© Sven Dillen

“Handel of horeca in begijnhof niet wettelijk”

Het provinciebestuur wil de begijnhofhuisjes in Hasselt verkopen via openbare bieding, maar volgens PVDA Hasselt is dat in strijd met de beloftes die de provincie in 1938 deed aan de Broeders van Liefde. “In de oude verkoopakte is bepaald dat de bestemming een provinciaal museum zou zijn en bij uitbreiding een provinciale bibliotheek. Dat is iets helemaal anders dan handel, horeca of kunstgalerijen”, zegt Kim De Witte (PVDA). Gedeputeerde Igor Philtjens ziet het probleem niet. Hasselts jurist Hugo Lamon wel: “Dat contract blijft gelden, zelfs al dateert dat uit 1938. Maar alleen de Broeders van Liefde kunnen zich hier op beroepen.”

Dirk JACOBS

Dertien huisjes met voortuin, een monumentaal poortgebouw, een bijgebouw en een bouwterrein van zestig meter breed. Dat deel van het begijnhof wil het provinciebestuur verkopen via bieding. Aan het stuk blinde muur met de Badderijstraat kan eventueel bijgebouwd worden, tot aan het poortgebouw. In het totaal gaat het over ongeveer 25 are, die in één geheel te koop worden gesteld. Bieden kan tot 27 januari 2017.

Tegen de verkoop bestaat heel wat protest. Hasselaren vrezen dat het laatste stukje groen en rust uit de binnenstad zal verdwijnen. Intussen zijn er al meer dan 4.000 handtekeningen verzameld tegen de verkoop. De ondertekenaars vragen dat het provinciebestuur terugkomt op zijn beslissing. Volgens hen kan de Vlaamse overheid de cultuurprojecten overnemen. Naast cultuur kunnen de huisjes ook onderdak bieden aan andere projecten, in samenwerking met de stad Hasselt, zoals repaircafés en initiatieven als het Geefpleintje. In ieder geval moeten de huisjes voor iedereen toegankelijk blijven, luidt hun eis.

Onwettig

PVDA Hasselt pakt nu uit met de verkoopakte uit 1938 waarin de provincie beloftes deed aan de Broeders van Liefde. Kim De Witte:“In de akte verklaren de Broeders van Liefde te verkopen uit hoofde van openbaar nut. Op dat moment was er sprake van de oprichting van een provinciaal museum en een provinciale bibliotheek. De provincie bevestigde te kopen uit hoofde van openbaar nut. Er werd tussen de partijen ook uitdrukkelijk overeengekomen dat het provinciebestuur de begijnhofhuisjes en de open grond in ere zou houden. Onder die uitdrukkelijke voorwaarde vond de verkoop plaats. In het voorakkoord bij de verkoop deed toenmalig provinciegouverneur Verwilghen tot slot de belofte dat de site een zo gesloten mogelijk karakter zou behouden. De broeders die de huisjes toen aan de provincie overdroegen, zijn ondertussen allemaal overleden. Maar dat doet niets af aan de juridische waarde van de verkoopakte. De gemaakte beloftes moeten worden gerespecteerd. Gedeputeerde Philtjens sluit geen enkele bestemming op voorhand uit: horeca, hotel, kunstgalerijen... alles kan. Er kunnen ook nieuwe doorgangen worden gemaakt, waardoor de site een meer open karakter zou krijgen. Maar dat kan niet volgens de oude verkoopakte. Nieuwe bestemmingen die geen openbaar nut hebben of de belofte van het in ere houden van de site schenden, zijn dus onwettelijk.”

Fiscaal

Volgens gedeputeerde Igor Philtjens is hier niets van aan. “De bepaling ‘uit hoofde van openbaar nut’ is een fiscale bepaling die de provincie toeliet met vrijstelling van registratierechten te kopen. Als last hadden wij aanvaard dat we het begijnhof met de huizen, open grond en calvarieberg zouden herstellen en in ere houden, wat we ook gedaan hebben. Dat laatste gebeurt trouwens nu nog en zal ook na de verkoop zo blijven, want het begijnhof is beschermd in zijn totaliteit. Maar nergens hebben we ons verbonden tot een onvervreemdbaarheid. Dat zou trouwens ook enkel geldig kunnen zijn voor een beperkte duur want eeuwigdurende lasten mogen niet opgelegd worden.”

PVDA ziet evenwel geen probleem in een verkoop, wel in mogelijke bestemmingen. En volgens advocaat Hugo Lamon hebben de Broeders van Liefde alvast zeker inspraak in de herbestemming. “Dat denk ik wel. In het extreemste geval zouden zij zelfs 78 jaar later het toenmalige contract kunnen laten ontbinden. Dit contract is immers wettelijk tussen twee partijen en daarin geven ze duidelijk aan dat de bestemming gerespecteerd moet worden. Er zijn voorwaarden opgenomen van de provincie ten aanzien van de Broeders van Liefde en als die niet gerespecteerd worden, pleegt de provincie contractbreuk. Maar, -er is één grote maar - volgens mij kunnen alleen de Broeders van Liefde zich hierop beroepen. Een derde partij -bijvoorbeeld PVDA- kan nooit aanspraak maken op dit recht.”

Archief

De Broeders van Liefde bereiden ze zich in alle rust voor op Kerstmis. “Een akte uit 1938? Oei”, lacht een broeder op het provincialaat in Gent. “We hebben een uitstekend archief en daar zullen we die zeker in terugvinden. Dan zullen we het eens rustig bekijken en overleg plegen. Na de feestdagen hoort u zeker van ons.”