De leiders van de Europese Unie hebben donderdagavond de krijtlijnen gezet voor het langetermijn-coronaplan van de EU. Daarvoor wordt de begroting van de EU herbekeken en wordt er een noodfonds opgericht. De verschillen tussen landen blijven wel frappant.
Er zijn in Europa al meer dan 100.000 slachtoffers van Covid-19, de infectie die veroorzaakt wordt door het nieuwe coronavirus. De Europese economie ligt plat en krijgt slechts zeer traag een doorstart in sommige landen. In Italië en Spanje spelen zich economische drama’s af.
‘Deze pandemie zet onze maatschappij onder serieuze druk. Het welzijn van alle EU-lidstaten hangt af van het welzijn van de hele EU. We zitten allemaal in hetzelfde schuitje’, zei de voorzitter van de Europese Raad Charles Michel.
Noord en zuid
De aanpak in de verschillende lidstaten is heel anders. Zo is het relatief arme Italië net ook het grootste slachtoffer, zowel in dodentol als vanuit economisch perspectief. In Nederland, Oostenrijk en Duitsland, waar het aantal dodelijke slachtoffers relatief lager ligt, en de economie ook beter draait, is er ook meteen vertrouwen in de aanpak van de Europese Unie. Net die landen hebben ook gezegd zich extra in te zetten voor noodmaatregelen. In de zuiderse landen is daar minder animo voor. Toch blijven ook de rijkere landen sceptisch.
In elk geval zijn de staatsleiders overeengekomen dat de Europese Commissie de begroting voor de komende zeven jaar, die op 1 januari van start gaat, moet herwerken. Daar moet ook een massief herstelplan uit voortkomen. Dat reddingsbudget zou, volgens officials, tussen de 1.000 en de 1.500 miljard euro liggen.
‘Er is maar een orgaan dat dit soort massieve taak aankan, en dat is dat van de Europese Unie, met een duidelijke link naar zo een herstelfonds’, zegt Europees Commissievoorzitter Ursula von der Leyen over de plannen.
Leningen of subsidies
Noord-Europese landen zoals Nederland of Duitsland staan eerder weigerachtig tegenover te grote financiële cadeaus. Of het reddingsfonds uit leningen of subsidies zal bestaan, moet dus nog blijken.
Zelfs voor de gesprekken over een Europees herstelfonds afgerond raakten, waren de EU-lidstaten al geld aan het inzamelen om de oplopende rekeningen voor gezondheidszorg en de luchtvaartsector te helpen.