Direct naar artikelinhoud
UitkijkpostJoël De Ceulaer

Beste Damiaan Denys, dankzij u weten we nu dat de wetenschap dwaalt

Beste Damiaan Denys, dankzij u weten we nu dat de wetenschap dwaalt
Beeld Studio Caro

Elk weekend schrijft Joël De Ceulaer een boze, bezorgde of blije brief aan de (m/v/x) van de week. Hier kunt u die brief lezen of beluisteren.

Video wordt geladen...

Beste Damiaan Denys

Voor het brede publiek bent u nog een relatieve nieuwkomer, maar toch prijkt uw ster al stevig aan het Vlaamse mediafirmament. U behoort, samen met Dirk De Wachter en Paul Verhaeghe, tot de Grote Drie van Psychologie en Psychiatrie. Als u op televisie het woord neemt, kan men op straten en pleinen een speld horen vallen, omdat haast iedereen zich voor het scherm heeft gezet – het hoofd lichtjes voorover gebogen, de handen eerbiedig in de schoot gevouwen. U en uw collega’s vormen een geweldig trio, vind ik – ik zie u als de Romeo’s van de zielenknijperij. En tegelijk als de pastoors van deze tijd.

Jacques Lacan

De Wachter is meer het volkse type, met de simpele boodschap. Ik heb vernomen dat hij aan een boek werkt waarin hij ons zou willen leren dat het oké is om af en toe een beetje ongelukkig te zijn – al is dat een nog onbevestigd gerucht. Paul Verhaeghe en uzelf behoren tot de wat meer elitaire strekking der psychoanalytici. U bent als het ware nog pastoors van voor het Tweede Vaticaans Concilie, die een taal gebruikten die niemand begreep. In uw geval: de taal van onder meer uw goeroe Jacques Lacan. Zo voorspelde u onlangs in een krant dat er straks, na de coronacrisis, weer meer mensen gelovig zullen zijn, omdat we op zoek zijn naar – ik haal even diep adem – ‘wat Lacan le sujet supposé savoir noemde, het subject dat verondersteld wordt alles te weten’. God, dus.

In Knack las ik een essay van uw collega Paul Verhaeghe, en ook dat lijkt mij te getuigen van diepe en waardevolle inzichten. Al ga ik het voor alle zekerheid nóg eens lezen, want het was mij niet meteen duidelijk. Kwatongen zullen dat wijten aan slordig denkwerk en te haastig geschrijf van de auteur, maar wellicht is het essay een puzzel voor geschoolde lezers, die eerst alle zinnen nog in de juiste volgorde moeten zetten.

Maar laat ik mij nu focussen op úw bijdrage aan het coronadebat, want het is uiteraard in dat verband, mijnheer Denys, dat ik u deze brief schrijf. Om u te bedanken. U bent een specialist in angststoornissen, en jawel, u hebt mijn angst volledig weggenomen.

Oud en zwak

Die angst is groot, dat kan u niet ontgaan. Qua aantal coronadoden per miljoen inwoners maakt België momenteel nog altijd kans op een podiumplaats. De ernst van de epidemie werd wekenlang onderschat door het beleid, en in onze woon-zorgcentra – die nochtans sedert mensenheugenis worden aangestuurd door christendemocratische ministers – is een ware slachting aan de gang. Vele hardwerkende Vlamingen die hun vader of moeder in zo’n centrum hadden ondergebracht, hebben zelfs geen afscheid kunnen nemen. En in de supermarkten lopen we elkaar nog altijd massaal te besmetten, omdat experts blijven volhouden dat het geen zin heeft om neus en mond te bedekken. Er zijn nachten, dokter Denys, dat ik de slaap niet kan vatten. De schaapjes die ik dan begin te tellen, veranderen na enkele minuten altijd in doodskisten. Een eindeloze sliert doodskisten, gevuld met de allerliefste oma’s en opa’s van de hele wereld.

Gelukkig bent u er dus, en hebt u mij gerustgesteld. In De Standaard wist u te vertellen dat we het met een beetje goede wil ook helemaal anders kunnen bekijken: ‘Dit virus is vooral gevaarlijk voor mensen die oud en zwak zijn’, zei u. ‘Dat is dus een goeie zaak. Het verlost ons van een zwakke bevolking die ziek is en zwaar op de maatschappij weegt.’ Ik moet zeggen: dat was een pak van mijn hart. In de verte hoorde ik de bevoegde minister Wouter Beke, en al zijn christelijke voorgangers, ook al wat opgeluchter ademhalen.

U kunt de crisis niet alleen relativeren, u hebt er zelfs al een allesomvattende verklaring voor gevonden. Het onheil dat nu over ons wordt uitgestort, is “een tik van de Schepper, of de natuurwet”, zei u in de Nederlandse krant Trouw, “een gezonde correctie op onze levensstijl”. Wat André-Joseph Léonard ooit zei over aids, zegt u over corona: het is een kwestie van immanente gerechtigheid. Het is allemaal onze eigen schuld!

Moeder Natuur

Ook dat is een hele opluchting. Wetenschappers – van kosmologen tot biologen – hebben altijd gedacht dat er geen doelmatigheid of moraliteit in de natuur te bespeuren valt. Als de leeuw de nek breekt van het kalf van de antilope en het als een homp vlees naar zijn eigen welpjes brengt, is dat niet goed of slecht – het is gewoon balen voor de antilope en boffen voor de leeuw. De natuur is niet goed of slecht, de natuur is amoreel.

Dáchten wij dus. Dankzij u weten we nu dat de wetenschap dwaalt. De natuur is bezield en beschikt over het vermogen om ons signalen te sturen en tikken te geven. Wat mij tot de hoopvolle vraag brengt, professor: die antivirale middelen en vaccins, hebben we die écht nodig? Zouden we het virus niet kunnen bezweren door onze collectieve schuld af te lossen middels het offeren van baby’s en het ritmisch heen en weer bewegen op een melodie die Moeder Natuur kan behagen?

Wat zegt Jacques Lacan daarover?

Dankbare groeten

Joël De Ceulaer, senior writer