Koning Filip: "Een warmere maatschappij ligt binnen handbereik"
Voor de vierde keer al spreekt koning Filip de Belgen vandaag toe in een kersttoespraak. De nieuwigheden die hij sinds de start van zijn koningschap heeft ingevoerd, zijn intussen het nieuwe normaal. Zo brengt de koning zijn rede ook nu weer rechtstaand en in de drie landstalen. Als locatie kiest hij niet langer voor het paleis in Brussel, maar wel voor het kasteel in Laken, zijn woonplaats.
Het vertrek is aangekleed met een rijkelijk versierde kerstboom en kaarsen, onder de schoorsteenmantel brandt een warm haardvuur. De boodschap is duidelijk: het staatshoofd wil een warme sfeer scheppen en uitdragen. Zijn woorden zetten deze lijn verder.
Beginnen doet hij evenwel door opnieuw stil te staan bij de slachtoffers van de aanslagen in Zaventem en Brussel van 22 maart. Ook bij zijn toespraak naar aanleiding van de nationale feestdag afgelopen zomer deed hij dat al.
"Velen zijn ongerust over hun baan, hun inkomen, hun veiligheid", zegt hij. "Te veel jongeren denken dat zijzelf en hun kinderen het minder goed zullen hebben dan hun ouders. Te veel ouderen vragen zich af of ze nog wel mee zullen kunnen of mogen. Dit gevoel van onzekerheid, ontreddering, van woede zelfs kan leiden tot een verlies van vertrouwen. Ook in de instellingen."
"Ik zie solidariteit en vrijgevigheid aan het werk"
"Toch wend ik mij vandaag tot u met een boodschap van hoop", gaat hij verder, waarbij hij een bezoek aan een tehuis voor volwassenen met een verstandelijke handicap aanhaalt. "Onbevooroordeeld en met tederheid naar elkaar kijken. Elkaars broosheid durven erkennen. Het heeft me diep ontroerd hoeveel energie dat in jezelf losmaakt. Zachtheid is een sterkte."
"Ik zie ook solidariteit en vrijgevigheid aan het werk. Zoals wanneer mishandelde en gepeste kinderen tijdens de vakantie in een veilige omgeving worden opgevangen en zo hun glimlach terugvinden. Wanneer gezinnen mensen opvangen die uitgesloten worden. Of in projecten waar mensen van verschillende generaties en oorsprong dichter tot elkaar worden gebracht en waarbij men niet aarzelt zijn eigen comfort op te geven."
"Jongeren en senioren geven zich niet gewonnen"
"En dan zijn er nog al die jongeren en senioren die begrijpen dat er om succes te hebben moed nodig is om opnieuw te beginnen. Ze weigeren aan de rand van de maatschappij te blijven staan. Ze geven zich niet gewonnen. Ze weten dat succes betekent te willen dat ook de ander slaagt en zijn hulp te aanvaarden."
"Aan de grondslag van al deze voorbeelden ligt de wil om aan een wereld te bouwen waarin we elkaar in harde tijden steunen en elkaar helpen succesvol te zijn", besluit hij. "Ze tonen aan dat een warmere maatschappij binnen handbereik ligt. Ze verdienen daarom meer aandacht. Ik ben ervan overtuigd dat ze ook een dynamiek op gang kunnen brengen die onze instellingen verrijkt en die het vertrouwen in onze democratie versterkt."
