Direct naar artikelinhoud
Woon-zorgcentra

In woon-zorgcentra giert de schrik door de gangen: ‘Elke dag komt het personeel met angst werken’

Een begeleidster, met handschoenen en mondmasker, duwt een dame voort in woon-zorgcentrum Orelia Ten Berge in Belsele.Beeld Bas Bogaerts

Terwijl het aantal ziekenhuisopnames door het coronavirus afneemt, wordt de situatie in de woon-zorgcentra met de dag acuter. Maar hoe dramatisch is de situatie echt? 

“Wij hebben geen enkel bevestigd Covid-geval”, zegt Marie*, die als verpleegkundige werkt in een Limburgs woon-zorgcentrum. Toch is de onrust onder het personeel erg groot, want: “Van onze 170 bewoners zijn er amper 6 getest – de resultaten waren negatief. We varen blind. Van de overige bewoners weten we niet of ze op dit moment besmet zijn. Elke dag komt het personeel met angst werken.”

In het woon-zorgcentrum waar Marie werkt, is er op dit moment wel een voorraad mondmaskers om het personeel enigszins te beschermen. Maar de stock is beperkt, waardoor zorgkundigen en verplegers zuinig moeten omspringen met het materiaal. Eén masker per shift is de regel, en enkel als het nodig is.

“Er zijn situaties waarin we graag een masker willen gebruiken, maar we het niet doen. We willen spaarzaam zijn zodat we nog een overschot hebben als er zich plots een uitbraak voordoet.” Maar, zo geeft Marie toe, door die spaarzaamheid worden risico’s genomen die er net voor kunnen zorgen dat zo’n uitbraak waarschijnlijker wordt.

Het is een situatie die voor talloze woon-zorgcentra in Vlaanderen geldt: voorlopig lijkt het coronavirus nog niet binnen te zitten, maar niemand die het met zekerheid kan zeggen. De kans bestaat dat sommige bewoners vandaag al besmet zijn zonder symptomen te vertonen. Op die manier kan het virus zich ongemerkt verspreiden. Of niet. Zolang er niet systematisch getest wordt, tast het personeel in het duister. Vorige week werd gestart met het verdelen van 11.000 coronatests in 85 Vlaamse woon-zorgcentra. Maandag kondigde minister Philippe De Backer (Open Vld) aan dat de komende drie weken 210.000 testen zouden gebeuren, goed om uiteindelijk al het personeel en alle bewoners te testen.

Drama’s

Nochtans is duidelijk dat zich in de woon-zorgcentra grote drama’s afspelen. Cijfers van het wetenschappelijk centrum Sciensano tonen aan dat liefst de helft van de 1.900 Vlaamse Covid-overlijdens in een woon-zorgcentrum opgetekend werd. Terwijl in de eerste fase van de coronacrisis de bezorgdheid vooral ging naar de capaciteit en beschikbaarheid van medisch hulpmateriaal in de ziekenhuizen, bleven de woon-zorgcentra in vele gevallen zonder bewapening in de vuurlinie staan.

Intussen is wel een inhaalbeweging ingezet. Maar die gaat nog altijd veel te traag voor Paul Cappelier, voorzitter van de Belgische Federatie van Zorgkundigen. Hij was een van de eersten om aan de alarmbel te trekken. “De mensen zijn nog altijd onvoldoende voorbereid”, stelt Cappelier vast. “Bewoners en personeel weten ook gewoon niet of ze besmet zijn.” 

In woon-zorgcentra is er een groot verschil tussen verplegers, die een medische achtergrond hebben, en de zorgkundigen die geen medische opleiding gehad hebben. Verplegers kennen de nodige voorzorgsmaatregelen, maar voor zorgkundigen is dat veel minder evident. Cappelier: “Dit virus is onverbiddelijk. Je moet op een correcte manier je schort uitdoen, je masker afnemen, je handschoenen weggooien en je materiaal ontsmetten. Maar in de meerderheid van de woon-zorgcentra gebeurt dat nog altijd niet goed. Op deze manier gaan er honderden doden vallen die te vermijden zijn.”

“Zorgkundigen zijn minder vertrouwd met sommige procedures. Handen wassen doen ze allemaal goed, maar een mondmasker op de correcte manier aanbrengen en verwijderen is minder evident,” stelt ook kinesiste Sandrine Ercken, die in een groep van acht Limburgse woon-zorgcentra werkt. Bij hen is de coronapandemie voorlopig vrij goed onder controle. Volgens Ercken heeft de directie van bij het begin snel en stevig ingegrepen. Besmette en vermoedelijk besmette bewoners worden afgezonderd op aparte afdelingen. Het personeel wordt zo veel mogelijk op één afdeling ingezet, zodat het virus zich minder makkelijk doorheen de home verspreidt. “Er was een heel duidelijk plan van aanpak, en er werd zeer open gecommuniceerd.”

Vergeten sector

In ongeveer de helft van de woon-zorgcentra is de situatie min of meer onder controle, maar de onderlinge verschillen zijn bijzonder groot. De meeste woon-zorgcentra hebben weliswaar één ding gemeen: de personeelsbezetting is er vaak net groot genoeg om de nodige zorg te bieden. Buiten een crisissituatie, welteverstaan. “We zijn de vergeten sector. We zijn altijd blijven werken, zelfs met de weinige middelen die we hadden. Maar nu lopen we tegen de muur,” zegt Marie.

Reken daarbij een beperkte voorraad aan medisch materiaal, en dan is de rekening snel gemaakt. “Als er één bewoner echt ziek wordt, is het hek van de dam. Zodra er een uitbraak komt, gaan we achter de feiten aan hollen. Een aantal van onze bewoners kiezen ervoor om niet meer naar het ziekenhuis te gaan als ze ernstig ziek worden. Maar het is niet zeker dat we hen hier waardig kunnen laten sterven.”

De fysieke druk op het personeel wordt met de dag groter. Routines vallen weg, hygiënische ingrepen zoals materiaal ontsmetten en handen wassen vragen extra tijd. Ook mentaal eist de coronacrisis een zware tol. Marie: “In tegenstelling tot ziekenhuispersoneel hebben wij een band met onze bewoners. We zijn gewend om met overlijdens om te gaan. Maar geen tien of twintig op korte tijd, zoals in veel woon-zorgcentra gebeurt. Dat hakt erin.”

*Marie is een schuilnaam