keuzes maken.”

Hoe kijkt u naar dat federale volmachten­kabinet? Wat een racepaard moest worden, bleek uiteindelijk een dromedaris, stelt Wetstraat-journalist Ivan De Vadder vast.

“Zo’n regering hou je natuurlijk geen jaren vol, daar hoef ik geen tekening bij te maken. Maar nu kunnen er tenminste beslissingen genomen worden. Dat die superkernen niet lekker lopen? Ik ga daar geen uitspraken over doen, ik maak daar geen deel van uit.”

U bent wel de leading lady van de partij.

“Bedankt voor het compliment. Nog eens: ik ben viceminister-president van Vlaanderen en doe mijn job daar. De voorzitter neemt de strategische beslissingen en hij overlegt veel. We werken goed samen, heel goed zelfs.”

Hij luistert dus naar u.

“Dat is een zeer geëmancipeerde interpretatie van ‘we werken goed samen’. (lacht luid) Ik luister ook vaak naar hem. Wij vormen ook samen niet de partij, hè, wij beslissen alles in groep.”

Voelen jullie je verraden door de PS? Terwijl er een deal in de maak was voor een nood­regering, torpedeerde Paul Magnette die live op tv.

“Ik verhul niet dat dat voor mij een zeer ongelukkig moment was. Heel heftig. Ik ben niet iemand die alles opslaat op een harde schijf om er later nog op terug te komen. Maar dat moment zal ik niet snel vergeten, net zoals het moment waarop de PS de opdracht van Koen torpedeerde. Maar goed, we kunnen ons geen spanningen veroorloven. We zitten in de volmachtenperiode en binnenkort zal er gekozen moeten worden of we zo verder gaan of niet.”

Na drie of zes maanden?

“Dat is inderdaad de vraag. Doen we straks verder met de volmachten of niet? Na drie maanden volgt sowieso een eerste evaluatie. Ik ga er niet van uit dat deze volmachten automatisch zes maanden zullen lopen, iets wat anderen misschien wel deden.”

Wordt dat een evaluatiemoment om een Vivaldi-regering te maken?

“Wie nu grote uitspraken doet, is Madame Soleil.”

U hebt altijd paars-geel verdedigd...

“Wow, wow. Ik heb altijd een regering verdedigd met N-VA, PS én CD&V. Want je kunt ook paars-geel maken zonder ons.”

... maar gelooft u daar nu nog in?

“Je kunt veel commentaar hebben op die superkern op zaterdag. Ik vind het al heel goed dat tien partijen aan tafel schuiven. Het is misschien niet ideaal, maar er worden wel knopen doorgehakt.

“Er zijn intussen veel interviews gegeven over dat bewuste weekend waarin de volmachtenregering werd gevormd. Het is duidelijk dat er diepe wonden zijn geslagen. Heel veel mensen gaan daar een kras op hun ziel aan overhouden. En dat is nog een understatement. Een dikke laag eelt, dat zal er bij velen overblijven.”