Direct naar artikelinhoud
MedicatieCoronavirus

KU Leuven zit op nieuw spoor richting medicijn tegen coronavirus

Archiefbeeld.Beeld Getty Images

Aan de KU Leuven onderzoekt men een geheel nieuwe piste om tot een medicijn te komen tegen het nieuwe coronavirus: niet het blokkeren van de enzymen van het virus, maar van de poort waarmee het virus zich verspreidt.

De patstelling die het nieuwe coronavirus op dit moment met zich meebrengt, is intussen gekend: groepsimmuniteit is er niet, en een vaccin laat minstens anderhalf jaar op zich wachten. Wereldwijd bewandelen onderzoekers dan ook een derde pad: de zoektocht naar medicijnen die de verdere verspreiding of de schadelijke werking van het virus aan banden kunnen leggen. Zo identificeerden onder meer onderzoekers van het Rega-instituut (KU Leuven) verschillende kanshebbers waarmee in het UZ Leuven klinische studies zijn gestart bij patiënten van de Covid-19-afdelingen.

“Maar de meeste van de antivirale middelen waar men nu naar zoekt, mikken op een blokkering van bepaalde enzymen van het virus”, zegt professor toxicologie Jan Tytgat (KU Leuven), die samen met zijn collega en farmacoloog Chris Ulens een denkpiste aanreikt die nog nergens wordt verkend: het blokkeren van de poort waarmee het virus zich verspreidt in zijn gastheer.

“Bij SARS en MERS hebben we namelijk ook gezien dat zogenaamde viroporines, eiwitten in het membraan van het virus die kunnen versmelten met dat van de gastheercel, een belangrijke rol spelen”, vertelt Ulens. De eiwitten vormen ionkanalen, minuscule poriën zeg maar, die een virus zoals SARS-Cov-2 en de daaraan gekoppelde ziekte Covid-19 toelaten zich te verspreiden. “Aldus spelen ze een onmiskenbare rol in de besmettelijkheid en de mortaliteit van Covid-19.”

Het idee is dan dat een antiviraal geneesmiddel die toegangspoort terug op slot zou kunnen doen. “Het virus kan op die manier afgezwakt worden”, vertelt Tytgat. Op basis van het genoom van SARS-Cov-2 hebben de onderzoekers alvast twee mogelijke viroporines gevonden waarop een middel zou kunnen inwerken, en die een grote gelijkenis vertonen met het SARS-virus uit 2003.

Een onderzoeker in het Rega-Instituut (KU Leuven), op zoek naar een antiviraal medicijn.Beeld AFP

Naar de effectieve ontwikkeling van een medicijn is er nog lang geen doorbraak. Wel is er al een model ontwikkeld om de werkzaamheid van bestaande stoffen na te gaan, waarbij de ionkanalen synthetisch zijn nagemaakt. “Dat model moet nu eerst nog gevalideerd worden, zodat we zeker zijn dat het poortje in die labosetting identiek is aan de poortjes in een menselijke gastheercel”, vertelt Tytgat. Anders bestaat de kans dat een werkzame stof in het labo een andere, potentieel ongewenste, werking heeft in de mens. “We zijn nu bezig aan de laatste experimenten ter validering.”

Neveneffecten

Als dat werk af raakt, zal een robot een bibliotheek met zo'n 20.000 bestaande stoffen screenen op een mogelijke werkzaamheid. “In het beste scenario vinden we zo’n bestaande stof met een zekere affiniteit om het poortje te sluiten”, zegt Ulens, die echter voorzichtig blijft. Als er geen match is met een bestaande stof - wat vrij reëel is – kan er ook geen snelle oplossing volgen. Een nieuw antiviraal medicijn ontwikkelen vergt namelijk heel wat tijd, omdat klinische tests ook eventuele neveneffecten moeten blootleggen. “Dan ben je weer voor maanden weg”, zegt Tytgat.

Eerder dan dé piste, lijkt het dan ook vooral een aanvullende piste die de kans op het snel vinden van een antiviraal medicijn kan verhogen. Vanuit die optiek is er ook al contact geweest met het team van viroloog Johan Neyts aan het Rega-Instituut, waar er met actief virus gewerkt wordt. 

“Het is de bedoeling om parallel te blijven zoeken. Maar eens wij bijvoorbeeld een goed resultaat hebben, zouden we dat ook in hun virale model kunnen bevestigen”, zegt Tytgat over die samenwerking. “Politici lijken er nu erg op te vertrouwen dat er begin volgend jaar een succesvol vaccin is, maar die garantie hebben we helemaal  niet, denk daarvoor maar aan HIV. In het geval dat het vaccin zou tegenslaan, zullen die antivirale middelen van levensbelang zijn.”