Direct naar artikelinhoud
CultuurCoronavirus

Kunstenaars in quarantaine: ‘Het verschil? Nu lopen hier kinderen rond’

Rinus Van de Velde in zijn atelier in Antwerpen.Beeld Illias Teirlinck

De Belgische kunstenaars ondergaan een periode van verplichte quarantaine. Zorgt het voor een creatieve boost, doet het gebrek aan prikkels de inspiratie opdrogen of is het gewoon business as usual? ‘Eindelijk is er ruimte voor vrij werk.’

Het verhaal wil dat William Shakespeare zijn meesterwerk King Lear neerpende tijdens een quarantaineperiode (toen bedoeld om een besmetting met de pest te vermijden). Anno 2020 leidt het coronavirus ertoe dat schrijvers, muzikanten en kunstenaars overal te lande zich van de buitenwereld isoleren. “Als ik eerlijk ben merk ik niet zoveel verschil met de periode voor de lockdown", zegt Rinus Van de Velde. “Ook voor corona spendeerde ik de meeste van mijn dagen in mijn atelier. Alleen lopen hier door de sluiting van de scholen nu ook mijn twee kinderen rond. Dat is misschien nog de grootste aanpassing.” 

Het is een constante bij alle kunstenaars die we contacteren. De coronamaatregelen blijken hen minder zwaar te treffen dan de doorsnee sterveling. Justine Bourgeus, beter bekend onder haar artiestennaam Tsar B, heeft er net een intensieve schrijfperiode op zitten. Dat leverde dertig nieuwe nummers en een nog te verschijnen ep op. “De voorbije weken waren al een soort quarantaine waarin ik zo goed als constant met mijn muziek bezig was. Ik probeer dat nu gewoon door te trekken.” 

Bij Lize Spit horen we hetzelfde verhaal. “Als ik aan het schrijven ben zit ik sowieso het grootste deel van de tijd binnen. Ik mis alleen de koffiebars waar ik tot voor corona af en toe ging zitten werken.” Ook voor schilder Michael Borremans is het kluizenaarschap niks nieuws. “Wanneer ik aan het werk ben, zonder ik me sowieso al af”, vertelt hij. “Ik zet mijn telefoon af en check één keer per week mijn mails. Veel verschil met wat er nu gebeurt merk ik niet.” 

Lege agenda’s

Dit betekent niet dat er helemaal niks veranderd is. Om vast te stellen dat het bijzondere tijden zijn hoeven de creatievelingen alleen maar eens in hun agenda te kijken. “Alle lezingen die ik daar had staan zijn één voor één weggevallen”, vertelt Bart Moeyaert. “De kunstmarkt ligt helemaal stil”, ziet Borremans. “Alle deadlines zijn opgeschoven.” Ook Simon Casier, bassist bij Balthazar, heeft plots een maagdelijk witte agenda voor zich liggen. “Ik had me sowieso al voorgenomen om me in april met het schrijven van nieuwe muziek bezig te houden”, zegt hij. “Maar dan blijven er altijd wel bepaalde verplichtingen waar je niet onderuit kunt. Ook die zijn nu weggevallen.”

Tsar B: "De voorbije weken waren al een soort quarantaine waarin ik zo goed als constant met mijn muziek bezig was."Beeld Anton Fayle

Het gevolg? Zeeën van tijd. “Ik kan nu echt uren aan een stuk werken, zonder de klok in de gaten te houden", getuigt Casier. “Ik moet toch nergens heen. Dat is een ongelooflijke luxe.” Bourgeus vertelt dat ze nu pas beseft hoe groot haar fomo (angst om be­lang­rij­ke events of in­for­ma­tie te mis­sen) de voorbije jaren geworden was. “Nu alle feestjes en evenementen wegvallen voelt dat als een bevrijding.” Ook Borremans ervaart nu plots een ongeziene vrijheid, vertelt hij. “Nu mijn deadlines opgeschoven zijn is er plaats voor vrij werk. Voor projecten en plannen waarmee ik al jaren in mijn hoofd zit, maar die ik wegens tijdsgebrek altijd heb moeten uitstellen.” 

Rinus Van de Velde heeft het over een soort openheid die hem toelaat om nu dingen te proberen die al lang in zijn hoofd zaten. Net voor de lockdown haalde hij nog een voorraad klei in huis, waarmee hij nu aan de slag gaat. “Voor de opening van de nieuwe galerij van Tim Van Laere heb ik een paar asbakken in keramiek gemaakt. Ik vond dat interessant en wou daar eigenlijk verder mee aan de slag gaan. Nu is het ideale moment om dat te doen.” Ook Anne-Mie Van Kerckhoven ziet de voordelen in van haar maagdelijk witte agenda. “Ik heb het nogal moeilijk om de nodige zelfdiscipline aan de dag te leggen. Nu er heel wat afleiding wegvalt, is dat een stuk makkelijker.” 

Externe prikkels

Tijd bij hopen en amper afleiding: de ideale omstandigheden om te creëren. Alleen heb je daarvoor inspiratie nodig. Is die er wel in voldoende mate wanneer je van overheidswege in je kot moet blijven? Of dreigt er voor kunstenaars een creatieve droogte nu het merendeel van de externe prikkels wegvalt? Bij Bart Moeyaert is dat alvast niet het geval. “Ik hou van rust", vertelt hij. Meteen ook de reden waarom de schrijver vorig jaar besliste om van Antwerpen naar Kalmthout te verhuizen. “De stilte hier maakt het me makkelijker om mijn gedachten op een rijtje te zetten.” 

Ook Van de Velde heeft niet meteen behoefte aan externe prikkels. “Mijn werk draait sowieso om een fictief universum dat ik in mijn hoofd creëer. Ik heb daar de werkelijkheid niet bij nodig.” De kunstenaar herinnert zich dat hij een paar jaar geleden naar Hawaï vloog voor een expo waarvoor hij alle werk daar ter plaatse zou maken. Een journalist wou toen weten of en hoe de prachtige natuur op het eiland dat werk had beïnvloed. “Ik durfde toen bijna niet te vertellen dat ik alles had gemaakt vanuit een donker kot en dat ik eigenlijk een week lang niet buiten was geweest.” 

Het zijn niet alleen de grote emoties of gebeurtenissen die tot kunst leiden, legt Van Kerckhoven uit. “Tussen acht en negen, tussen de andere bejaarden, naar de Delhaize gaan of even de radio of tv aanzetten is voor mij al genoeg. Ik kan best geloven dat er kunstenaars zijn die op reis gaan of in de natuur moeten wandelen op zoek naar inspiratie, maar ik kan die inspiratie evengoed vinden vanaf mijn keukenstoel.” 

Ook putten uit het verleden is een mogelijkheid in prikkel-arme tijden, zo blijkt. “Normaal gezien haal ik de inspiratie voor mijn nummers uit de dingen die ik zelf meemaak”, vertelt Tsar B. “Dat valt in deze periode nogal tegen. Maar ik heb een paar heftige jaren achter de rug. Ik kan met die ervaringen nog wel een tijdje verder.” 

Schrijver Bart Moeyaert in Kalmthout: "De stilte hier maakt het me makkelijker om mijn gedachten op een rijtje te zetten.”Beeld Thomas Sweertvaegher

Collega-muzikant Simon Casier had nu sowieso een schrijfperiode ingelast. Aan ideeën heeft ook hij voorlopig geen gebrek. Al is het wel zaak om zichzelf af en toe wat af te remmen. “Ik moet oppassen dat ik niet van ’s morgens vroeg tot een gat in de nacht in de studio zit. Nu ik de kans heb, wil ik constant met mijn muziek bezig zijn. Met het gevaar mezelf op te branden en uiteindelijk toch zonder inspiratie te vallen.” 

Michael Borremans acht de kans dat hem dat overkomt behoorlijk klein. Hij heeft naar eigen zeggen nog een hele doos prikkels op voorraad. “Zelfs al zitten we nog vijf jaar in quarantaine, dan nog zou mijn inspiratie niet droogvallen. En als de prikkels op zijn slaat misschien de waanzin toe. Ook dat kan interessant werk opleveren. Kijk maar naar wat Goya op het eind van zijn leven maakte.” 

Invloed op werk

Borremans is ervan overtuigd dat de coronacrisis een weerslag zal hebben op wat hij maakt. “Net zoals alle andere gebeurtenissen uit mijn leven zich vroeg of laat naar mijn werk vertalen. Wat we nu meemaken creëert een heel bevreemdende sfeer. Onbewust zal dat zeker een invloed hebben op wat ik maak.” 

Bij Van Kerckhoven is die invloed nu al merkbaar, vertelt ze. “Ik heb de voorbije dagen al een aantal heel merkwaardige dingen gemaakt.” Zo stond er in haar atelier een groot werk dat de kunstenares van teksten wou voorzien. “Maar toen ik daarmee aan de slag ging bleken die letters zich te vervormen tot een soort plantaardige tentakels. Ik maak tegenwoordig tekeningen die ik in normale omstandigheden nooit zou gemaakt hebben.” 

Bij Spit en Moeyaert dringt de buitenwereld minder makkelijk in hun werk door. Spit is op dit moment een schrijfproject aan het afwerken. Voor nieuwe input is dus amper ruimte en daar is ze best gelukkig om, zo blijkt. “Ik zou het heel moeilijk vinden om in deze omstandigheden aan iets nieuws te beginnen. De coronacrisis is zo alomvattend, zo overweldigend dat alles wat ik nu schrijf heel futiel zou lijken.” 

Moeyaert zit wel midden in het schrijfproces. Anders dan Spit ziet hij dat niet als een nadeel. “Dat boek is een veilige plek waar ik naartoe kan vluchten. Ik schrijf omdat ik daar gelukkiger van word. Mocht ik nu niet kunnen schrijven, dan zou deze hele situatie me veel zwaarder vallen. Ik ben sowieso al een piekeraar. Zonder het verhaal waar ik aan werk zou ik nachtenlang wakker liggen.” 

Angst om te merken dat wat hij nu schrijft na de coronacrisis futiel lijkt, zoals Spit het omschrijft, heeft Moeyaert niet. “Ik ben tijdens het schrijven nooit bezig met wat die teksten over vier maanden nog zullen betekenen. Wat de toestand in de wereld ook is. Het moment dat ik daarmee rekening ga houden kan ik beter ophouden met schrijven.” Een mening die door Van de Velde wordt gedeeld. “Elk verhaal lijkt futiel als je het tegen de grote wereldproblemen gaat afzetten. Dat mag je als kunstenaar niet blokkeren.”