Direct naar artikelinhoud
Kwetsbare jongeren

‘Ik hoop dat kampen in zomer doorgaan’: Vlaams minister van Jeugd Benjamin Dalle over jongeren

Benjamin Dalle is blij dat tuincentra weer open mogen en dat sporten weer mag, maar daar hebben jongeren in kwetsbare omstandigheden niets aan.Beeld Tim Dirven

Het land maakt zich op om uit de lockdown te treden. Vlaams minister van Jeugd Benjamin Dalle (CD&V) trekt aan de alarmbel. De exitstrategie mag niet negeren hoeveel jonge mensen tijdens de lockdown thuis gevangen zitten. ‘We mogen de stille drama’s niet vergeten.’

“Ik maak me zorgen”, zo begint Benjamin Dalle het gesprek. Voor hem op tafel liggen cijfers en getuigenissen die aantonen hoe hard deze crisis is voor kwetsbare jongeren. Jongerentelefoon Awel kreeg sinds de eerste maatregelen tegen het coronavirus drie keer zoveel oproepen over intrafamiliaal geweld als in dezelfde periode vorig jaar. Het aantal telefoons over seksueel grensoverschrijdend gedrag steeg met ruim de helft. Ook voor fysiek en emotioneel geweld kwamen beduidend meer oproepen binnen.

“En die cijfers zijn maar het topje van de ijsberg, want de meeste jongeren vinden niet de weg naar dit soort hulplijnen. De verhalen die binnenlopen zijn schrijnend. Dat zijn allemaal jongeren die door de maatregelen geen contacten meer hebben, en vaak thuis op een kleine oppervlakte wonen in precaire situaties. Zij moeten ook door deze crisis raken. Ik wil de Veiligheidsraad en de experten vragen om hen perspectief te bieden: op een job, op een diploma, op hulp voor hun mentale problemen.”

Vreest u dat de exitstrategie kwetsbare jongeren uit het oog zou verliezen?

“De focus ligt terecht op de volksgezondheid: het aantal besmettingen beperken, zorgen dat er zo weinig mogelijk overlijdens zijn, de situatie in de woon-zorgcentra en ziekenhuizen onder controle houden. En uiteraard is ook de economie heel belangrijk. Maar we mogen de stille drama’s niet vergeten die zich achter veel gevels afspelen.”

Welke maatregel stelt u dan concreet voor?

“Ik hoop echt dat de kampen en jeugdactiviteiten in de zomer kunnen doorgaan. Voor een miljoen kinderen uit Vlaanderen en Brussel is dat het hoogtepunt van het jaar. Dit is een lastige periode, maar veel jongeren zullen er hoop uit putten om te weten dat ze in juli en augustus misschien toch een week met hun vrienden op stap kunnen.

“Ik heb daarom gevraagd dat de Nationale Veiligheidsraad vandaag nog geen uitspraak doet of die kampen kunnen doorgaan: als ze wel uitspraken doen, zal het zijn om aan te kondigen dat ze niet door kunnen gaan. Ik wil die piste nog openhouden.

Is dat realistisch? De kans op besmetting op zo’n kamp is toch bijzonder groot?

“Mijn voorstel is om nog een drietal weken te wachten voor de knoop doorgehakt wordt. Intussen kunnen we bespreken hoe het veilig kan verlopen. De jeugdorganisaties krijgen dan de tijd om zelf concrete maatregelen voor te stellen. Uiteraard moet de veiligheid primeren bij de beslissing, dat is voor mij essentieel. Maar tegen half mei hebben we een beter zicht op hoe de epidemie evolueert, en kunnen we de juiste ingrepen voorbereiden. Hoe doe je op een kamp aan social distancing? Moet je na een kamp een aantal weken contact vermijden met ouderen? Die dingen kunnen we bespreken.”

Wat vond u van de maatregelen die al genomen werden?

“Ik vind het goed dat de regering sommige zaken weer open liet gaan. Ik lees in de krant ook dat bepaalde sporten weer door zouden kunnen gaan. Maar tuincentra en doe-het-zelf-zaken, paardrijden, tennis, golf: dat zijn geen dingen waar we jongeren in kwetsbare omstandigheden mee helpen.

“Ik vond het een gemiste kans dat er in de samenstelling van de GEES (de expertengroep die de exitstrategie voorbereidt, SKE) weinig pedagogische en psychologische expertise aanwezig was. Maar vorige week heb ik zelf contact opgenomen met viroloog Marc Van Ranst, die ook in de werkgroep zit, en ik merk dat er bij de experten een grote bezorgdheid is voor de jongeren. Ik hoop dat zich dat vertaalt in de beslissingen die genomen zullen worden.

“Positief is wel dat de Veiligheidsraad op ons voorstel jeugdwelzijnswerkers erkend heeft als essentieel beroep. Dat betekent dat, als het echt nodig is, ze toch nog contact kunnen hebben met een jongere. Dat is in bepaalde gevallen cruciaal. Voor de exitstrategie wordt het belangrijk om weer ontmoetingen mogelijk te maken: tussen jongeren, maar ook tussen jongeren en hulpverleners.”

Minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA) stoomde intussen een plan klaar om weer les te kunnen geven in de scholen. Dat is dan een goede zaak?

“Ik ben uiteraard blij dat er een akkoord is, maar ik maak me toch zorgen. Er zijn heel wat studiejaren die nog niet opnieuw kunnen starten. Ik hoop dat dat niet betekent dat ze dit jaar niet meer naar school kunnen. Dit mag geen verloren jaar worden.

“Een extra bezorgdheid is dat in de steden heel veel mensen thuis geen Nederlands spreken. Wanneer die kinderen na de grote vakantie terug op school komen, merk je dat ze het moeilijk hebben omdat ze twee maanden geen Nederlands hebben gesproken. De situatie van vandaag dreigt ook op dat vlak grote schade te berokkenen. Het is dus belangrijk dat ze terug naar school kunnen, om zo weinig mogelijk taalachterstand op te lopen.”