Direct naar artikelinhoud
Contact-tracing

De perfecte corona-app zal er misschien nooit komen

Militairen in Duitsland testen hoe een corona-app precies zou werken.Beeld EPA

Zowel op politiek vlak als op vlak van technologie en ethiek blijven nog heel wat vragen onbeantwoord over een zogenaamde corona-app. De belangrijkste: werkt zo’n app wel? 

Drie weken geleden lagen er al tientallen voorstellen voor een zogenaamde corona-app op het bureau van federaal minister Philippe De Backer (Open Vld), die de Data Taskforce Against Corona leidt. Sindsdien bewoog er zo goed als niks. Wie zijn de kandidaten? Zijn we overtuigd van het nut van een app? Wat zijn de criteria waaraan een app in België moet voldoen? Hoever zitten we in het beslissingsproces?

Standpunt

Corona-apps mogen in de media dan wel veelal voorafgegaan worden door het woord ‘slim’, dat zijn ze allerminst

Een andere vraag die plots kwam boven drijven: wiens bevoegdheid is die contact-tracing-app eigenlijk? Dat antwoord is complex. De Data Taskforce Against Corona kan een wettelijk kader scheppen voor een app die onze privacywetgeving respecteert. Hoe die app ingezet moet worden, is dan weer een Vlaamse bevoegdheid, en valt onder de verantwoordelijkheid van minister voor Welzijn Wouter Beke (CD&V). Tussen beide instanties loopt de communicatie stroef. App-ontwikkelaars kregen van het kabinet De Backer de raad om niet met de pers te praten.

Een contact-tracing-app of corona-app moet mensenwerk aanvullen. Het is bij het versoepelen van de lockdownmaatregelen essentieel dat nieuwe besmettingshaarden snel te ontdekken vallen. Dat doe je door op een zo efficiënt mogelijke manier te achterhalen met wie een besmette burger in contact is geweest. En dat is moeilijker dan het lijkt. 

126 besmettingen in één week

Uit onderzoek blijkt dat we voor de uitbraak van corona ongeveer 18 contacten (met bekenden én onbekenden) hadden per dag. In dat geval zou u – als dat elke dag om 18 verschillende contacten zou gaan – 126 mensen besmet kunnen hebben in zeven dagen tijd. Het gaat hier om een ruwe, niet-wetenschappelijke rekensom die enkel bedoeld is om te duiden hoe moeilijk het kan zijn om aan een met Covid-19 besmette persoon te vragen met wie hij allemaal contact heeft gehad.

Toen het nieuwe coronavirus voor de eerste keer in België arriveerde, heeft België meteen menselijke contact tracers ingezet om te proberen het virus in de kiem te smoren. We weten hoe dat gelopen is. Maar uit zowel China, Zuid-Korea als Singapore kwamen signalen dat men daar de heilige graal had gevonden: een contact-tracing-app of corona-app. Met behulp van onze smartphone zouden we alle contacten netjes kunnen registreren.

Maar zomaar Chinese, Zuid-Koreaanse of Singaporese technologie overnemen, zou hier nooit lukken. Alleen al omdat het begrip privacy daar een heel andere betekenis heeft dan in het Westen. In geen tijd gingen app-ontwikkelaars, universiteiten en enthousiastelingen overal in Europa aan de slag. Iedereen wilde dé corona-app bouwen. Ook hier in België was er veel enthousiasme bij app-ontwikkelaars. Zoals gezegd: het beslissingsproces loopt hier al weken vertraging op.

300 wetenschappers uit 27 landen waarschuwen voor privacyproblemen met corona-apps

Wie overhaaste keuzes maakt, bouwt met corona-apps infrastructuur die tot discriminatie of surveillance kan leiden. ‘Wij roepen overheden op enkel apps te overwegen waar privacy is ingebakken’, zegt cybersecurity-expert Bart Preneel (KU Leuven). Lees hier waarom.

Ongeduldig

Een heel andere strategie zagen we afgelopen weekend in Nederland. Daar kregen zeven initiatieven de kans om hun software aan een panel experten voor te stellen. Iedereen kon de presentaties live op YouTube volgen en vragen stellen. In theorie had de Nederlandse regering tegen woensdag een keuze kunnen maken en in één klap de Nederlandse bevolking kunnen laten wennen aan het idee van zo’n app. Aan het eind van het weekend bleek die termijn te ambitieus. Het kabinet van premier Mark Rutte was na het weekend voorzichtiger: “Het is nog niet zeker of app daadwerkelijk wordt ingezet.”

Een corona-app ontwikkelen vergt visie. In de veronderstelling dat er een Belgische app komt, dé vraag: welke strategie willen we hanteren om contacten te traceren? Daar kon men bij het kabinet van Welzijnsminister Wouter Beke (CD&V) nog op antwoorden.

“We zijn op dit moment aan het bekijken hoeveel mensen we precies nodig hebben op het terrein en wat die mensen precies moeten kunnen”, zegt woordvoerder Steffen Van Roosbroeck. In Duitsland ligt die strategie wel al vast. Daar opteert men voor vijf menselijke contact tracers per 20.000 inwoners. Merkel wil binnen vier weken een contact-tracing-app klaar hebben om de mensen op het terrein te ondersteunen. De technologie wordt daar op dit moment al volop getest. “Wij zullen ook moeten overleggen met Wallonië en Brussel”, zegt Van Roosbroeck, “je moet ook over de taalgrenzen contacten kunnen tracen.” Het kabinet van De Backer zal zich enkel met het privacyvraagstuk bezighouden.

Terwijl de app-ontwikkelaars ongeduldig op een politieke beslissing wachten, rijzen er steeds meer vragen bij academici over de introductie van zo’n app. Zelfs bij een oplossing die enkel gebruik maakt van Bluetooth, waarbij enkel het contact geregistreerd wordt, en niet de locatie, waarschuwen wetenschappers niet alleen over mogelijke inbreuken op de privacy, maar stellen ze zich ook vragen of het wel nuttig is dergelijke infrastructuur uit te bouwen.

Zo liet Jason Bay, in het hoogtechnologische Singapore bevoegd voor Digitale Zaken, optekenen dat een corona-app niet de heilige graal is in strijd tegen corona. “Uit ervaring hebben wij geleerd dat contact tracen in de eerste plaats een mensenjob is. Het impliceert een opeenvolging van moeilijke en angstige gesprekken. Het is aan de menselijke contact-tracer om te vertellen hoe het virus zich had kunnen verspreiden, met respect voor privacy en de nodige begeleiding in de rest van het proces.”