Sofie kreeg twee adoptiekinderen, maar toch bleef er altijd een gemis: “Ik kreeg al snel het verwijt een dramaqueen te zijn”

Ze zou op haar 22ste trouwen en op haar 27ste mama worden. Er zouden minstens drie kinderen komen. Sofie Van den Broeck (41) droomde als kind al van een groot gezin. Maar ze raakte nooit zwanger. Sofie kreeg uiteindelijk twee adoptiekinderen, maar toch bleef er altijd een gemis en een verdriet, en dat pende ze neer in een boek. “Ik kon rationeel gelukkig zijn voor zwangere vriendinnen, maar ik voelde daar geen emotie bij.”

Nina Bernaerts

Sofie groeit op in de Kempen als enig kind. In een straat met veel jonge gezinnen, waar ze kon ‘moederen’ over buurjongens en -meisjes. “Ik was daar echt van jongs af aan al mee bezig: gaan wandelen met de baby’s in de buurt, pampers verversen, … De buren waren mij dankbaar. Ik wist dat ik mama wilde worden. Ik wilde tegen mijn 22ste getrouwd zijn en tegen mijn 27ste zou ik mijn eerste kind krijgen. Toen ik mijn echtgenoot leerde kennen, was ik die leeftijd al gepasseerd, maar ook hij wilde graag een groot gezin. Hij had al een zoontje uit een vorige relatie, maar toen wij elkaar vonden, werd snel duidelijk dat we voor die gezinsuitbreiding wilden gaan.”

Lichaam als verpakking

Tien jaar lang probeerde het koppel zwanger te geraken. Toen de natuur niet meewerkte, zochten ze hulp in de fertiliteitskliniek. “Maar er kon geen oorzaak of verklaring van de onvruchtbaarheid gevonden worden. En dus was er iedere maand toch weer die hoop: Misschien lukt het deze keer toch? Je trekt je daaraan op, en tegelijk is er ook elke maand die teleurstelling. Wij hebben zes keer een ivf-behandeling ondernomen. Maar na de derde mislukte poging, gaf ik het eigenlijk al op. Mijn zelfbeeld was volledig verdwenen. Mijn lichaam voelde enkel nog maar aan als een verpakking.”

Sofies vriendinnen raakten wel zwanger, de bolle buiken volgden elkaar op en Sofie moest van het ene babybezoek naar het andere. “Ik moest en zou gaan. Al stond ik dan in de gang te huilen. Ik moest ernaartoe, mijn gezicht laten zien. Niet tonen hoe verdrietig het mij maakte. Ik kon wel zeggen dat ik blij was voor hen – en ik was rationeel ook blij voor hen – maar ik voelde geen blijheid. Altijd als het daarover ging, trok ik een muur om mij op. Onbewust wisten mijn vriendinnen dat wel, ze lieten me geen echo’s meer zien of ze babbelden niet over de zwangerschap. Het bleef onuitgesproken hangen.”

Ook met de wensgrootouders wordt er amper over gepraat. “Ze wisten dat natuurlijk wel en ze brachten me naar het ziekenhuis als ik een kijkoperatie moest ondergaan. Maar het is pas nu, nu het boek geschreven is, dat ze weten waar wij door zijn gegaan en hoe moeilijk het was.”

Schaduwverdriet

De kinderwens bleef groot, groot genoeg om een kind te adopteren. “Wij hebben ondanks alles een zeer vlotte adoptieprocedure doorlopen. En zo’n 9 jaar geleden ben ik mama geworden. Eerst van een dochter (10) en dan van een zoon (6), net zoals ik als kind al wilde. En toch. Dat verdriet bleef knagen”, zegt Sofie.

Zelf noemt ze het haar ‘schaduwverdriet’, en durfde ze er met niemand over te praten. “Ik merk gewoon dat er nog heel wat taboe op rust. Niet zwanger geraken is bijzonder intiem. Er gaat ook een groot gevoel van falen mee gepaard. Het is al moeilijk om te bespreken tussen partners onderling, er mee naar buiten treden is nog veel moeilijker. Daarom dat ik het boek ook geschreven heb. In 2017, toen mijn twee prachtige kinderen hier al rondliepen, ben ik met mijn kop tegen de muur gelopen. Ik zat nog met een onverwerkt verdriet.”

“Ik ben toen met een blog begonnen, een blog waar ik op zoek ging naar de reden van mijn verdriet en hoe ik dat zou kunnen verwerken. Niet gemakkelijk om dat zo in de openheid te gooien. Ik kreeg ook al snel het verwijt een dramaqueen te zijn, want ik had toch twee kinderen? En dat klopt. Het blijft enorm moeilijk om dat te verwoorden, dat je toch rouwt en dat je toch die kinderwens moet loslaten. Eind 2019, toen ik aan de beterhand was, ben ik begonnen met het boek. Net om dat taboe te doorbreken. Ik ben teruggegaan naar de fertiliteitskliniek, heb contact opgenomen met lotgenoten van toen en ik ben terug in mijn eigen dagboeken gedoken. Een moeilijk proces, maar als ik een ander koppel hiermee kan helpen, ben ik al blij dat ik het gedaan heb.”

‘Later wil ik mama worden’ van Sofie Van den Broeck, uitgegeven door Borgerhoff & Lamberigts en momenteel online te koop.