Direct naar artikelinhoud
Interview

Urbanus: ‘Van mij mogen ze het land gerust eens proberen splitsen’

‘Ik ben het eens met Jan De Wilde: ik geloof niet in God, maar ik leef wel naar zijn geboden. Dat is honderd keer bewonderenswaardiger dan de houding van een fanatieke gelovige: die doet het alleen voor de beloning achteraf.’Beeld MARIEKE SERVRANCKX

De founding father van de Vlaamse comedy heeft weinig reden tot klagen in tijden van corona, en hij weet het. In zijn ruime hoeve in het landelijke Tollembeek doodt Urbanus (70) de tijd met wat hij eigenlijk altijd doet: schrijven, strips verzinnen, zijn beesten eten geven en op tijd en stond naar zijn schoonmoeder wuiven. En uiteraard onnozele praat verkopen. ‘Jean Blaute mailde mij onlangs dat hij zo in de war was over die coronamaatregelen, dat hij die ochtend al twee keer in zijn elleboog had gekakt.’

We zitten al bijna een maand in ons kot. Valt dat een beetje mee voor jou?

“In pre-coronatijden leefde ik ook al in quarantaineachtige omstandigheden: of ik zat aan mijn bureau aan een voorstelling of een nieuwe strip te werken, of ik was in de tuin aan het prutsen of mijn beesten – een hond, negen kippen en twee oude paarden – aan het verzorgen. Het enige lastige is dat de meeste tuinbouwwinkels dicht zijn. Toen ik deze ochtend naar de Boerenbond reed om eten voor mijn dieren te kopen, was de winkel dicht. Ik ben bij mijn schoonmoeder een zak met eten moeten gaan halen... Maar geen paniek: ze had die zak met eten bij haar voordeur gezet, en ik heb meteen een nieuwe voordeur voor haar gekocht.”

Met wie zit jij thuis in quarantaine?

“Met mijn vrouw en euh... (denkt even na) drie kinderen. Eén van de eerste symptomen van een besmetting met corona is dat je niet meer weet hoeveel kinderen je hebt. Maar serieus, wij zitten dus met zijn vijven opgesloten: mijn vrouw en ik, mijn zoon en mijn twee dochters. Mijn jongste dochter zat op kot in Gent, maar aangezien de scholen en universiteiten dicht zijn, is ze weer thuis komen wonen. Mijn oudste dochter woont hier wat verderop, maar die zit overdag bij ons en dan eten we gezellig samen. ’s Avonds gaat ze wel naar huis.”

Hoe brengen jullie de dagen door?

“Wij spelen vaak Rummikub, en om ter verste niezen.”

Er is toch voldoende wc-papier in huis?

“Ik moest twee weken geleden geweldig lachen met die grap van Jeroom in Humo: ‘Nu er overal een tekort aan wc-papier is, is de oplage van Knack enorm gestegen.’ Wij zijn nog niet aan het hamsteren geslagen. We kunnen desnoods ons gat afkuisen met de kanarie.”

Hebben jullie vaker ruziegemaakt?

“Nee. Wij hebben allemaal onze eigen kamer met een tv en een computer. Als het mooi weer is, zitten we in de tuin, en we gaan af en toe fietsen. Mijn schoonmoeder woont vlakbij: dan gaan we eens aan het raam wuiven. Maar we gaan zeker niet binnen, we zouden niet willen dat ze besmet raakt. Ze voelt zich wel eenzamer dan anders.

“We wonen hier heel ruim in Tollembeek en hebben veel grond, dus we voelen ons zeker niet opgesloten. Ik kan me voorstellen dat mensen in een appartementje op den duur de muren op zich zien afkomen. Met hen heb ik wel compassie.”

Wat heb je vandaag nog zoal gedaan?

“Ik ben mijn biografie aan het schrijven. Daar ben ik al twee jaar aan bezig, maar het schiet niet op. Telkens als ik klaar ben, maak ik weer iets mee dat ik erbij wil... Ik probeer vooral leuke anekdotes van de voorbije vijftig jaar te verzamelen, zoals dingen die verkeerd gingen toen ik vroeger filmpjes maakte voor de BRT: die bloopers waren vaak veel grappiger dan het uiteindelijke resultaat. In de tijd van de reeks Wijle zijn de mannen die de gas doen branden zou ik op een elektrische stoel ter dood worden gebracht, maar die terechtstelling zou mislukken, waardoor ze mij moesten vrijlaten. Tijdens de opnames hadden ze mijn handen aan een stoel gebonden en er vuurwerkstokjes aan vastgemaakt, zodat de gensters in alle richtingen zouden vliegen. Het voelde alsof ze twee lasbouten tegen mijn handen hielden en ik schreeuwde het uit. De reactie van de ploeg was: ‘Amai, Urbanus kan écht goed acteren!’”

Vind je de maatregelen zinvol: in je kot blijven, social distancing, vaak je handen wassen...?

“Ja, maar soms is iets mij niet duidelijk, en dan stuur ik een mailtje naar Jan Segers van Het Laatste Nieuws of Lieven Verstraete van De zevende dag. Als ze het niet te druk hebben, krijg ik daar meestal antwoord op en dat streelt natuurlijk mijn ijdelheid.

“Ik ben geabonneerd op drie kranten – De Tijd, De Morgen en Het Laatste Nieuws – en ook een paar tijdschriften, zoals Woef en Humo. Maar op een gegeven moment vroeg ik me af: als ik al die kranten en boekjes uit de brievenbus haal en op de keukentafel leg om tijdens het ontbijt te lezen, is dat dan niet gevaarlijk? Hoeveel viespeuken hebben die niet allemaal in hun handen gehad? Het antwoord van de specialist was: ‘Leg uw kranten op de salontafel, lees ze daar en was daarna uw handen en uw verstand.’ Sindsdien doe ik dat dan maar.”

Bij mij komen er geen brieven of pakjes meer binnen zonder dat ik er eerst een wolk ontsmettende handspray overheen heb gespoten.

“Echt? Daar had ik nog niet aan gedacht... (denkt na) Misschien zou ik nog beter de facteur bespuiten, met mazout of javel... Zo’n coronavirus zal wel een klimaatactivist zijn: als je daar mazout op spuit, is die direct weg.”

Hoe argwanend zijn je huisgenoten als iemand van jullie hoest of niest?

“Als ik hoest, zeg ik altijd: ‘Toen ik 9 jaar was, ben ik met mijn vader naar Expo 58 geweest. Daar heb ik in het Atomium een valling opgelopen en daar moet ik nog altijd van hoesten, dus dat telt niet.’”

Houden je kinderen zich goed aan de maatregelen? Hebben ze een lief van wie ze anderhalve meter afstand moeten houden?

“Al mijn kinderen zijn nog single, maar ze hebben wel genoeg vriendjes. Ze zijn constant aan het chatten en telloren.”

Experts verwachten dat de quarantaine tot veel echtscheidingen én een babyboom zal leiden.

“Daar ben ik niet bang voor. Ik ben al eens gescheiden: been there, done that... En ik denk niet dat ik nog een geboorte uit mijn prostaat krijg.”

Vrouwen zouden harder getroffen worden door de coronamaatregelen dan mannen, omdat ze vaker het slachtoffer zijn van huiselijk geweld. Is jouw vrouw nog veilig bij jou?

“Nadine en ik zijn een modelkoppeltje. We hebben in 2018 meegewerkt aan een opendeurdag in de rechtbank van Brugge. Daar werd een oude, verjaarde zaak nagespeeld voor het publiek. Wij fungeerden als beklaagde en dader, in een zaak van huiselijk geweld: ik was mishandeld door mijn vrouw. Mijn advocaat, Jan Leysen, zei in zijn pleidooi: ‘Urbanus, dat was zo’n knappe man, en ge moet nu die zijn gezicht eens zien. Wij eisen 10.000 euro schadevergoeding voor de restauratiewerken.’ De rechter, Bert Salembier, riep me naar voren, bekeek me en zei: ‘Maak er maar 15.000 euro van.’ Mijn vrouw en ik zijn trouwens met rechter Salembier en zijn vrouw al een paar keer gaan eten. Toffe pee.”

Ik herinner me dat jij je begin maart in De ideale wereld behoorlijk vrolijk maakte over corona.

“Dat klopt. Toen was iederéén nog een beetje aan het lachen met corona. Niemand wist toen wat er op ons afkwam, en Jan Jaap van der Wal en ik maakten een heleboel flauwe grappen over dat onnozele virus dat opeens het nieuws beheerste... Mijn beste was dat het enige positieve aan het virus een mondmasker was voor Jan Jaap. (lacht)

“Wat de voorbije weken is gebeurd, is dramatisch, maar ik zie ook wel een positieve kant: ik ben ervan overtuigd dat dit voor iedereen een serieuze levensles is.”

Welke levensles?

“Dat niet alles vanzelfsprekend is. Vóór deze crisis vroeg niemand zich af: wat als er vanaf morgen geen eten meer in de winkels ligt? Ik vind het goed dat mijn kinderen dit eens meemaken, zodat ze beseffen dat het niet zo normaal is dat alles altijd zomaar voor hen op tafel klaarligt.

“Ik zeg vaak tegen mijn vrouw: ‘Als ooit iemand alle satellieten in de ruimte kapotschiet, vinden onze kinderen de weg naar huis niet meer terug, zelfs al zijn ze maar 400 meter verwijderd.’ De jeugd is opgegroeid met een gps en Google Maps. Ik gebruik in mijn auto ook een gps, maar ik kan nog op de oude manier thuis raken. Of dat wil zeggen dat het vroeger beter was, weet ik niet. Toen ik zo oud was als mijn kinderen, bestonden files nog niet. Toch duurde het vaak twee keer zo lang om ergens te raken, omdat je voortdurend verkeerd reed. Als ik te laat kwam bij een optreden, zei ik altijd dat ik de weg was kwijtgeraakt door de verschuiving van de continenten.”

Hoe vind je dat onze regering de crisis heeft aangepakt?

“Goed, denk ik... In vergelijking met de meeste andere Europese landen heeft België vrij snel en krachtdadig opgetreden. Maar er was wel dat ‘wel-niet’-gedoe met die mondmaskers. Jean Blaute mailde mij dat hij zo in de war was, dat hij die ochtend al twee keer in zijn elleboog had gekakt. (lacht) Maar ik vertel je geen geheim als ik zeg dat ik niet echt een blind vertrouwen heb in de politiek, en zeker niet in de Belgische. Volgens mij zijn politici achter de schermen altijd bezig met: ‘Oké, jongens, we gaan die maatregel invoeren, maar hoe gaan we dat aan de mensen uitleggen zodat ze niet doorhebben wat de maatregel écht inhoudt?’”

Urbanus: ‘Van mij mogen ze het land gerust eens proberen splitsen’

VERGETEN TE STERVEN

Niet alle landen pakken de pandemie op dezelfde manier aan: in Zweden gaan ze er vrij relaxed mee om, terwijl Singapore en Taiwan keiharde maatregelen nemen. In Turkmenistan is het woord ‘coronacrisis’ zelfs verboden.

“Ik ben zeker niet voor een dictatoriale aanpak zoals in China, maar ik denk niet dat iemand daar had moeten proberen om een politieagent in zijn gezicht te spuwen en er vanaf te komen met een boete van 100 euro. Die kreeg daar waarschijnlijk de doodstraf of werd minstens als proefkonijn gebruikt voor het virus. Bij ons wordt daar vrij mild op gereageerd. Niet genoeg plaats in ’t gevang? Dan is spuwen naar de flikken niet zo erg. Niet genoeg enkelbanden? Dan is een piercing in de onderlip ook al goed. Als hier een flik wordt aangevallen met een mes, heeft die enkel het recht om terug te slaan met een platgekookte macaroni – anders wordt het hier een politiestaat...

“Weet je wat mij mateloos ergert? Dat mensen zo snel iets als een verworven recht beschouwen. Na de Eerste Wereldoorlog was een groot deel van de bevolking uitgeroeid en zei de regering: ‘Het zullen de jongeren zijn die ons er weer bovenop moeten helpen, dus koop zoveel mogelijk kinderen!’ En dus besliste ze om het systeem van het kindergeld in te voeren en het bedrag per kind systematisch te laten stijgen. Iedereen is toen massaal kinderen beginnen te maken. Ook de kerk zat daar voor iets tussen, want poepen zonder kinderen te krijgen, dat telde niet. Maar op een gegeven moment waren er genoeg kinderen en was de economie er volledig bovenop, maar die maatregel werd niet afgeschaft. Iedereen was kindergeld als een verworven recht beginnen te beschouwen. Dat irriteert mij. Als een maatregel niet meer relevant is, moet die ook weer kunnen worden afgeschaft. Maar dat pikken de mensen niet. Ik denk meteen ook aan de vakbonden: mochten zij af en toe een verworvenheid opgeven, zouden ze waarschijnlijk veel sneller een ander voordeel in de plaats krijgen. Maar mensen willen altijd alles maar houden, houden, houden...

“By the way: corona is ook een lichtring rond de zon, én de kraag rond je eikel... (denkt na) Waarschijnlijk heeft Onze-Lieve-Heer deze hele pandemie bedacht omdat we stilaan met te veel mensen op mekaar zitten. Het is niet de eerste keer dat de aardbol met een potteke Sidol (koperpoets, red.) wordt opgepoetst.”

Treft deze crisis jou financieel?

“In beperkte mate. Ik had nog vijftien optredens in Nederland gepland, en die zijn afgelast. Maar ik ga ervan uit dat er wel een aantal naar het najaar of zo verschoven kunnen worden. Gelukkig was het grootste deel van mijn tournee al achter de rug: ik had in Vlaanderen al 111 voorstellingen gedaan, in Nederland 36.

“Met de Urbanus-strips is er een ander probleem. Willy Linthout, de tekenaar, liet mij een paar dagen geleden weten dat de striprekken in de Colruyt leeg waren, omdat de bevoorrading niet kon volgen. Hopelijk komt dat snel in orde, want wij zitten nu aan 188 strips en zijn van plan om tot 200 te gaan en er dan een punt achter te zetten. Nu ja... Het is gelijk de punkers in die tijd: live fast, die young – tot ze wat ouder zijn, dan vergeten ze te sterven. (lacht)

Ken jij mensen die besmet zijn met corona en in het ziekenhuis zijn beland?

“Ja, mijn manager en de organisator van Pinkpop, Jan Smeets. Hij lag een paar weken op intensieve zorgen, mocht naar huis, maar is daarna weer opgenomen. Hij is een taaie en is nu weer thuis aan het quarantainen... Jan is 75, dat is vijf jaar ouder dan ik, en ik maak me uiteraard wel wat zorgen, niet het minst omdat hij in het verleden twee hartoperaties heeft gehad. Ik heb hem een paar dagen geleden gebeld en gezegd dat hij zijn adrenalineboost van Pinkpop moest bovenhalen toen de Stones en Bruce Springsteen op zijn festival stonden. Hij moest lachen. Die gaat er wel doorkomen. Hij heeft in de concurrentiestrijd met Herman Schueremans al ergere microben moeten uitzweten.”

KUNSTGEBIT BELGIË

Hoe deze crisis ook afloopt, één ding is zeker: onze welvaart zal een serieuze deuk krijgen.

“Dat is duidelijk. En ik weet ook al wie dat gaat mogen betalen: jij en ik en alle andere mensen die werken. En ik weet ook al wat de koning tijdens zijn kersttoespraak zal zeggen: dat we ‘een tandje gaan moeten bijsteken’.

“Ik vind het oké dat de koning dat elk jaar opnieuw vraagt, maar ik zou het appreciëren als hij ook eens zegt: ‘En alle mensen die al die jaren een tandje hebben bijgestoken wil ik een schouderklopje geven.’ Het zijn mensen zoals jij en ik die de boel hier draaiende houden, maar wij krijgen nooit eens een complimentje: er wordt ons alleen maar gevraagd om op tijd en stond nóg een tandje bij te steken in het kunstgebit België.”

Dat Belgische kunstgebit heeft sinds 19 maart weer een volwaardige regering.

(zucht) Er is bij een groot deel van de bevolking geen enkel respect meer voor politici. Toen ik in de jaren 70 ‘Bakske vol met stro’ maakte, voelde ik aan dat de tijd rijp was voor zo’n liedje, omdat ik zag dat hoe langer hoe meer mensen een hekel begonnen te krijgen aan de kerk en de hypocrisie van veel pastoors en bisschoppen. Ik wist dat de mensen het tof zouden vinden als ik die hypocrisie openlijk aanklaagde. Ik stel vandaag hetzelfde vast met de politiek: heel veel mensen hebben sympathie voor partijen en figuren die het verrotte politieke systeem aanvallen, bekritiseren en willen afschaffen. Het is natuurlijk heel makkelijk om vanaf de zijlijn kritiek te geven en alles af te breken, want besturen en écht dingen veranderen is helemaal niet zo simpel, maar misschien is het weleens goed dat er keihard tegen die vastgeroeste kar wordt gesjot.

“Veel Vlamingen hebben het er ook moeilijk mee dat er zoveel geld van Vlaanderen naar Wallonië gaat. Ik had daar vroeger geen probleem mee. Voor mij waren die transfers een vorm van solidariteit. Ik vind het prettig als ik anderen kan helpen: ik ben daar zelfs fier op, echt waar. Maar als ik dan vaststel dat de mensen die ik help zich in hun hulpbehoevende situatie gaan nestelen, en dat de politici die die mensen vertegenwoordigen het solidariteitssysteem schaamteloos misbruiken, dan kom ik in opstand. Soms heb ik het idee dat wij in Vlaanderen de roetpieten zijn die met de zware zak sleuren, terwijl Sinterklaas in Wallonië zit en maar cadeaus blijft uitdelen. Natuurlijk stemt iedereen in Wallonië dan voor Sinterklaas! Maar wie die zak vult en al dat speelgoed erin steekt, daar wordt in Wallonië liefst niet te veel over gesproken. In andere landen zal het ook wel zo zijn dat armere regio’s hulp krijgen van rijkere regio's, dus dat dat in België ook gebeurt, vind ik niet meer dan normaal. Maar in plaats van ons af en toe eens te bedanken, krijgen wij, Vlamingen, het verwijt dat we een bende nazi’s zijn...

“Wallonië heeft nu van Europa 25 miljoen voor de coronazorg gekregen, en Vlaanderen 6 miljoen. Dat zal wel volgens een oude verdeelsleutel zijn, maar zou het niet chic zijn van Magnette als hij nu aussi un peu de solidarité zou tonen ten opzichte van Vlaanderen en de helft van dat bedrag aan ons zou terugstorten? Maar nu horen we hem niet, de ‘bruggenbouwer’.”

Hoe gaan we dat probleem tussen Vlaanderen en Wallonië oplossen? Door het land te splitsen?

“Ik ben zeker geen fanatieke flamingant, maar van mij mogen ze dat gerust eens proberen... Als de transfers in de omgekeerde richting gingen, van Wallonië naar Vlaanderen, zou het land waarschijnlijk al lang gesplitst zijn.

“Het is toch heel simpel? Stel dat twee broers samen een winkeltje hebben, en één van de twee komt elke dag pas tegen twee uur ’s middags uit zijn nest, terwijl de andere altijd al vanaf zes uur ’s morgens in de weer is. Als die ene broer dan op een gegeven moment zegt: ‘Ik ga op mezelf beginnen’, is het toch te gek voor woorden als de andere zou antwoorden: ‘Wat?! Gij gaat ons gezinneke toch niet uit elkaar trekken?’ Dat soort emotionele reactie krijg je dus als je in het bijzijn van een Waal het woordje ‘confederalisme’ uitspreekt. Ik heb echt niets tegen die mensen: wij hebben een paar Waalse vrienden en familieleden, en die werken zelfs harder dan ik. Het gaat mij om het hypocriete gefoefel van de PS.”

Mag ik na dit hele betoog concluderen dat de kans klein is dat er in de huidige minderheidsregering een partij zit waar jij vorig jaar voor hebt gestemd?

“Waarom zou ik, als ik mij vorig jaar in een kotteke heb weggestoken om in het geheim te stemmen, nu zeggen voor wie ik gestemd heb?

“Veel mensen gaan ervan uit dat ik voor de N-VA stem, omdat ik mijn sympathie voor Bart De Wever – een mens met veel humor – nooit onder stoelen of banken heb gestoken, en omdat ik zes jaar geleden eens op een N-VA-congres heb opgetreden. Maar dat was een statement.”

Welk statement?

“Toen ik in het begin van mijn carrière in de Vlaamse parochiezalen met de kerk lachte, deed ik dat omdat ik de schijnheiligheid van dat instituut wou aanklagen. En toen de BRT in de jaren 90 constant op VTM aan het kappen was omdat dat ‘een zender voor marginalen’ zou zijn, ben ik voor VTM beginnen te werken. En toen alle artiesten en andere linkse jongens in Vlaanderen zes jaar geleden op de N-VA aan het schijten waren, ben ik voor de N-VA gaan optreden.”

Je bent gewoon een contraire mens?

“Ik ben niet contrair óm contrair te zijn. Als ze tegen mij zeggen: ‘Blijf in uw kot’, dan blijf ik in mijn kot. Omdat ik aanvoel dat dat nodig is. Maar als ik merk dat mensen zich moreel superieur voelen en toch onrechtvaardige dingen doen, dan begint het te jeuken en ga ik het tegengestelde doen van wat er van mij verwacht wordt.

“Ik zat vroeger onmiskenbaar in het linkse kamp: ik betoogde tegen kernwapens, klaagde de macht en het gebiedende wijsvingertje van de kerk aan, was tegen de rijkswacht en maakte liedjes over madammen met een bontjas. Maar dat was in een tijd toen rechts aan de macht was. Als je toen als artiest tegen de schenen van rechts schopte, kreeg je van alle kranten en tijdschriften schouderklopjes, vooral van Humo. Maar toen links aan de macht kwam en zich erin begon te wentelen, ben ik tegen links beginnen te stampen. Daar had de pers het duidelijk moeilijk mee. Maar voor mij was er in wezen niets veranderd: ik ben altijd tegen machtsmisbruik en onrechtvaardigheid in het verweer gekomen, ik heb wat dat betreft nooit een onderscheid gemaakt tussen links en rechts. Als je vandaag onrecht van links aanklaagt, noemen ze je rechts, met een negatieve bijklank. Ik kreeg op Facebook naar mijn kop gesmeten: ‘Nu Urbanus een vuile bruine is geworden, vind ik hem niet meer grappig.’ Ik antwoordde: ‘Toen ik een propere groene was, waren er nog veel meer mensen die mij niet grappig vonden.’”

IN HET HIERNAMAALS

Je wordt binnenkort 71, maar je treedt nog altijd op. Aan je pensioen denk je nog niet?

“Zolang ik gezond ben, blijf ik optreden. Ik ben allergisch voor het woord ‘gepensioneerd’. Toen ik net 65 was geworden, ging ik met mijn vrouw en dochter naar de cinema in Geraardsbergen, en aan de kassa zei een meisje: ‘Ha Urbanus, gij krijgt 1 euro korting, omdat ge gepensioneerd zijt.’ Ik was gewéldig op mijn tenen getrapt en heb haar die euro teruggegeven.

“Zolang ik grappen en verhaaltjes kan bedenken – en onthouden! – wil ik die graag aan de mensen vertellen. Ik zou het zonde vinden om dat te laten liggen. Mijn motivatie is in al die jaren niet veranderd: ik probeer in de eerste plaats mensen te laten lachen of te ontroeren, en ondertussen profiteer ik ervan om er iets tussen te steken dat mij dwarszit of kwaad maakt. Zo heb ik het altijd gedaan, en dat ga ik nog zo lang mogelijk blijven doen. Ik vind dat eigenlijk nogal een privilege, hoor.”

Kost het je op je 70ste meer moeite dan vroeger om grappen te verzinnen?

“Aan mijn recente Trecto Pnix Show heb ik wel een jaar zitten te prutsen en te schaven. Ik maak eerst een twaalftal liedjes, daar komt dan een studioplaat van, en dan verzin ik sketches om die liedjes live aan elkaar te knopen. Soms droom ik ervan om eens met iemand als Jeroom of Jonas Geirnaert te mogen pingbrainpongen – ik denk dat ik dan tien keer sneller een show bijeen zou kunnen verzinnen.”

‘Ik wil mensen laten lachen of ontroeren, en steek er al eens iets tussen dat mij kwaad maakt of dwarszit. Dat is nogal een privilege, hoor.’

Je bent al twee jaar aan je biografie aan het schrijven. Wat heb je over jezelf geleerd?

“Dat ik als jonge gast heel goed wist wat ik niet wou, maar niet vond wat ik wel wou. Ik ben lang op de dool geweest. Het is pas door na mijn werkuren naar de avondschool in Sint-Lukas in Schaarbeek te gaan om te leren tekenen, en daar met veel jonge, artistieke mensen in contact te komen, dat mijn leven een definitieve richting begon te krijgen. In Sint-Gertrudis-Pede, waar ik woonde, ging het alleen maar over voetbal, koers, biljart en duivenmelken, en dat waren niet echt mijn passies. In Brussel begon het opeens te kriebelen: ik ontdekte dat ik mannekes wou tekenen en verhaaltjes wou vertellen.

“Van mijn vijftiende tot mijn achttiende heb ik in een bakkerij gewerkt, daarna nog drie jaar in een drukkerij en drie jaar als magazijnier. Zes jaar lang ben ik naar de avondschool gegaan. En toen was opeens de kleinkunst daar. Ik denk dat die mij gered heeft. Daarvoor had je alleen Frank Sinatra, Elvis en Will Tura. De drempel om tussen die mannen te gaan staan, was veel te hoog: je moest een schoon kostuum hebben, met een orkest kunnen spelen, mooi kunnen zingen, veel charisma hebben... Dat was onbereikbaar voor mij. Maar ineens waren daar de folk en de kleinkunst: iedereen met een jeans en een velours vest kon met een gitaar in zijn handen op een jeugdclubpodium stappen en een liedje zingen. Een halfjaar later was ik aan het optreden in dezelfde grote zalen als Will Tura.

“Ik heb het altijd heel spijtig gevonden dat mijn vader al op zijn 49ste is gestorven, toen ik pas 20 was, en ik hem nooit heb kunnen laten zien dat ik mijn weg in het leven toch gevonden heb... Mijn moeder is 94 jaar geworden: zij heeft wel van nabij meegemaakt hoe ik stilaan een succesvol artiest werd. Ik hoop dat ik mijn pa ooit nog tegenkom en hem kan uitleggen dat hij alle redenen heeft om fier op mij te zijn, maar ik acht de kans heel klein, want ik ben niet gelovig. Hoewel, een hiernamaals heeft in principe niets met geloof te maken: het zou best kunnen dat iedereen na zijn dood voortleeft, maar dat religies en al hun goden daar voor niets tussen zitten. Die religies claimen het hiernamaals zonder bewijzen. Hallo, Test Aankoop? Hallo, Jury voor Ethische Praktijken inzake Reclame?”

Wat is de belangrijkste levensles uit de voorbije zeventig jaar?

“Dat je niets klakkeloos van iemand moet aannemen, hoe machtig of belangrijk die persoon ook is. Ik ben behoorlijk argwanend – of beter: minder goedgelovig – geworden. Ik vind argwaan een mensenrecht. Mijn vrouw zegt soms: ‘Ge moet niet altijd het slechtste in de mens zien.’ Maar de keren dat ik ben opgelicht, was omdat ik enkel het beste in die mens had gezien.”

Vind je dat je een zinvol leven hebt geleid?

“Als ik door mijn biografie slalom, stel ik vast dat ik heel wat heb meegemaakt, van in mijn kindertijd tot nu. Veel meer leuke dan spijtige dingen. Ik klaag weleens, maar dat is omdat ik een ouwe pee ben geworden en dan mag dat, maar eigenlijk heb ik daar het recht niet toe.”

Wat hoop je dat je je drie kinderen hebt bijgebracht?

“Dat ze voor zichzelf moeten leren zorgen – dat heb ik ook gedaan. Dat is mijn raad aan iedereen die mij om advies vraagt. Ik word af en toe gecontacteerd door beginnende komieken: of ik hun coach wil zijn. Dan zeg ik altijd: ‘Toen ik zo oud was als jij, had ik ook geen coach. Mijn advies is: trek je plan.’”

Je komt uit een eenvoudig arbeidersgezin en hebt in je lange carrière heel goed je kost verdiend. Heeft het geld een ander mens van je gemaakt?

“Hoegenaamd niet. Ik kom uit een werkmansgezin, en mijn vrouw ook. Wij maken geen grote sier. Als je mij op tv ziet, heb ik nog altijd dezelfde broek aan als tijdens ‘Bakske vol met stro’. Ik voel me daar beter in dan in een chic kostuum op De Nacht van Exclusief. Ik geef mijn geld ook liever uit aan drie 2pk’tjes dan aan één Porsche.”

Begrijp je in de herfst van je leven beter dan vroeger waar het in het leven om draait?

“Ik geloof dat we vooral ons best moeten doen. Stel dat er na dit leven niets meer is: dat zou toch een verschrikkelijke teleurstelling zijn? Jij en ik, wij proberen hier nu een goed gesprek te voeren en daar een goed interview van te maken, maar als er na ons leven niets meer volgt, waarom zouden we dat dan doen? Wat kan het ons dan schelen dat we het beste – of het slechtste – van onszelf geven? Op het einde van het spel hebben we sowieso nul punten.

“Ik zou het geweldig vinden als we alles wat wij hier op deze aardbol hebben gedaan en bereikt, kunnen meenemen naar een volgend leven. Op die hoop zijn uiteraard alle religies gebaseerd: dat je in een volgend leven beloond óf gestraft zult worden voor wat je hier allemaal hebt uitgespookt. We zullen nooit weten of er zo’n volgend leven bestaat of niet, maar mij maakt dat eigenlijk niets uit. Ik ben het eens met wat Jan De Wilde ooit zei: ‘Ik geloof niet in God, maar ik leef wel naar zijn geboden.’ Die houding vind ik honderd keer bewonderenswaardiger dan die van een fanatieke gelovige, want die doet het alleen voor de beloning achteraf. Terwijl proberen je aan Gods geboden te houden en weten dat je daar nooit iets voor zult terugkrijgen: dát is pas een mooie levenshouding. Ik hoop dat ik op het einde kan zeggen dat ik ook zo heb proberen te leven.”

© Humo